Gerechtshof Amsterdam, 24 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2003 , inzake [x] B.V. tegen Liander N.V. (NTE 2016/42)
mr. I. Brinkman en mr. L. Baljon1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Deze procedure betreft het hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 16 april 2014. De grieven van [X] falen, kortweg, omdat het hof anders dan [X] van mening is dat Liander N.V. (hierna: Liander) in dezen een vorderingsrecht toekomt en [X] Lianders schade onvoldoende betwist heeft. Naar aanleiding van het verzoek van [X] hangende appel het bedrag vast te stellen waartoe haar aansprakelijkheid beperkt is op grond van artt. 8:1060 en 8:1065 BW, stelt het hof de vordering van Liander in de beperkingsprocedure in de zin van art. 642a e.v. Rv. vast met bekrachtiging van het vonnis voor het overige.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.