Risicomanagement en cliëntenonderzoek na implementatie 4e Anti-witwasrichtlijn

Op 26 juni 20172 zullen de lidstaten van de Europese Unie de Vierde Anti-witwasrichtlijn3 (hierna: de Richtlijn) omgezet moeten hebben in hun nationale wetgeving. De Richtlijn vervangt de Derde Anti-witwasrichtlijn4 en de PEP-Richtlijn5 en incorporeert de herziene aanbevelingen van de FATF uit 2012.6

De Richtlijn bestendigt de twee kernverplichtingen uit de Derde Anti-witwasrichtlijn, te weten het verrichten van cliëntenonderzoek en het melden van ongebruikelijke transacties. De Richtlijn voorziet echter ook in een groot aantal wijzigingen. Zo wordt het toepassingsbereik van de Richtlijn uitgebreid naar nieuwe categorieën ‘instellingen’,7 worden verplichtingen geïntroduceerd op het gebied van risicomanagement en is onder alle omstandigheden cliëntenonderzoek verplicht gesteld. Voorts wijzigt de definitie van uiteindelijke belanghebbende (UBO), zullen de lidstaten het UBO-register in het leven moeten roepen en wordt niet langer een ondersch...

Verder in dit artikel:

1. Inleiding

2. Nieuwe verplichtingen op het gebied van risicomanagement

2.1. Risicobeoordeling

2.2. Gedragslijnen, procedures en maatregelen

2.3. Corporate governance

2.4. Grensoverschrijdende activiteiten en groepen

3. Aangescherpte verplichtingen op het gebied van cliëntenonderzoek

3.1. Uitgangspunten van het cliëntenonderzoek

3.2. Aanpassingen UBO-onderzoek

3.3. Uitzonderingen op verplichting tot verrichten cliëntenonderzoek ingeperkt

3.4. Risicogebaseerde benadering

3.5. Vereenvoudigd en verscherpt cliëntenonderzoek

3.6. Overgangsregeling

3.7. Samenhang met cliëntenonderzoek op andere wettelijke grondslag

4. Conclusie