Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2006 nr. 4

Vereniging Stedelijk Leefmilieu, Groen- en Milieubeheer / het college van gedeputeerde staten van Gelderland

mr. V.-P. Aarts

Het beroep van appellante richt zich tegen een verklaring als bedoeld in artikel 8.19 lid 2 onderdeel c Wet milieubeheer, afgegeven door verweerder, voor een verandering van de centrale van Electrabel te Nijmegen die niet in overeenstemming is met de voor deze centrale verleende milieuvergunning. Voor een verandering die niet leidt tot andere of nadeliger gevolgen voor het milieu is geen (wijziging van de) milieuvergunning vereist, maar volstaan een melding van de vergunninghouder en een verklaring

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

van het bevoegd gezag dat de verandering voldoet aan de voorwaarden van artikel 8.19 lid 2. De in het geding zijnde verandering bestaat in de gedeeltelijke vervanging van de vergunde brandstoffen kolen en/of zware stookolie door palmoliederivaat. Artikel 8.19 lid 2 Wet milieubeheer kan ingevolge het derde lid van dit artikel niet worden toegepast op veranderingen die, als zij vergunningplichtig zouden zijn geweest, onderworpen zouden zijn aan de verplichting terzake een milieueffectrapport op te stellen. In het Besluit milieu-effectrapportage 1994 (hierna: het Besluit), ter uitwerking van artikel 7.4 Wet milieubeheer, worden activiteiten aangewezen ter zake waarvan op de voet van de artikel 7.8a t/m 7.8d Wet milieubeheer moet worden vastgesteld of, vanwege de bijzondere omstandigheden waaronder de activiteit wordt ondernomen, een milieueffectrapport moet worden gemaakt. In het Besluit (categorie 22.1 van onderdeel D van de bijlage bij het Besluit) is als zo’n activiteit onder meer aangewezen een wijziging van een elektriciteitscentrale met een vermogen van meer dan 200 MW (thermisch) per jaar die strekt tot de inzet van een andere brandstof. De Afdeling stelt vast dat daarvan met de gedeeltelijke vervanging van kolen en/of stookolie door palmoliederivaat sprake is. Niet relevant acht de Afdeling dat palmolie naar aard, wijze van vervoer, opslag en verstoken niet wezenlijk verschilt van stookolie. Verder vindt de Afdeling in het genoemde onderdeel van het Besluit geen aanknopingspunt voor de opvatting dat het bevoegd gezag aan de inzet van een andere brandstof als daar bedoeld kan worden voorbijgegaan indien de andere brandstof slechts een gering deel (4% van de totale massa) van de totale hoeveelheid ingezette brandstof betreft. Op deze gronden komt de Afdeling tot de conclusie dat de melding betrekking heeft op een activiteit ter zake waarvan, als zij vergunningplichtig zou zijn, moet worden bepaald of een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Nu verweerder terzake geen beslissing heeft genomen, kan niet worden vastgesteld of artikel 8.19 lid 3 Wet milieubeheer van toepassing is en – dus – of met een melding kon worden volstaan. Het betoog van verweerder dat deze bepaling slechts betrekking heeft op milieueffectrapport- plichtige activiteiten en niet op milieueffectrapport- beoordelingsplichtige activiteiten miskent volgens de Afdeling de strekking van deze bepaling. Beroep gegrond.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Raad van State (Afd. Bestuursrechtspraak)
Auteurs
mr. V.-P. Aarts
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Bron
LJN-nummer: AX9485
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/2305

Verder in 2006 nr.4

 Toezicht op de netbeheerder; De rol van de RvC, de AvA, de NMa, de Minister en de stille curator

De netbeheerder heeft in Nederland een belangrijke positie. Het is daarom van belang na te gaan hoe het toezicht op het bestuur van de netbeheerder is georganiseerd. Ik maak daarbi...

 De bindende aanwijzing tussen handhaving en regulering

De bindende aanwijzing is vanaf haar introductie in 2000 een belangrijk instrument geweest voor de directeur van de Dienst uitvoering en Toezicht energie (hierna: directeur DTe) en – sinds het v...

 Verslag European Energy Law Seminar 2006

Op 15 en 16 mei 2006 vond in Noordwijk aan Zee in Grand Hotel Huis ter Duin het 19de European Energy Law Seminar plaats. De organiserende instellingen waren evenals het vorige jaar de Nederlands...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energi...

 Actualiteiten en signaleringen

Artikelen in andere tijdschriften Met deze rubriek wordt beoogd een overzicht te bieden van artikelen over aspecten van het energierecht in andere tijdschriften, zowel Nederlandse als buiten...

 Actualiteiten en signaleringen

Mededelingen NeVER Op 17 juli heeft het bestuur van de NeVER het eerder aangekondigde vraaggesprek met de directeur DTe, de heer drs. P.J. Plug gevoerd. Wij hopen de leden hiervan na de zome...