De systematiek van het Pachtprijzenbesluit 2007
mr. W.L. Valk*
Het pachtrecht wordt op dit moment geëvalueerd.1 Daarmee is ook de toekomst van de wettelijke regels met betrekking tot de pachtprijs onzeker. Als er enigerlei vorm van pachtprijsbescherming blijft, ligt het voor de hand dat eventuele nieuwe regels met betrekking tot de pachtprijs op de een of andere wijze zullen willen voortbouwen op de oude. Een plotselinge sterke verhoging (of verlaging) van de prijs is immers ongewenst, omdat de pachter als agrarisch ondernemer allerlei bedrijfsbeslissingen
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
heeft afgestemd op de actuele pachtprijs en op zijn verwachtingen omtrent de toekomstige ontwikkeling van die prijs. En ook voor de verpachter geldt dat hij door een plotselinge wijziging (verlaging) van de prijs in de problemen kan komen. Zijn beslissingen over bijvoorbeeld het onderhoud of de verbetering van verpachte gebouwen (bedrijfsgebouwen en agrarische woningen) heeft hij immers mede genomen op grond van zijn verwachtingen. Ondanks de evaluatie is het dus ook met het oog op de toekomst belangrijk om goed zicht te hebben op de huidige pachtprijssystematiek, zoals die is neergelegd in het Pachtprijzenbesluit 2007.
Die systematiek spreekt niet voor zichzelf. Voor de niet ingevoerde jurist is het Pachtprijzenbesluit 2007 nauwelijks te doorgronden. Veel agrarische advocaten lijken alles te mijden wat met de pachtprijs te maken heeft, of besteden een deel van het werk uit aan een rentmeester. Maar ook met het begrip van het pachtprijzensysteem bij rentmeesters is het allerminst goed gesteld, zo is mijn ervaring. Ja, zelfs voor wie werkelijk door het systeem heen heeft proberen te kruipen, zoals ik zelf heb gedaan toen ik in 2011 voor de uitgave Tekst & Commentaar Pachtrecht (Kluwer, Deventer) een commentaar op het Pachtprijzenbesluit 2007 schreef, blijft het lastig. Bij de bewerking van dat commentaar in 2012 stuitte ik op nieuwe inconsistenties en nieuwe vragen, die mij dus in 2011 niet waren opgevallen. Dat valt ongetwijfeld mede aan mijn eigen beperkingen toe te schrijven. Maar dan blijft staan dat de regelgever in de afgelopen jaren laag op laag heeft gestapeld en op diverse plaatsen in het Pachtprijzenbesluit 2007 zich van onvaste of zelfs onjuiste terminologie bedient. Het resultaat oogt helaas meer als een labyrint dan als een systeem.
Uiteraard hebben verpachter en pachter met het Pachtprijzenbesluit 2007 niets van doen in het geval dat zij met betrekking tot de pachtprijs vrij zijn. In dat geval is de grondmarkt beslissend volgens het principe van vraag en aanbod. Het belangrijkste geval waarin de pachtprijs vrij is, is dat van een geliberaliseerde pachtovereenkomst voor zes jaar of korter (art. 7:397 lid 1 BW). Ook in geval van teeltpacht (voor één- of tweejarige teelten, voor de duur van de teelt) is de prijs vrij (art. 7:396 BW). In alle andere gevallen is, kort gezegd, het pachtprijzensysteem wél van toepassing.2
In deze bijdrage gaat het om de systematiek van het Pachtprijzenbesluit 2007 en niet zozeer om de dagelijkse taxatiepraktijk. Vanzelfsprekend is er veel verband tussen beide, want de taxatiepraktijk behoort uiteraard door de systematiek te worden bepaald. Maar daarnaast is er de invloed van algemene inzichten en gebruiken in de taxatieleer en valt er bijvoorbeeld ook vanuit de bodemkunde het een en ander over die praktijk te zeggen. Voor de taxatiepraktijk kan ik gelukkig verwijzen naar een recente bijdrage in dit tijdschrift van Rogaar.3 Dat betekent dat ik als een schoenmaker bij mijn leest kan blijven, op vergelijkbare wijze als ook binnen de praktijk van de grondkamer en Centrale Grondkamer juristen, deskundige leden en deskundigen4 ieder hun eigen aandachtsgebied hebben.
In het vervolg van deze bijdrage beperk ik mij bovendien tot die regels van het Pachtprijzenbesluit 2007 waarvan verpachter, pachter en grondkamer de normadressaten zijn. § 2 van het besluit (art. 4-10), die zich tot de Minister richt doordat zij de berekeningssystematiek bepaalt volgens welke de Minister de hoogte van de hoogst toelaatbare pachtprijs respectievelijk het veranderpercentage dient te bepalen, blijft vrijwel geheel buiten beschouwing. Ik richt mij vooral op de pachtprijs van land. Verpachting van bedrijfsgebouwen en agrarische woningen komt relatief veel minder voor en bespreek ik daarom korter.
Om te voorkomen dat ook dit artikel een labyrint wordt, heb ik zijstappen en uitweidingen zoveel mogelijk vermeden. De voor gevorderden niet te missen nuances vonden een plek in (deels onvermijdelijk lange) voetnoten. De tekst wordt geregeld
samengevat in een schema of geïllustreerd met een
voorbeeld.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.