Boetemotivering in het straf- en bestuurlijke boeterecht: een vergelijk
mr. J.P.T.G. van den Uithoorn1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Wanneer het gaat over (beboeting in) het strafrecht, geldt een grote mate van straftoemetingsvrijheid.2 Doorgaans wordt vooral gekeken naar de ernst van het gepleegde feit,3 de omstandigheden waaronder het feit is begaan, de persoon van de dader en diens draagkracht. De invulling van die omstandigheden is al snel als algemeen kader terug te vinden. Het beeld ontstaat dat sprake is van een wat obligate invulling van de omstandigheden die de hoogte van de boete bepalen.4 Dat de Hoge Raad geen blijk geeft op dat punt veel meer te verwachten van de feitenrechter, draagt daar bepaald niet aan bij.
In het bestuurlijke boeterecht lijkt (ogenschijnlijk) naar dezelfde factoren te worden gekeken. Artikel 5:46 Awb bepaalt dat de hoogte van de bestuurlijke boete wordt afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten, de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan en voorts dient ...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.