Pachtkamer Hof Arnhem-Leeuwarden, 14 oktober 2014, zaaknummer 200.155.684, 29 december 2015, ECLI:NL:GHARL:2016:9952 en 28 juni 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:5621 (TvAR 2016/5856)

(Van Lutterveld c.s./Van Lutterveld)

(eerste tussenarrest: mrs. Th.C.M. Willemse, W.L. Valk en F.J.P. Lock en de deskundige leden mr. ir. H.J. Vinke en ir. H.K.C. Roelofsen)

(tweede tussenarrest: mrs. W.L. Valk, J.H. Lieber en F.J.P. Lock en de deskundige leden mr. ing. H.J. Vinke en ir. H.K.C. Roelofsen)

(eindarrest: mrs. Th.C.M. Willemse, F.J.P. Lock en B.J.H. Hofstee en de deskundige leden mr. ing. E. Oostra en ir. J.H. Jurrius)

Pachtovereenkomst. Negatieve verklaring voor recht. Bedrijfsmatige exploitatie.

[Burgerlijk Wetboek, art. 1:88, 7:311, 7:312, Wetboek van Rechtsvordering art. 71, 164, 1019j]

Een negatieve verklaring voor recht in de zin dat er geen pachtovereenkomst bestaat, is een vordering is ‘betreffende een pachtovereenkomst als bedoeld in de vijfde titel van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;’ (artikel 1019j Rv). Met de gevorderde negatieve verklaring...

Verder in dit artikel:

(eerste tussenarrest: mrs. Th.C.M. Willemse, W.L. Valk en F.J.P. Lock en de deskundige leden mr. ir. H.J. Vinke en ir. H.K.C. Roelofsen)

Pachtovereenkomst. Negatieve verklaring voor recht. Bedrijfsmatige exploitatie.

1. Het geding in eerste aanleg

2. Het geding in hoger beroep

3. De beoordeling van het geschil in hoger beroep

4. De beslissing

Arrest

1 Het verloop van het geding

2 De vaststaande feiten

3 De motivering van de beslissing in hoger beroep

4 De beslissing

Arrest

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

2 De beoordeling van de grieven en de vordering

Slotsom

3 De beslissing

Noot