E.ON Trading / DTe
mr. P.J.M. Koning
Samenvatting
Op grond van de studie die door de Nederlandse mededingingsautoriteit
en de DTe is verricht in de periode tussen
22 juni 2001 en 5 juli 2001 is de directeur DTe tot de
conclusie gekomen dat E.ON Trading in de periode tussen
22 juni 2001 en 5 juli 2001 tweehonderdnegenenvijftig
maal artikel 5.6.12.1 van de Netcode heeft overtreden.
In reactie daarop heeft de directeur DTe bij brief van 14
februari 2002 aan E.ON Trading een bindende
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
aanwijzing
gegeven.
De directeur DTe heeft in het bestreden besluit, samengevat,
het volgende overwogen. E.ON Trading heeft van 22
juni 2001 tot en met 5 juli 2001 tweehonderdnegenenvijftig
keer artikel 5.6.12.1 van de Netcode overtreden. In al
deze gevallen staat vast dat de hoeveelheid elektriciteit
die E.ON Trading op de spotmarkt van de Amsterdamse
Power Exchange (hierna: APX) heeft aangeboden, kleiner
is dan de door haar verkregen hoeveelheid importcapaciteit
op de dagveiling. Dit volgt uit de gegevens van Tennet
en de APX. E.ON Trading heeft de juistheid van de
Tennet- en APX-gegevens niet betwist. Volgens de directeur
DTe blijkt uit de kop en toelichting van artikel 5.6.12.1
van de Netcode dat alle importcapaciteit die via de dagveiling
is toegewezen, via de APX dient te worden verhandeld.
Tevens geeft de directeur DTe aan dat het dwingende
voorschrift van artikel 5.6.12.1 van de Netcode
impliceert dat van E.ON Trading passende maatregelen
mogen worden verwacht teneinde aan de fysieke onmogelijkheid
om elektriciteit uit België te importeren het
hoofd te kunnen bieden.
E.ON Trading stelt zich op het standpunt dat de directeur
DTe niet bevoegd is om bindende aanwijzingen te geven.
Daarbij geeft E.ON Trading aan dat in de tekst van artikel
5, zesde lid, van de E-wet 1998 is aangegeven dat de directeur
DTe bevoegd is om bindende aanwijzingen te geven
in verband met ‘de naleving van deze wet’. Er staat
niet in verband met ‘de naleving van deze wet of krachtens
de artikelen 36 en 37 gestelde’. Deze formulering
treft men wel bij de bevoegdheid van de directeur DTe
om een last onder dwangsom op te leggen op grond van
artikel 5a, eerste lid, van de E-wet. Hieruit leidt E.ON Trading
af dat bindende aanwijzingen alleen gebruikt kunnen
worden om bij overtredingen van de E-wet op te treden
en aldus niet zijn bedoeld voor de handhaving van de
technische voorwaarden. Artikel 5.6.12.1 van de Netcode
is dan ook volgens E.ON Trading alleen te handhaven
door het opleggen van een last onder dwangsom. In de
tweede plaats is volgens E.ON Trading van overtreding
van artikel 5.6.12.1 van de Netcode geen sprake, omdat
E.ON Trading geen elektriciteit aan Nederlandse zijde heeft
getransporteerd, zodat inbieding op de APX niet kon en
ook niet noodzakelijk was. Ook hierom was de directeur
DTe niet bevoegd de bindende aanwijzingen te geven.
Uit de uitspraak blijkt dat het College niet expliciet, maar
impliciet heeft geoordeeld dat de directeur DTe een bevoegdheid
heeft om op grond van artikel 5.6.12.1 van de
Netcode een bindende aanwijzing te geven. Ten aanzien
van het begrip ‘getransporteerd’ overweegt het College
dat in de toenmalige tekst van artikel 5.6.12.1 van de Netcode
was bepaald dat partijen aan wie importcapaciteit is
toegewezen in de dagveiling verplicht zijn de daarover
getransporteerde elektriciteit aan de Nederlandse zijde te
verhandelen via de APX. Het College is van mening dat
de kop van paragraaf 5.6.12.1 van de Netcode, luidend
‘Verplichting tot inbieden importcapaciteit van de dagveiling
in de APX’, slechts een algemene aanduiding behelst
van de inhoud van de betreffende paragraaf. Hieruit kan
volgens het College niet worden afgeleid dat aan het
woord ‘getransporteerd’ in artikel 5.6.12.1 van de Netcode
een andere dan de letterlijke betekenis toekomt. Het
feit dat in de toelichting op het met ingang van 22 oktober
2002 gewijzigde artikel 5.6.12.1 van de Netcode achteraf
is gesteld dat het artikel wordt gewijzigd met behoud
van de strekking van het artikel, maakt het
voorgaande niet anders. Het College is dan ook van oordeel
dat de directeur DTe ten onrechte heeft aangenomen
dat E.ON Trading artikel 5.6.12.1 van de Netcode in voormelde
periode heeft overtreden, nu E.ON Trading geen
elektriciteit aan Nederlandse zijde heeft getransporteerd.
De op de overtreding gebaseerde bindende aanwijzing
ontbeert dan ook feitelijke grondslag. Het College verklaart
het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit,
herroept het primaire besluit van 14 februari 2001
en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het
vernietigde besluit.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.