appellanten / het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland
mr. V.-P. Aarts
De zaak betreft een geschil inzake een besluit over de
goedkeuring van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Aalten
2004’. In het bestemmingsplan wordt onder andere
goedkeuring verleend voor de aanleg van een windmolenpark.
Het provinciebestuur committeert zich met de plannen
voor het windmolenpark aan de Bestuursovereenkomst
Landelijke Ontwikkeling Windenergie waarin de
taakstelling van ten minste 60 megawatt voor Gelderland
is opgenomen. Het voorziene windmolenpark zou 20 megawatt
bijdragen aan de taakstelling. Het provinciale ruimtelijke
beleid ten aanzien van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
windturbines, neergelegd in
een streekplanherziening met betrekking tot windenergie,
is gericht op de verwezenlijking van windturbineparken in
de daarvoor geschikt geachte gebieden. Daartoe is een
verdeling gemaakt in kansrijke gebieden (groene gebieden),
gebieden die niet geschikt zijn voor de plaatsing van
windturbineparken onder meer vanwege het voorkomen
van belangrijke natuurwaarden (rode gebieden) en gebieden
waarin plaatsing slechts onder strikte voorwaarden
mogelijk is (witte gebieden). Indien de windmolens in een
wit gebied geplaatst worden dient dit in ieder geval
gedegen gemotiveerd te worden waarbij de locatiekeuze,
de huidige situatie en mogelijke nadelige effecten uitvoerig
beschreven dienen te worden.
In verband met het voornemen voor een windmolenpark is
een rapport naar aanleiding van een locatieonderzoek
verschenen, waar de keuze voor de plaats verantwoord
wordt. Ook is een milieueffectrapportage uitgebracht voor
de gekozen locatie.
Appellanten, waaronder de Stichting Natuur en Milieu
Aalten stellen dat onterecht goedkeuring is verleend voor
de aanleg van het windmolenpark in een wit gebied. Zij
menen ten eerste dat uit de stukken niet is gebleken dat de
groene gebieden in de gemeente Aalten niet geschikt
zouden zijn voor de plaatsing van een windmolenpark.
Voorts stellen ze dat niet is gekozen voor het meest
milieuvriendelijke alternatief. Ook achten zij de ruimtelijke
onderbouwing van de gemeente onvoldoende.
De Afdeling meent dat de plannen voor het windmolenpark
in een wit gebied niet aan de vereiste strikte voorwaarden
voldoen. Het besluit en de daaraan ten grondslag
gelegde stukken bieden volgens de Afdeling een onvoldoende
overtuigende onderbouwing. In het locatierapport
wordt namelijk nagenoeg niet ingegaan op de keuze om in
de gemeente een windmolenpark aan te leggen of op de
keuze voor de in het plan voorziene locatie. De milieueffectrapportage
mag volgens de Afdeling ook niet dienen als
nadere onderbouwing voor de locatiekeuze, aangezien de
rapportage is gericht op de inrichting en niet op de keuze
voor de locatie. De Afdeling meent dat onvoldoende is
duidelijk gemaakt waarom verweerder het oprichten van
het windmolenpark op de in het plan voorziene plaats in
overeenstemming met het streekplanbeleid heeft kunnen
achten. Het beroep wordt in zoverre gegrond geacht en het
besluit wordt voor zover het ziet op het windmolenpark
vernietigd.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.