Agrarisch Recht Actualia

NB: Nieuw GLB

W.Bruil, 12 december 2013 00:00 De nationale keuzes voor het nieuwe GLB zijn bekend gemaakt (Kamerstukken II, 2013/14, 28625, nr. 168). Het gaat om de volgende onderwerpen: a. de invulling van de vergroeningsverplichting; b. extra ondersteuning voor jonge boeren. c. de interne convergentie (de overgang van het huidige systeem van historische toeslagen naar gelijke hectarebetalingen) en gekoppelde betalingen; d. het type agrarisch bedrijf en de subsidiabele landbouwgronden die in het GLB worden opgenomen; e. internationale doelen. Er zijn drie generieke vergroeningsmaatregelen Europees vastgesteld. 1. Gewasdiversificatie. Bedrijven moeten op bouwland minstens drie gewassen telen. Met name voor kleine bedrijven bestaan hierop enkele uitzonderingen. Binnen de gewasdiversificatie bestaan geen mogelijkheden voor nationale keuzen. 2. Behoud van blijvend grasland. 3. Ecologisch aandachtsgebied (EFA) met een omvang van 5% van het bouwlandoppervlak. Nederland kiest voor landschapselementen zoals houtwallen, heggen en poelen, met inbegrip van dergelijke elementen die grenzen aan subsidiabele landbouwgrond; equivalente (pakketten van) maatregelen, zoals: akkerranden met daaraan grenzende sloten ten behoeve van de stimulering van biodiversiteit, waaronder bijen; bufferstroken met daaraan grenzende sloten; natuurvriendelijke oevers met daaraan grenzende sloten; combinaties van enerzijds percelen (zoals vogelakkers), stroken of akkerranden ten behoeve van de biodiversiteit op een bepaald deel van de EFA en anderzijds de teelt van bepaalde eiwitgewassen op het overige deel van de verplichte EFA-oppervlakte. Hiernaast kunnen lidstaten equivalente maatregelen, na goedkeuring door de Europese Commissie, toevoegen aan de Europese lijst waarmee bedrijven ook kunnen voldoen aan de vergroeningsverplichting. Er worden duurzaamheidscertificaten ontwikkeld. Ook komt er ruimte voor collectieve invulling van de vergroening. Voor de overgang naar de nieuwe directe betalingen (flat rate) wordt het volgende gemeld: Vanaf 2019 is er een systeem van een gelijke basispremie van naar verwachting ongeveer € 270 per hectare en een vergroeningspremie van ongeveer € 120 per hectare voor heel Nederland. Een zo geleidelijk mogelijke (lineaire) overgang naar de gelijke hectarebetaling en gelijke vergroeningspremie per hectare, waarbij de vergroeningspremie in de overgangsfase bedrijfsafhankelijk is. De toegang tot directe betalingen komt ook open te staan voor groente-, fruit-, boom- en bollentelers. Dit geldt ook voor de telers van consumptie- en pootaardappels. Bedrijven die verplicht zijn deel te nemen aan de landbouwtelling en als agrarisch bedrijf ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel komen in aanmerking voor directe betalingen. Hiernaast wordt een negatieve lijst opgesteld van bedrijven die geen directe betalingen zullen ontvangen. Deze lijst bestaat uit de Europees voorgeschreven lijst bedrijven die luchthavens, spoorwegdiensten, vastgoeddiensten en waterwerken en sport- en recreatieterreinen exploiteren. De lijst wordt uitgebreid met overheden en overheidsgerelateerde organisaties. Directe betalingen boven € 150.000 per bedrijf worden afgeroomd met 5%. Bepaalde gronden worden uitgesloten als subsidiabele grond: wegbermen, stadsparken e.d (nu ook al) en (nieuw) natuurgronden die niet, of slechts zeer extensief, voor de landbouw kunnen worden gebruikt, zoals heidegronden. Deze uitsluiting geldt nadrukkelijk niet voor natuur bestaande uit extensief gebruikt grasland dat (in de regel) bij boeren in gebruik is (denk aan grote stukken Waterland).
Deel deze pagina:

Informatie

Type
Actualia
Onderwerp(en)
Marktordening
Sector(en)
Agrarisch
Auteurs
Auteurs met profiel
Datum gepubliceerd