Vastgoedtransacties door taxatie vooraf niet automatisch ‘staatssteunproof’
mr. A.M. Serra en mr. drs. J.H.I. van Dijk*
Sinds de Leidschendam-beschikking1 van de Europese Commissie zit de schrik er in de vastgoedsector en bij veel overheden goed in. ‘Angst voor staatssteun werkt verlammend’, schrijft de Neprom in het najaar van 2013 in Cobouw.2 De onduidelijkheid over de vraag op welke wijze een vastgoedtransactie ‘staatssteunproof’ kan worden vormgegeven, speelt hierbij een belangrijke rol. Die vraag leek tot voor kort nog vrij eenvoudig te beantwoorden. Algemeen werd aangenomen dat de Mededeling van de Commissie uit
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
1997 over de verkoop van grond en gebouwen door openbare instanties3 (hierna: ‘de Mededeling’) één op één analoog toegepast mocht worden op andere vastgoedtransacties. Oftewel: mits vooraf door een onafhankelijke deskundige een taxatie wordt uitgevoerd die voldoet aan de Mededeling, en er vervolgens niet ten gunste van een onderneming wordt afgeweken van de uitkomst van die taxatie, bevat een vastgoedtransactie geen staatssteun. Uit de onderbouwing van het besluit van de Commissie van 6 maart 2013 om een formeel staatssteunonderzoek te starten naar vier Nederlandse profvoetbalclubs4 blijkt echter dat de Commissie hier anders over denkt. De Commissie stelt zich in die beschikking op het standpunt dat de Mededeling alleen betrekking heeft op de verkoop van grond en gebouwen door overheden, en niet van toepassing is op andere vastgoedtransacties. Bovendien zijn in die beschikking vastgoedtransacties aangemerkt als staatssteun terwijl ze plaatsvonden in overeenstemming met een voorafgaande onafhankelijke taxatie. In eerste instantie had dit artikel, na een korte inleiding over de rol van taxaties binnen het staatssteunrecht en de Mededeling, in zullen gaan op de vraag waar een taxatie op basis van de Mededeling, beschikkingenpraktijk van de Commissie en jurisprudentie aan moet voldoen. Op die manier hadden we bij willen dragen aan het sneller kunnen beantwoorden van de vraag wanneer nu wel en niet sprake is van staatssteun bij vastgoedtransacties. De analyse van de Mededeling is echter uitgegroeid tot de kern van dit artikel, aangezien wij tot de conclusie zijn gekomen dat de Commissie de Mededeling op een andere manier analoog toepast dan tot nu toe werd aangenomen. Bovendien heeft de Commissie in januari 2014 de nieuwe Ontwerpmededeling van de Commissie (Ontwerpmededeling betreffende het begrip ‘staatssteun’ in de zin van art. 107, lid 1, VWEU) ter consultatie gepubliceerd. Hierin geeft de Commissie haar visie op en interpretatie van de sleutelbegrippen met betrekking tot het begrip staatssteun. Uit deze Ontwerpmededeling volgt dat na inwerkingtreding daarvan, de Mededeling zal worden ingetrokken. Wij hebben gemeend dat een analyse van de Mededeling en de toepasselijkheid daarvan, ondanks de mogelijke intrekking ervan, nuttig is, omdat de wijze waarop de Commissie de Mededeling tot nu toe (daadwerkelijk) toepast van belang blijft voor het toekomstig ‘staatssteunproof’ vormgeven van vastgoedtransacties. In dit artikel concentreren wij ons daarom op het beantwoorden van de vraag wat de Commissie bedoelt als zij het over de analoge toepassing van de Mededeling heeft. In een volgend artikel zullen we alsnog toekomen aan de beantwoording van onze oorspronkelijke hoofdvraag: waar moet je vanuit het staatssteunrecht op letten bij het waarderen c.q. taxeren van vastgoed?
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.