Sancties als morele boodschappen. Afschrikking en generale preventie in de Nederlandse afvalbranche
dr. C.G. van Wingerde*
Het kabinet wil financieel-economische criminaliteit,
waaronder milieucriminaliteit, harder aanpakken.
Zwaardere sancties zouden nodig zijn om financieel-economische
delicten onaantrekkelijk te maken en ondernemers
af te schrikken. In dit artikel staat de vraag centraal
of zwaardere sancties ook werkelijk een doeltreffend middel
zijn om ondernemers af te schrikken en zo milieucriminaliteit
te voorkomen. Deze vraag zal worden beantwoord
op basis van een uitgebreid empirisch onderzoek
onder veertig bedrijven uit de Nederlandse afvalbranche,
waarvan verslag is gedaan in mijn
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
dissertatie De afschrikking
voorbij. Een empirische studie naar afschrikking, generale
preventie en regelnaleving in de Nederlandse afvalbranche.
Dit onderzoek laat zien dat sancties niet erg
doeltreffend zijn wanneer ze louter een afschrikwekkende
boodschap communiceren. Willen sancties werkelijk een
bijdrage leveren aan de preventie van milieucriminaliteit,
dan dient de sanctie ook een morele boodschap te communiceren
en te beargumenteren wat het afkeurenswaardige
is aan het bestrafte gedrag. Met andere woorden: een morele
boodschap is effectiever dan een dreigende.
1. Inleiding
Op 28 juni 2013 diende Minister van Veiligheid en Justitie
Opstelten het wetsvoorstel ‘verruiming mogelijkheden bestrijding
financieel-economische criminaliteit’ bij de Tweede
Kamer in.1 Het voorstel beoogt onder meer financieeleconomische
delicten, waaronder milieudelicten, harder aan
te pakken door de strafmaxima voor deze delicten te verhogen
en het mogelijk te maken om aan rechtspersonen een
geldboete op te leggen die 10% van de jaaromzet van de onderneming
bedraagt.2 Deze zwaardere sancties zijn volgens
de minister nodig omdat de huidige sancties onvoldoende
afschrikwekkend zijn. Met name voor ondernemingen
geldt dat zij vaak zo kapitaalkrachtig zijn dat zij zich niet laten
afschrikken door een boete die in het niet valt bij de financiële
voordelen die bedrijven met het overtreden van de
wet kunnen behalen.3 De naleving van wet- en regelgeving
kan immers aanzienlijke kosten met zich brengen. Zo moeten
bedrijven in het kader van de milieuwet- en regelgeving
bijvoorbeeld investeringen doen in de vorm van bodembeschermende
maatregelen, het installeren van controle- en
veiligheidssystemen en het inhuren van deskundigen voor
het doen van emissiemetingen. Gecombineerd met de relatief
lage pakkans waarmee het plegen van veel financieeleconomische
delicten wordt bedreigd, betekent dit dat regelovertreding
financieel aantrekkelijk kan zijn. Zwaardere
sancties moeten financieel-economische delicten dus onaantrekkelijk
maken, ondernemingen afschrikken en zo bijdragen
aan de preventie van financieel-economische criminaliteit,
aldus het wetsvoorstel.
In deze bijdrage staat de vraag centraal of zwaardere sancties
daadwerkelijk een bijdrage leveren aan de preventie van
milieucriminaliteit doordat ze ondernemers afschrikken.
Deze vraag zal worden beantwoord op basis van een uitgebreide
empirische studie naar afschrikking en generale preventie
onder 40 bedrijven uit de Nederlandse afvalbranche.4
De afvalbranche betreft een branche die vanuit het oogpunt
van toezicht en handhaving altijd erg gevoelig is geweest
voor illegale activiteiten. In het verleden hebben zich in de
afvalbranche een aantal grote milieuschandalen afgespeeld,
die gezichtsbepalend zijn geweest voor het imago van de
branche: de afvalbranche werd – en wordt nog altijd – sterk
geassocieerd met milieucriminaliteit.5
Concreet gaat het in dit artikel om bedrijven die zich bezighouden
met het inzamelen, sorteren, overslaan, be- en verwerken
en recyclen van afvalstoffen. De empirische gegevens
zijn verzameld door middel van interviews met
milieucoördinatoren, directeuren en toezichthouders van
deze 40 bedrijven, observaties ter plaatse, de analyse van
een groot aantal (bedrijfsinterne) documenten, zoals vergunningen,
controlerapporten en (milieu)jaarverslagen en de bestudering
van de mediaberichtgeving.6
Deze bijdrage is als volgt opgebouwd. In de volgende paragraaf
wordt eerst beschreven hoe afschrikking wordt verondersteld
te werken en welke theoretische veronderstellingen
eraan ten grondslag liggen. Vervolgens wordt in paragraaf
3 ingegaan op de resultaten uit het onderzoek. In paragraaf
4 worden deze bevindingen geplaatst tegen de achtergrond
van de ontwikkelingen in de afvalbranche. Deze bijdrage
sluit in paragraaf 5 af met een conclusie waarin een relatie
wordt gelegd tussen de onderzoeksresultaten en de huidige
ontwikkeling om de sancties voor financieel-economische
delicten te verzwaren.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.