De gebeten hond
mr. drs. A.G. de Neve1 Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.De accountant heeft het zwaar. De beroepsgroep ligt maatschappelijk onder vuur en worstelt met haar imago. In een recente reeks van artikelen gepubliceerd in Het Financieele Dagblad wordt nog eens duidelijk dat de opvattingen over de positie en rol van de accountant zeer uiteenlopen. In een van de artikelen uitten enkele bestuurders van vorenstaande Nederlandse ondernemingen sterke kritiek op de houding die accountants heden ten dage aannemen. Van meedenkende adviseurs zouden zij zijn verworden tot angsthazen. In hun ogen een slechte ontwikkeling die gekeerd zou moeten worden. Accountants zouden meer oog moeten hebben voor de belangen van de klant. Die betaalt hen immers. Het belang van de klant moet in hun ogen minstens net zo zwaar wegen als het publieke belang. Dit artikel heeft het fundamentele debat over de taak en rol van de accountant weer aangezwengeld. Kernelementen in deze discussie zijn enerzijds de commerciële cliënt/opdrachtgever relatie tussen de controleplichtige onderneming en de accountant en anderzijds de maatschappelijke functie die de accountant vervult. Deze kernelementen en de vraag welk element dient te prevaleren zorgen voor het spanningsveld waarbinnen de accountant zich beweegt. Het speelveld wordt bepaald door wet- en regelgeving en het beleid van de toezichthouder (AFM) en is in toenemende mate aan verandering onderhevig.
Het fundamentele debat wordt al decennia gevoerd en beweegt mee met de tijdgeest. In het huidige tijdsbeeld overheerst het sentiment dat er een kwaliteitsslag moet worden gemaakt. Diverse affaires zoals fraudezaken en faillissementen hebben twijfel doen rijzen over of de accountant zijn werk wel goed had gedaan. Aansprakelijkstellingen van accountants lijken ook meer voor te komen. Uit onderzoek door toezichthouder AFM is gebleken dat het niet slechts om enkele incidenten gaat maar dat de kwaliteit van controledossiers te vaak onder de maat was. Verandering is daarom noodzakelijk en in onze wereld betekent dat nieuwe stringentere wet- en regelgeving en aanscherping van het beleid van de toezichthouder.
Een recente ontwikkeling op dit gebied betreft het wetsvoorstel implementatie richtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen. Het betreft hier de implementatie van wijzigingen op de Europese Audit Richtlijn en implementatie van de Europese Audit Verordening. De Europese Audit Richtlijn stelt voorwaarden vast voor de toelating en registratie van personen die wettelijke controles uitvoeren, regels betreffende de onafhankelijkheid, objectiviteit en beroepsethiek die op die personen van toepassing zijn, alsmede het kader voor het publieke toezicht dat op hen wordt uitgeoefend. Middels de wijzigingsrichtlijn worden deze voorschriften verder geharmoniseerd om te zorgen voor meer transparantie en voorspelbaarheid van de vereisten die op deze personen van toepassing zijn, en om hun onafhankelijkheid en objectiviteit bij het uitvoeren van hun taak te verbeteren. De Europese Audit Verordening bevat nadere regels voor wettelijke controles van organisaties van openbaar belang (oob's).
In de MvT bij het wetsvoorstel wordt de maatschappelijke rol van externe accountants benadrukt. Ten opzichte van personen die direct betrokken zijn bij een organisatie (zoals bestuurders en commissarissen), hebben andere belanghebbenden een informatieachterstand. De accountantsverklaring kan een verbetering brengen in hun informatiepositie door een redelijke mate van zekerheid over de door de organisatie verstrekte informatie te geven. De kernfunctie van de accountant ligt volgens de MvT in het verstrekken van zekerheid aan het maatschappelijk verkeer. Het publieke belang van de wettelijke controle betekent dat een grote kring van personen en instellingen vertrouwt op de kwaliteit van het werk van externe accountants en de accountantsorganisaties waar zij werkzaam zijn of waaraan zij verbonden zijn.
De publieke taak wordt expliciet voorop gesteld en uiteraard zal dit in de praktijk zijn weerslag hebben op de cliëntopdrachtgever relatie. Dat ondernemingen deze ontwikkeling als negatief ervaren hoeft dan ook niet te verbazen. Gedeeltelijk zal sprake zijn van een structurele verschuiving en gedeeltelijk is deze waarschijnlijk van tijdelijke aard. De snelheid waarmee het speelveld verandert en de scheidsrechter de regels aanscherpt nopen de doorgaans al conservatieve accountants tot nog meer terughoudendheid. Is dit gedreven door angst zoals wel wordt gesteld? Misschien wel. Het imago van accountants heeft immers de nodige klappen opgelopen en het lijdt geen twijfel dat binnen de accountantsorganisaties strenge compliance regels zijn afgevaardigd om nieuwe ongelukken te voorkomen. Een vrij natuurlijke reactie na wat er allemaal is gebeurd. Indien echter de lijnen van het nieuwe speelveld verder uitgekristalliseerd zijn zal ook hier met de tijd verandering in komen. Gezien de reacties op de stellingen van voornoemde bestuurders en de nieuwe wetgeving is het zover echter nog niet.