Wel of niet (langer) verplichte rapportage over de wettelijke streefcijferregeling door grote vennootschappen? - Praktijkvraag
mr. S. Rietveld en mr. L.E. Stroeve1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Op 1 januari 2020 is de wettelijke streefcijferregeling komen te vervallen.2 Op grond van deze regeling moest iedere grote NV of BV3 – waaronder de beursvennootschap – streven naar een evenwichtige man/vrouw verdeling in haar bestuur en raad van commissarissen (RvC). Er was sprake van een evenredige verdeling bij een bezetting van ten minste 30% vrouwen en ten minste 30% mannen in zowel het bestuur als de RVC (art. 2:166/276 BW). Grote vennootschappen legden in het bestuursverslag verantwoording af over deze evenwichtige verdeling van zetels (art. 2:391 lid 7 BW). Indien de zetels van het bestuur of van de RvC niet evenwichtig waren verdeeld zoals voorgeschreven door art. 2:166/276 BW, dienden de vennootschappen in het bestuursverslag uiteen te zetten (art. 2:391 lid 7 BW):
- waarom de zetels niet evenwichtig waren verdeeld;
- wat de vennootschap had gedaan om toch tot een evenwi...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Verder in dit artikel:
1. Inleiding
2. Praktijkvraag
3. Achtergrond wettelijke streefcijferregeling
4. Peildatum
5. Waarom toch verantwoording blijven afleggen over de wettelijke streefcijferregeling?
5.1. Is de keuze voor de peildatum ‘opmaken bestuursverslag’ een logische?
5.2. Toekomstige wet- en regelgeving over diversiteit
6. Nadere argumenten voor de beursvennootschap
6.1. Andere wet- en regelgeving op grond waarvan beursvennootschappen moeten rapporteren over diversiteit
6.2. Institutionele beleggers en stemadviesbureaus
6.3. Praktijk onder beursvennootschappen
7. Concluderend