Tijdschrift voor Financieel Recht 2005 nr. 6

Zaak X College van Beroep voor het Bedrijfsleven

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Hoger beroep van Rechtbank Rotterdam, 27 september 2002, JOR 2003/13. De AFM had aan appellanten verleende verklaringen voor het houden van een gekwalificeerd belang in een effecteninstelling van geen bezwaar ingetrokken, omdat zij volgens de AFM niet langer voldeden aan de eisen van betrouwbaarheid en deskundigheid (art. 10 Bte). Het hoger beroep richtte zich tegen het oordeel van de rechtbank dat er sprake was van ernstige tekortkoming in de ao/ic van de instelling waarin appellant 1

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

een belang had en dat appellanten 1 en 2 ernstige overtredingen hebben begaan bij privé-beleggingstransacties. Volgens het College had de AFM het niet doorlopend nummeren van ordertickets, het niet invullen van het tijdstip van orderaanname en het niet tijdig toewijzen van futures bij collect-orders terecht aangemerkt als gebreken in de ao/ic die afbreuk doen aan de deskundigheid van appellanten 1 en 2 als bestuurders van de betreffende instelling. Dergelijke gebreken schaden volgens de instelling het vertrouwen van beleggers in effecteninstellingen en van de handel in effecten. Het College voegde daaraan toe dat het beschikken over een deugdelijke ao/ic geen inspannings- maar een resultaatsverplichting is. De geconstateerde gebrekkigheid van de ao/ic duidde volgens het College meer op het gebrek aan deskundigheid dan op het gebrek aan betrouwbaarheid, maar ook dan had de AFM nog steeds met recht de verklaringen van geen bezwaar ingetrokken. De AFM had volgens het College wel terecht geoordeeld dat de betrouwbaarheid van appellanten 1 en 2 ernstig was aangetast door privé-transacties die gezien de aard (intradag-transacties in derivaten) en de omvang (300 resp. 1300 transacties per jaar) excessief en in hoge mate speculatief waren. Het College verwierp het verweer van appellanten dat zij dermate deskundig waren dat de transacties voor hen niet speculatief waren en overwoog dat deskundigheid de ernst van veelvuldige overtreding van het verbod op het verrichten van intradag- transacties door bestuurders van effecteninstellingen niet wegneemt of relativeert. Het College bevestigde de aangevallen uitspraak.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Betrouwbaarheid en deskundigheid bestuurders van effecteninstelling
Bron
JOR 2005/100
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/144

Verder in 2005 nr.6

 Wetsvoorstel Deel 2 Prudentieel Toezicht Wet op het financieel toezicht (II); Permanent toezicht op financiële ondernemingen

In het tweede deel1 van dit artikel over het wetsvoorstel Deel 2 Prudentieel Toezicht van de wet houdende 'Regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop (Wet op het fina...

 Implementatie van de prospectusrichtlijn: Wijzigingen van Wte 1995 en Bte 1995 (1)

Eindsprint naar 1 juli 2005. Onderwerp van dit artikel vormen de wijzigingen van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) en het Besluit toezicht effectenverkeer 1995 (Bte 1995) ter imple...

 'Veel verantwoordelijkheden betekent veel verantwoorden'; De verantwoordingsstructuur van de Autoriteit Financiële Markten (AFM)

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is een snel groeiende organisatie, zowel wat betreft het aantal taken en verantwoordelijkheden als het aantal medewerkers. In 2002, het jaar waarin effecte...

 Verscherpt integriteittoezicht in de financiële sector; Verscherpt integriteittoezicht door samenwerking met opsporings- en inlichtingendiensten

De financiële toezichtwetgeving is aan verandering onderhevig. Dat heeft enerzijds te maken met de gewijzigde institutionele vormgeving van het financiële toezicht dat werd ingeluid met de Nota ...

 De jaarverslagen 2004 van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank

Op 27 april 2005 presenteerde de Stichting Autoriteit Financiële Markten ('AFM') haar jaarverslag over 2004. Een maand later, op 26 mei 2005, volgde De Nederlandsche Bank N.V. ('DNB') met een ja...