Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2014 nr. 2

De regulering van aardwarmte in Nederland, Duitsland en Denemarken - een rechtsvergelijking

D.M. Hanema en prof. mr. dr. M.M. Roggenkamp*

De aarde is opgebouwd uit verschillende chemische en fysische lagen. In die lagen is de temperatuur niet overal gelijk: hoe dieper de aardlagen gelegen zijn, hoe hoger de temperaturen. De in de aarde aanwezige warmte wordt aardwarmte genoemd.[1]Hoewel er bewijs is dat de Romeinen gebruik maakten van aardwarmte voor hun thermen[2] – en daarmee het gebruik van aardwarmte minimaal 2000 jaar oud is – en dat reeds in 1904 in Lardarello (Italië) aardwarmte werd gebruikt voor

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

het opwekken van elektriciteit,[3] bevindt de ontwikkeling van de aardwarmte-industrie zich nog in een beginstadium. De productie van aardwarmte is echter wel in opkomst, mede vanwege het duurzame karakter en de belangstelling voor hernieuwbare energiebronnen[4] in het algemeen. Voorbeelden zijn het gebruik van aardwarmte in het kader van stadsverwarmingsprojecten of het produceren van elektriciteit met behulp van aardwarmte.Aardwarmte bevindt zich, evenals aardolie en aardgas, doorgaans in de diepe ondergrond. Ook de productietechnieken vertonen grote overeenkomsten. Als gevolg hiervan hebben wetgevers bij het opstellen van de noodzakelijke wetgeving voor de winning van aardwarmte de keuze tussen het één-op-één van toepassing verklaren van het olie- en gasregime op aardwarmte of het ontwerpen van een specifiek regime voor aardwarmte.[5] De Nederlandse wetgever heeft bij het opstellen van de Mijnbouwwet geopteerd voor een integrale regeling ten aanzien van de diepe ondergrond. Als gevolg hiervan omvat de Nederlandse Mijnbouwwet (hierna: Mbw)[6] sinds 2003 een wettelijke regeling voor de exploratie en productie van ondergrondse delfstoffen, inclusief aardwarmte.In 2007 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de doeltreffendheid en de effecten van de Mijnbouwwet in de praktijk.[7] Uit de evaluatie is een aantal zorg- en aandachtspunten naar voren gekomen ten aanzien van aardwarmte.[8] In de eerste plaats gaat het om de vergunningprocedures en in het bijzonder de overgang van de opsporings- naar de winningsvergunning. Wat betreft het vergunningsgebied zijn er zorgen over afbakening van het gebruik en de locaties van de boringen. Daarnaast bestaat er onduidelijkheid ten aanzien van financiële afdrachten en toepasselijke diepgrenzen in de Mbw.In dit artikel staat het wettelijk kader voor aardwarmte centraal. Wordt de winning van aardwarmte op een dusdanige wijze in de wet geregeld dat dit leidt tot een optimaal investeringsklimaat en een optimale winning? Deze vraag is niet alleen van belang vanuit de nationale gedachte van optimale winning, maar ook vanwege het karakter van aardwarmte als een duurzame en hernieuwbare (energie)bron.[9]Om de gestelde onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden, zal een rechtsvergelijkend onderzoek worden uitgevoerd. Daarbij zullen het Nederlandse aardwarmteregime en de geconstateerde knelpunten centraal staan en zal een vergelijking worden gemaakt met de regimes van Duitsland en Denemarken. De keuze voor deze landen is ingegeven door het feit dat beide landen in Europa gelegen zijn en enigszins vergelijkbare rechtsstelsels hebben als dat van Nederland. Bovendien lijken de geologische omstandigheden van de landen op elkaar, waardoor de kans groter is dat deze landen vergelijkbare knelpunten ervaren bij de winning van aardwarmte.De opbouw van dit artikel is thematisch van aard. Na een algemene inleiding ten aanzien van de positie van aardwarmte in de (mijnbouw)wetgeving (paragraaf 2), zal het vergunningenstelsel worden besproken en vergeleken (paragraaf 3). In paragraaf 4 zal het verschijnsel bijvangst worden behandeld en paragraaf 5 handelt over de juridische aspecten van de rendabiliteit van aardwarmteprojecten. De publicatie wordt afgesloten met een conclusie (paragraaf 6).

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Verder in dit artikel:

2. Aardwarmte in de mijnbouw- wetgeving

2.1 Inleiding

2.2 Plaats van aardwarmte in de wet

2.3 Eigendom van aardwarmte

3. Vergunningenstelsel

3.1 Inleiding

3.2 Nederland

3.3 Duitsland

3.4 Denemarken

3.5 Vergelijking/analyse

4. Bijvangst

4.1 Inleiding

4.2 Nederland

4.2 Duitsland

4.3 Denemarken

4.4 Vergelijking/analyse

5. Juridische aspecten van de rendabiliteit van aardwarmteprojecten

5.1 Inleiding

5.2 Verschuldigde afdrachten

5.3 Subsidies

6. Conclusie

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
D.M. Hanema en prof. mr. dr. M.M. Roggenkamp*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/11495

Verder in 2014 nr.2

 Voorwoord

Beide artikelen in deze aflevering zijn door auteursduo’s tot stand gebracht.Mrs. Berend Jan Drijber en Pauline Huurnink geven een mooi overzicht van de rechtspraak over de Europese energiema...

 Europese rechtspraak in de energiesector (2012 – 2013)

Europese rechtspraak over een bepaalde sector van het economisch leven doorloopt in de regel een aantal stadia. Het begint meestal met zaken over nationale maatregelen die b...

 De regulering van aardwarmte in Nederland, Duitsland en Denemarken - een rechtsvergelijking

De aarde is opgebouwd uit verschillende chemische en fysische lagen. In die lagen is de temperatuur niet overal gelijk: hoe dieper de aardlagen gelegen zijn, hoe hoger de te...

 De Warmtewet 2014 - Verslag NeVER bijeenkomst 4 maart 2014

Op 4 maart 2014 vond bij Ploum Lodder Princen advocaten & notarissen te Rotterdam de NeVER bijeenkomst plaats die in het teken stond van de Warmtewet 2014. De gasten werden door Martha Roggenka...