Een aanwijzing op grond van art. 28 Wwft naar aanleiding van overtredingen als bestuurlijke sanctie?
prof. mr. H.J.B. Sackers en mr. dr. B. van der Vorm1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Annotatie bij College van Beroep voor het bedrijfsleven 26 maart 2024, ECLI:NL:CBB:2024:223
In het bestuurlijk sanctierecht is het van wezenlijk belang om een onderscheid te maken tussen sancties en 'niet-sancties'. Hoofdstuk 5 van de Awb – dat handelt over de handhaving – is uitsluitend van toepassing, indien sprake is van een bestuurlijke sanctie. Uit art. 5:2, eerste lid, onder a, Awb, blijkt wanneer sprake is van een bestuurlijke sanctie. Dit is een door een bestuursorgaan wegens een overtreding opgelegde verplichting of onthouden aanspraak.
1. Inleiding
In de systematiek van de Awb worden twee soorten bestuurlijke sancties onderscheiden, namelijk de herstelsanctie, in de kern reparatoir van karakter (art. 5:2, eerste lid, sub b, Awb), en de bestraffende sanctie, die op leedtoevoeging is gericht (art. 5:2, eerste lid, sub c, Awb). De enige bestraffende sanctie in de Awb is de bestuurlijke boete (art. 5:40 Awb). De wet sluit echter ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.