Voorwoord - Special schade door olie- en gaswinning
Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Ingrijpende gebeurtenissen in de olie- en gaswinning met onoverzienbare schadelijke gevolgen vormden de opmaat naar een hernieuwd debat over en nieuwe maatregelen voor de vergoeding van deze schade. In deze NTE-special over schade door olie- en gaswinning treft u de actuele stand van zaken aan. Alle drie de artikelen bevatten suggesties voor een andere benadering van de schadevergoeding die serieuze overweging verdienen.
Op internationaal niveau vormde en vormt het Deepwater Horizon-incident de oorzaak van schade aan mens en milieu van een ongekende omvang. Edward Brans en Moniek Heerings beschrijven in hun artikel het Amerikaanse aansprakelijkheidsregime voor economische en milieuschade in verband met dit incident. Zij inventariseren de invloed van het incident op het Europese milieuaansprakelijkheidsregime waaronder de uitbreiding van het bereik van de Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn van de territoriale wateren van de EU-lidstaten naar de Exclusieve Economische Zone. In dat verband stellen zij de wenselijkheid van harmonisatie van aansprakelijkheidsregels voor andere schade dan milieuschade aan de orde.
Op nationaal niveau zijn het de aardbevingen als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld die een ongekende schade teweegbrengen. Het artikel van Martha Roggenkamp en Herman Bröring biedt een overzicht van de voorgeschiedenis van de gaswinning uit het Groningenveld, het toepasselijk aansprakelijkheidsregime voor schade als gevolg van de winning en de voorgestelde wijzigingen van de Mijnbouwwet. De auteurs constateren dat in het kader van de schadevergoeding voor de bevolking van Groningen recent een reeks van (niet-juridische) instituten in het leven is geroepen: de Nationaal Coördinator Groningen, de Onafhankelijk Raadsman en de Arbiter Aardbevingsschade. De auteurs doen de suggestie om een integrale wettelijke regeling voor Groningen tot stand te brengen.
In dit verband kan niet onbesproken blijven de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 september 2015 over de vergoeding door de NAM van de waardevermindering van huizen in Groningen als gevolg van de gaswinning. In de uitspraak wordt op basis van art. 6:177 BW de abstracte schadeberekening toegepast: de eigenaar van een onroerende zaak kan aanspraak maken op vergoeding van de waardevermindering van de onroerende zaak ongeacht of fysieke schade aan de onroerende zaak is opgetreden en ongeacht of de onroerende zaak is verkocht. Maarten Baneke voorzag deze uitspraak van een annotatie.
Jacques Sluysmans en Nikky van Triet nemen in hun artikel de compensatie naar aanleiding van waardevermindering bij verschillende energieprojecten onder de loep, meer in het bijzonder de keuze voor de bestuursrechtelijke of de civielrechtelijke rechtsgang. Zij komen tot de conclusie dat bij aardgaswinning de keuze voor de civiele rechter minder voor de hand ligt en doen een voorstel om het debat inzake waardevermindering als gevolg van aardgaswinning in het bestuursrechtelijke kader te voeren.
Namens de redactie,
Michelle de Rijke