Ramaekers / ABN AMRO Bank
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
In een tussenarrest had het Hof reeds geoordeeld dat de
bank was tekortgeschoten in de nakoming van haar bijzondere
zorgplicht door niet onverwijld aan Ramaekers
mededeling te doen van het op 18 september 1998 bestaande
dekkingstekort uit hoofde van optieposities en
door niet toe te zien op maatregelen ter opheffing van dit
tekort. Vervolgens had het Hof partijen gelegenheid gegeven
om zich nader over de schade uit te laten. Het Hof
stelde nu dat het uitblijven
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
van maatregelen van de bank
na 18 september 1998 tot opheffing van het tekort voor
rekening van de bank kwam. Voor het nemen van dergelijke
maatregelen kon volgens het Hof worden uitgegaan
van een termijn van vijf werkdagen, te rekenen vanaf 18
september 1998, binnen welke termijn het ontstane tekort
had moeten zijn opgeheven. Deze termijn werd ook in de
toelichting bij artikel 28 lid 4 van de NR 1999 genoemd,
aldus het Hof. Weliswaar was deze regeling pas op 1 februari
1999 in werking getreden, maar volgens het Hof
was onweersproken gesteld dat deze regeling reeds circa
twee maanden vóór de tekortkoming van de bank openbaar
was gemaakt, terwijl de bank onvoldoende had bestreden
dat te dezen sprake was van een destijds reeds bestaande
norm, zodat deze regeling betekenis had voor
hetgeen van de bank mocht worden verwacht. Het Hof
bepaalde de geleden schade door een vergelijking van de
stand van zaken indien, de tekortkoming van de bank
weggedacht, de sluiting van posities had plaatsgevonden
op 25 september 1998 (vijf werkdagen gerekend vanaf 18
september 1998), met de feitelijke sluiting van de betrokken
optieposities op 1 en 2 oktober 1998. Het Hof oordeelde
tevens dat er geen grond was om ex 6:101 BW de
vergoedingsplicht van de bank te verminderen door de
schade gedeeltelijk voor rekening van Ramaekers zelf te
brengen. De bank had, door het op 18 september 1998
bestaande dekkingstekort niet onverwijld aan Ramaekers
mede te delen en hem niet tot opheffing van het tekort
aan te spreken, Ramaekers immers de mogelijkheid onthouden,
althans onvoldoende gelegenheid geboden, om
de door hem geleden schade te voorkomen of te beperken
door uiterlijk op 25 september 1998 zijn posities te
sluiten, terwijl de bank evenmin zelfstandig daartoe was
overgegaan, aldus het Hof.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.