Voorwoord
Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Beide artikelen in deze aflevering zijn er één van een tweeluik.
In het artikel ‘Windturbines en ecologie: soortenbescherming’ beschrijven mrs. Erwin Noordover en Neeltje Walgemoed het soortenbeschermingsregime van de Flora- en faunawet voor windturbines. In het artikel is de nieuwe Wet Natuurbescherming, die op 1 januari 2017 in werking treedt en de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet vervangt, meegenomen. Het eerste deel van deze tweeluik beschreef het gebiedsbeschermingsregime van de Natuurbeschermingswet 1998 voor windturbineparken (NTE 2016/1).
De bijdrage van mr. Marc van Beuge is het eerste deel van een tweeluik over de verwijdering van energie-installaties. Dit deel spitst zich toe op de energie-installaties op zee: mijnbouwinstallaties en offshore-windparken. Ten aanzien van de verwijderingsplicht wordt een aantal parallellen geconstateerd in de regimes voor mijnbouwinstallaties en offshore-windparken. Eén daarvan is dat vanwege de verplichting tot het stellen van financiële zekerheid aannemelijk is dat de Staat niet of nauwelijks het risico loopt dat hij financieel moet bijdragen aan de verwijdering van energie-installaties op zee.
Op het moment van afronding van deze aflevering van NTE heeft de Rechtbank Noord-Nederland een vonnis gewezen in de aardbevingsschade in verband met de gaswinning uit het Groningenveld. De schade ten gevolge van de gaswinning in Groningen was eerder onderwerp van de NTE special in juni van dit jaar (NTE 2016 2/3). Het bedoelde vonnis van 5 oktober 2016 ( ECLI:NL:RBNNE:2016:4402 ) bevat interessante nieuwe inzichten. De rechtbank oordeelt dat EBN als mede-eigenaar van de mijnbouwwerken in beginsel ook mede-gebruiker hiervan is en als exploitant in de zin van art. 6:177 lid 2 onder b BW risico aansprakelijk is voor de in de casus geleden schade. Dit betekent dat NAM en EBN hoofdelijk aansprakelijk zijn voor aardbevingsschade en gelaedeerden EBN dus rechtstreeks kunnen aanspreken voor vergoeding van door hen geleden schade. Daarnaast wordt in de uitspraak een comparitie gelast waarin onder meer de vraag aan de orde zal komen in hoeverre de Staat onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij niet adequaat heeft gereageerd op de betreffende aardbeving. Wordt vervolgd.
Namens de redactie,
Michelle de Rijke