Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, 1 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2029 , inzake [appellante] tegen het college van gedeputeerde staten van Limburg (NTE 2016/9)
mr. I. Brinkman en mr. L. Baljon1Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De exploitant van het Valkenburgs Grottenaquarium (hierna: appellante) heeft hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Limburg (hierna: GS) van 17 december 2013. In dat besluit heeft GS het bezwaar van appellante tegen een brief niet-ontvankelijk verklaard en tegen het besluit van GS van 17 juli van GS gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij besluit van 17 juli 2013 heeft GS krachtens art. 52 lid 4 Mijnbouwwet maatregelen voorgeschreven met betrekking tot een gangdeel van het Valkenburgs Grottenaquarium. Bij uitspraak van 5 september 2014 heeft de rechtbank het door appellante daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Afdeling is met appellante van mening dat, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, een procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep tegen het besluit van 17 december 2013. Appellante kan bij vernietiging van het in beroep bestreden besluit van 17 december 2013 en herroeping van ...
UÂ heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.