Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2003 nr. 4

Waddenvereniging / GS

mr. P.J.M. Koning

Samenvatting Gedeputeerde Staten van Groningen (GS) hebben op 15 april 2002 een veranderingsvergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend aan Electrabel Nederland N.V. (‘Electrabel’) om de Eemscentrale te veranderen. De Waddenvereniging heeft hiertegen beroep ingesteld. Nadat de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (‘StAB’) een deskundigenbericht heeft uitgebracht en partijen daarop hebben kunnen reageren, is de zaak op 18 maart 2002 op zitting gekomen. In de uitspraak toetst de Afdeling eerst aan de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

hand van artikel 20.6 lid 2 Wet milieubeheer of het gehele beroep ontvankelijk is. De Waddenvereniging blijkt enkele punten niet te hebben aangevoerd in haar bedenkingen tegen het ontwerp-besluit. Omdat niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan dit de Waddenvereniging redelijkerwijs niet kan worden verweten, verklaart de Afdeling het beroep op deze punten niet-ontvankelijk. Naar aanleiding van de beroepsgrond dat ten onrechte is nagelaten de verslagen van het vooroverleg ter inzage te leggen, overweegt de Afdeling dat artikel 3:21 Wet milieubeheer slechts voorschrijft een verslag van het vooroverleg ter inzage te leggen. GS zijn niet verplicht aparte verslagen ter inzage te leggen van ieder gesprek dat in het kader van het vooroverleg heeft plaatsgehad. GS mochten volstaan met het ter inzage leggen van één verslag waarin een samenvatting is opgenomen van hetgeen tijdens het vooroverleg aan de orde is geweest. Vervolgens komt de Afdeling toe aan de meer inhoudelijke beroepsgronden. Een aantal daarvan blijken grondslag voor vernietiging van de vergunning. Uit de Wet milieubeheer volgt dat een milieuvergunning moet worden geweigerd, indien de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken door het stellen van voorschriften en beperkingen, niet kunnen worden voorkomen dan wel niet voldoende kunnen worden beperkt. Bij de beoordeling van een aanvraag hebben GS een zekere beoordelingsvrijheid, maar die wordt onder meer begrensd in hetgeen voortvloeit uit de meest recente algemeen aanvaarde milieutechnische inzichten. De Waddenvereniging heeft aangevoerd dat GS ten onrechte geen rekening hebben gehouden met het beleid van VROM om het fluorideniveau in Nederland zo spoedig mogelijk onder het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) te brengen (en te houden). GS meenden dat de MTR-waarde geen wettelijke grens- of richtwaarde is en dat het alleen een inspanningsverplichting betrof. Uit het deskundigenbericht van de StAB blijkt dat de MTR-waarde al sinds 1996 wordt overschreden; derhalve zonder het in werking zijn van de aangevraagde uitbreiding. GS vinden dit geen reden tot beperking van de fluoride-emissie of weigering van de vergunning, omdat de bijdrage van de veranderde centrale aan de al bestaande achtergrondconcentraties zeer gering zou zijn. De Afdeling oordeelt dat deze motivering onvoldoende is voor het nog verder overschrijden van de MTR-waarde, zeker nu de MTRwaarde als minimumkwaliteitsniveau wordt beschouwd. De Afdeling hecht hierbij mede betekenis aan het feit dat GS niet hebben aangegeven er op andere wijze voor te zullen zorgen dat de MTR-waarde zal worden bereikt, bijvoorbeeld door maatregelen te nemen ten aanzien van andere inrichtingen die wel een substantiële bijdrage leveren aan de heersende achtergrondconcentraties van fluoride. Ten aanzien van dioxines, chroom en nikkel-emissies schrijven de Nederlandse Emissierichtlijnen Lucht een minimalisatieverplichting voor. Nu uit het besluit niet blijkt dat GS hebben gestreefd de emissie van deze stoffen terug te brengen naar een nulemissie, berust het besluit niet op een deugdelijke motivering. In zoverre is het beroep eveneens gegrond. Daarnaast zien enkele beroepsgronden op het feit dat de grondslag van de aanvraag niet mag worden verlaten. Als blijkt dat een vergunning alleen kan worden verleend wanneer de aanvraag wordt veranderd, dient de vergunning te worden geweigerd. In het onderhavige beroep komt dit aspect meerdere keren terug. Er is o.m. vergunning aangevraagd voor de plaatsing van een 50 meter hoge fakkel. Dit aspect is een essentieel onderdeel van de aangevraagde verandering. De in de aanvraag voorgestelde locatie van de fakkel blijkt echter zeer ongunstig te zijn voor vogels in de omgeving. Naar aanleiding daarvan hebben GS besloten dat de fakkel op de aangevraagde locatie niet kan worden vergund. In plaats daarvan is een voorschrift aan de vergunning verbonden dat Electrabel een voorstel voor een andere plaats van de fakkel ter goedkeuring aan GS moet voorleggen, waarna de fakkel op die plaats mag worden neergezet. De Afdeling meent dat deze gang van zaken in strijd is met de Wet milieubeheer; het voorschrift zal er immers toe leiden dat de grondslag van de vergunning wordt verlaten. Ook heeft de Waddenvereniging aangevoerd dat ten onrechte meer emissie van alle schadelijke stoffen (behalve kwik) is vergund dan Electrabel in haar brief van 27 april 2001 aan de Commissie voor de milieu-effectrapportage heeft gemeld. De Afdeling stelt vast dat de vergunde concentratie-eisen gelijk zijn aan of lager dan de aangevraagde rookgasconcentraties maar dat GS onvoldoende inzichtelijk hebben gemaakt hoe zij hebben berekend welke emissieruimte nodig is boven op de ruimte die is medegedeeld aan de Commissie voor de milieu-effectrapportage. De vergunde emissieruimte is derhalve op dit punt eveneens onvoldoende gemotiveerd en in strijd met artikel 3:46 Awb. Tevens blijken de maximaal toegestane jaarvrachten in bijna alle gevallen hoger te zijn dan de worst-case-jaarvrachten zoals die uit de aanvraag kunnen worden afgeleid. Wat dit punt betreft is de grondslag van de vergunning derhalve verlaten. De Afdeling oordeelt conform vaste jurisprudentie dat dit in strijd is met het stelsel van de Wet milieubeheer. Na ongegrondverklaring van enkele andere beroepsgronden vernietigt de Afdeling de vergunning en veroordeelt zij GS respectievelijk de Provincie in de proceskosten.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Raad van State (Afd. Bestuursrechtspraak)
Auteurs
mr. P.J.M. Koning
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
veranderingsvergunning Wet milieubeheer Eemscentrale
Bron
LJN-nummer: AH8624
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/1898

Verder in 2003 nr.4

 European Energy Law Seminar 2003 – een verslag

Op 26 en 27 mei 2003 werd het zestiende European Energy Law Seminar gehouden in Noordwijk aan Zee. Het congres werd geopend door mr. dr. Martha Roggenkamp, voorzitter van de organiserende Nederl...

 De nieuwe Elektriciteits- en Gasrichtlijnen

Op 26 juni tekenden Pat Cox, voorzitter van het Europees Parlement, en Akis Tsochatzopoulos, namens het Griekse voorzitterschap van de Raad, voor complete liberalisering van de elektriciteits- e...

 Het Energiehandvestverdrag en het ontwerp-Transit Protocol: enkele kanttekeningen

De doorvoer van energie wordt steeds belangrijker voor de internationale energiehandel doordat energiebronnen steeds verder van afnemers zijn gelegen. Onder doorvoer in het Energiehandvestverdra...

 Nood breekt wet? Enkele kritische beschouwingen over de regeling van een noodleverancier

Op 1 juli jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector’ 1 aangenomen. Hiermee is een wettelijke basis gelegd voor een regeling van een ...

 Artikel 26a Elektriciteitswet 1998: een vreemde eend die vooralsnog niet bijt

Artikel 26a Elektriciteitswet 1998 (‘E-wet’) bepaalt, in lid 1, dat een netbeheerder (transport)voorwaarden dient te hanteren die redelijk, objectief en niet discriminerend zijn. Het artikel ver...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energier...

 Actualiteiten en signaleringen

Artikelen in andere tijdschriften Met deze rubriek wordt beoogd een overzicht te bieden van artikelen over aspecten van het energierecht in andere tijdschriften, zowel Nederlandse als buiten...

 Actualiteiten en signaleringen

Boekbesprekingen In de rubriek boekbesprekingen worden steeds één of meerdere boeken besproken. Voor dit nummer wordt het boek Energy, The State and The Market van Dieter Helm besproken.

 Actualiteiten en signaleringen

Mededelingen NeVER Op 10 oktober a.s. organiseert de NeVER in samenwerking met de APX een seminar over Power Exchanges in Europe. Een en ander vindt plaats als voorbereiding op de totstandko...