Let op! Deze editie is nog niet gepubliceerd en alleen zichtbaar voor de editiebeheerder! Klik rechts op "Editie beheren" om te publiceren.
NB: Wet geurhinder en veehouderij, Wet ammoniak veehouderij
W.Bruil
In de maartuitgave van het tijdschrift Regelingen Omgevingsrecht zijn over de Wet geurhinder veehouderij (Wgv) en de Wet ammoniak veehouderij (Wav) de volgende - voor de agrarische rechtspraktijk relevante - uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) verkort weergegeven:
- ABRS 30 december 2009, nr. 200903452/1/M2, LJN BK7968. Daarin oordeelt de Afdeling dat bedrijfsgebouwen ook kunnen worden aangemerkt als geurgevoelige objecten in de zin van de Wgv (TO 2010/151).
- ABRS
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
20 januari 2010, nr. 200902613/1/M2, LJN BK9888. Een tijdelijk leegstaande woning is een geurgevoelig object in de zin van de Wgv (TO 2010/153).
- ABRS 20 januari 2010, nr. 200905744/1/M2, LJN BK9887. Daarin oordeelt de Afdeling dat een redelijke wetsuitleg meebrengt dat bij de vaststelling van de mate van bescherming tegen stankhinder uit hoofde van de Wgv van een agrarische bedrijfswoning die is afgesplitst van een nog in werking zijnde veehouderij, ook aansluiting moet worden gezocht bij de juridisch-planologische status van die woning (TO 2010/155).
- ABRS 20 januari 2010, nr. 200904362/1/M2, LJN BK9889. Een voorbeeld van een zaak waarin de Afdeling oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat de omgevingstoets geen aanleiding geeft om een revisievergunning ex. art. 8.4 Wet milieubeheer aan een varkenshouderij te weigeren. De aangevraagde stalsystemen leiden tot een ammoniakemissie die lager is dan de ammoniakemissie die het toepassen van de beste beschikbare technieken met zich zouden brengen. Volgens de Afdeling heeft het college in redelijkheid kunnen oordelen dat toepassing van de omgevingsvergunning niet leidt tot een weigering van de revisievergunning, nu het college hieraan ten grondslag heeft gelegd dat de aanwezigheid van de in dit geval aanwezige natuurgebieden geen aanleiding geeft om te eisen dat een nog lagere ammoniakemissie wordt bereikt. Geen sprake van een onvoldoende gemotiveerd besluit, noch van een onjuiste toepassing van de Beleidslijn, aldus de Afdeling. (TO 2010/154).
UÂ heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.