Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2003 nr. 4

diverse kabelbedrijven / Min. Fin.

mr. P.J.M. Koning

Feiten en procesverloop Eind vorige eeuw is de privatisering van de nutssector op de politieke agenda gekomen. Dit geldt niet alleen voor de energiesector maar ook voor de spoorwegen en de telecommunicatiesector. Het geschil betreft een gevolg van de privatisering van de kabelsector. In 1995 heeft Stichting C die in eigen beheer doch namens de gemeente een centrale- antenne-inrichting (‘CAI’) exploiteerde deze inrichting en de daarbij behorende activa, overeenkomsten, aansluitingen etc. verkocht en overgedragen aan een

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

private onderneming ‘X BV’. Vervolgens is in 1996 een zevental gemeenten (‘gemeenten’) elders in het land eveneens overgegaan tot de verkoop en overdracht van hun CAI’s aan private kabelbedrijven. Alhoewel de overeenkomst tot levering in beginsel uitgaat van het feit dat de kabels e.d. die deel uitmaken van de CAI roerende zaken zijn, wordt de mogelijkheid dat de CAI als onroerende zaak wordt beschouwd uitdrukkelijk opengelaten. De BV en de Stichting CAI stellen in een schrijven aan de Inspecteur der Belastingen uitdrukkelijk dat indien er sprake zou zijn van onroerende zaken, slechts de economische eigendom daarvan is verkregen en dat in dat geval terzake overdrachtsbelasting is verschuldigd. Het schrijven dient vervolgens als aangifte beschouwd te worden. De inspecteur stelt een jaar later dat de CAI’s en de daarbij behorende activa e.d. aangemerkt dienen te worden als een zelfstandige onroerende zaak waardoor de verkrijging van de economische eigendom van de netten belast wordt op grond van artikel 2 Wet op belastingen van rechtsverkeer (‘WBR’). De inspecteur heeft daarom belanghebbenden een naheffingsaanslag opgelegd. Deze aanslag is, na daartegen door belanghebbenden gemaakt bezwaar, door de inspecteur gehandhaafd. In het daaropvolgende beroep bij het Gerechtshof ’s-Gravenhage (‘Hof‘) is vervolgens de vraag aan de orde gekomen of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Met andere woorden, is een CAI als een onroerende zaak te beschouwen? Het Hof oordeelde op 2 maart 2002 (BK 98/3135 en 3136) dat een ondergronds kabelnet een werk is dat duurzaam met deze grond is verbonden in de zin van artikel 3:3 BW en artikel 5:20 BW. Gemeenten zijn derhalve juridisch eigenaar gebleven van de kabelnetten. Dientengevolge is alleen de economische eigendom overgedragen. De verkrijging van de economische eigendom van de kabelnetten kwalificeert als een verkrijging in de zin van artikel 2 lid 2 WBR zodat de inspecteur terecht een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Niet terecht bleek echter de heffingsgrondslag te zijn. Het Hof oordeelde dat er goede gronden zijn om de exploitatie van het kabelnet los te koppelen van de eigendom en het beheer daarvan. Er wordt een vergelijking gemaakt met de spoorwegen waar de eigendom, het beheer en de exploitatie van het spoorwegnet is losgekoppeld van de exploitatie van de treindiensten. Het Hof vernietigt vervolgens de bestreden uitspraak en vermindert de naheffingsaanslag. De kabelbedrijven hebben vervolgens cassatie aangetekend bij de Hoge Raad.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Hoge Raad
Auteurs
mr. P.J.M. Koning
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
heffing van overdrachtsbelasting
Bron
36 075 en 36 076
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/1899

Verder in 2003 nr.4

 European Energy Law Seminar 2003 – een verslag

Op 26 en 27 mei 2003 werd het zestiende European Energy Law Seminar gehouden in Noordwijk aan Zee. Het congres werd geopend door mr. dr. Martha Roggenkamp, voorzitter van de organiserende Nederl...

 De nieuwe Elektriciteits- en Gasrichtlijnen

Op 26 juni tekenden Pat Cox, voorzitter van het Europees Parlement, en Akis Tsochatzopoulos, namens het Griekse voorzitterschap van de Raad, voor complete liberalisering van de elektriciteits- e...

 Het Energiehandvestverdrag en het ontwerp-Transit Protocol: enkele kanttekeningen

De doorvoer van energie wordt steeds belangrijker voor de internationale energiehandel doordat energiebronnen steeds verder van afnemers zijn gelegen. Onder doorvoer in het Energiehandvestverdra...

 Nood breekt wet? Enkele kritische beschouwingen over de regeling van een noodleverancier

Op 1 juli jl. heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector’ 1 aangenomen. Hiermee is een wettelijke basis gelegd voor een regeling van een ...

 Artikel 26a Elektriciteitswet 1998: een vreemde eend die vooralsnog niet bijt

Artikel 26a Elektriciteitswet 1998 (‘E-wet’) bepaalt, in lid 1, dat een netbeheerder (transport)voorwaarden dient te hanteren die redelijk, objectief en niet discriminerend zijn. Het artikel ver...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energier...

 Actualiteiten en signaleringen

Artikelen in andere tijdschriften Met deze rubriek wordt beoogd een overzicht te bieden van artikelen over aspecten van het energierecht in andere tijdschriften, zowel Nederlandse als buiten...

 Actualiteiten en signaleringen

Boekbesprekingen In de rubriek boekbesprekingen worden steeds één of meerdere boeken besproken. Voor dit nummer wordt het boek Energy, The State and The Market van Dieter Helm besproken.

 Actualiteiten en signaleringen

Mededelingen NeVER Op 10 oktober a.s. organiseert de NeVER in samenwerking met de APX een seminar over Power Exchanges in Europe. Een en ander vindt plaats als voorbereiding op de totstandko...