Buitengerechtelijke bedrijfsbeëindiging in de Nederlandse glastuinbouw. Bedrijfsbeëindiging buiten faillissement of WSNP middels akkoord
mr. F. van Wingerden en ir. B.P.C. van Weert*
I
nleiding
Een klein beetje grasduinen in de berichten van de afgelopen jaren in de media omtrent de Nederlandse glastuinbouw resulteert in een somber beeld. Een sector die van zijn voetstuk als een van Nederlands vooraanstaande sectoren is getuimeld. Wat de redenen voor de problemen in de sector ook zijn, voor een aantal ondernemers is de harde realiteit dat bedrijfsbeëindiging onvermijdelijk is en voor veel ondernemers heeft dat ook in privé vergaande consequenties.
Voor een groot
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
aantal ondernemers in de Nederlandse tuinbouw is de band tussen onderneming en ondernemer erg groot, niet alleen in emotionele zin maar ook gezien de keuze van de ondernemingsvorm.1 Ongetwijfeld mede door fiscale motieven2 ingegeven, wordt een groot aantal ondernemingen in de Nederlandse tuinbouw in een ‘persoonlijke ondernemingsvorm’3 gevoerd.4 De ondernemer is – bij een persoonlijke ondernemingsvorm – ook aansprakelijk voor de zakelijke schulden van zijn onderneming.
Geerling-Eiff en Vermeulen5 onderscheiden vier categorieën van redenen voor agrarische bedrijfsbeëindigingen: (i) financiën, (ii) veranderend omgevingsperspectief, (iii) persoonlijke redenen en (iv) crisis in het bedrijf.6 In dit artikel wordt alleen het eerste type van bedrijfsbeëindiging behandeld. Bij bedrijfsbeëindiging om financiële redenen zal in veruit de meeste gevallen een verlieslatende exploitatie de oorzaak zijn. De aantasting van de vermogenspositie van de onderneming kan zó aanzienlijk zijn dat de ondernemer weet dat – ook bij herstel van opbrengstprijzen en (dus) winstgevendheid van zijn bedrijf – het financieel geslagen gat zó groot is dat er nimmer meer sprake zal zijn van vermogensvorming in de onderneming.
Het blijkt dat een aanzienlijk aantal bedrijfsbeëindigingen om financiële redenen op een ‘buitengerechtelijke’ wijze plaatsvindt.7 Het voornaamste ‘ingrediënt’ van de buitengerechtelijke wijze van bedrijfsbeëindiging is het trachten te realiseren van een crediteurenakkoord. De ‘logische’ volgorde – ook ingegeven door de nadrukkelijke wens van de ondernemer – is in de praktijk om in eerste instantie te trachten de onderneming langs buitengerechtelijke weg af te wikkelen. Pas op het moment dat dat niet langer mogelijk is, wordt gebruik gemaakt van een van de wettelijke insolventieprocedures – faillissement, surseance van betaling en de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
Dit artikel gaat nader in op het (crediteuren)akkoord bij de ‘buitengerechtelijke’ wijze van bedrijfsbeëindiging in de Nederlandse tuinbouw. Daarnaast geeft het artikel een overzicht van de mogelijkheden om een (crediteuren)akkoord te realiseren in de wettelijke insolventieprocedures.
De hierboven genoemde ‘logische’ volgorde is ook de structuur van behandeling in dit artikel. In het eerste deel van het artikel wordt het crediteurenakkoord in de buitengerechtelijke
wijze van bedrijfsbeëindiging kort uiteengezet en de
knelpunten bij deze wijze van bedrijfsbeëindiging. In het
tweede deel van het artikel worden de mogelijkheden om
een crediteurenakkoord te realiseren in de wettelijke insolventieprocedures
toegelicht. Die diverse vormen van een
crediteurenakkoord in de te onderscheiden insolventieprocedures
worden ingebed in een korte beschrijving van de voornaamste
kenmerken van de diverse insolventieprocedures.
Afsluitend zal een aantal aanbevelingen gedaan worden dat
er in de ogen van de auteurs toe kan leiden dat de ‘buitengerechtelijke’
wijze van bedrijfsbeëindiging beter kan functioneren.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.