Tien jaar Wwz-ontslagprocesrecht

Deze bijdrage onderzoekt hoe het procesrecht in ontslagzaken zich sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid in 2015 heeft ontwikkeld. Centraal staan de vervaltermijnen van art. 7:686a lid 4 BW en de bijzondere regels voor hoger beroep en cassatie in art. 7:683 BW. De analyse brengt discussies en knelpunten in kaart, bespreekt de geboden oplossingen en benoemt vragen die nog openstaan.

1. Inleiding

Met de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (Wwz) op 1 juli 2015 onderging het ontslagrecht een ingrijpende hervorming.2 Niet alleen het materiële ontslagrecht wijzigde, ook het procesrecht werd herzien. Een belangrijke wijziging was de afschaffing van het rechtsmiddelenverbod bij ontbinding (art. 7:685 lid 11 (oud) BW). Hoger beroep en cassatie zijn sindsdien in alle ontslagzaken mogelijk. Tegelijkertijd introduceerde art. 7:683 BW bijzondere procesregels en verlopen alle ontslagprocedures sindsdien via de verzoekschriftprocedure, met zeer ...

Verder in dit artikel:

1. Inleiding

2. Vervaltermijnen

2.1. Strikte termijnen bij ontslagzaken

2.2. Aanvang en einde vervaltermijn

2.3. Geen vervaltermijn voor verweren

2.4. Geen ambtshalve toepassing

2.5. Overschrijding van de vervaltermijn

2.6. Wijziging van het verzoek ('switch')

2.7. Afstand van recht en rechtsverwerking

3. Hoger beroep in ontslagzaken

3.1. Systematiek in hoger beroep; geen automatische herleving of beëindiging met terugwerkende kracht

3.2. Herstel of billijke vergoeding (lid 3 en 4)

3.3. Einde in hoger beroep (lid 5 en 6)

4. Afronding