Nederlands Tijdschrift voor Energierecht 2003 nr. 1

Verschillende netbeheerbedrijven / Directeur van uitvoering en toezicht energie

mr. P.J.M. Koning

Feiten en procesverloop Bij besluiten van 22 september 2000 heeft verweerder, de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie (verder: directeur van de DTe) voor alle elektriciteitsnetbeheerders een afzonderlijke ‘x-factor’, de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 41, eerste lid, Elektriciteitswet 1998, vastgesteld voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 2003. Tegen deze besluiten hebben appellanten bezwaar gemaakt. Bij besluiten van 21 september 2001 en 6 november

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

2001 heeft de directeur van de DTe beslist op deze bezwaren. Tegen deze besluiten op bezwaar hebben appellanten vervolgens beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Hangende deze procedure bij het CBb heeft de directeur van de DTe bij besluiten van 23 augustus 2002 de besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001 ambtshalve gewijzigd en opnieuw voor alle netbeheerders afzonderlijke x-factoren vastgesteld. Op 2 oktober 2002 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden, dat door het CBb beperkt was tot de vraag of (het huidige) artikel 41, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 toestaat dat het nettarief wordt berekend met toepassing van een kortingsfactor ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering, waarvan de omvang voor iedere netbeheerder afzonderlijk wordt vastgesteld. Beoordeling van het geschil Het CBb stelt allereerst vast dat, ingevolge het bepaalde in de artikelen 6:18 en 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht de beroepen geacht worden mede gericht te zijn tegen de besluiten van verweerder van 23 augustus 2002, waarbij verweerder de bestreden besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001 heeft gewijzigd en opnieuw voor de betrokken netbeheerders afzonderlijke x-factoren heeft vastgesteld. Gelet hierop kunnen appellanten niet geacht worden nog concreet belang te hebben bij beoordeling van de besluiten van 21 september 2001 en 6 november 2001; daarom wordt hun beroep, voorzover het gericht is tegen deze besluiten, niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens oordeelt het College dat het vaststellen van afzonderlijke x-factoren voor de verschillende netbeheerders in strijd is met artikel 41 van de Elektriciteitswet 1998. Om die reden verklaart het de beroepen voorzover gericht tegen de besluiten van 23 augustus 2002 gegrond, vernietigt laatstgenoemde besluiten en draagt de directeur van de DTe op om opnieuw op de bezwaren te beslissen. Commentaar Deze uitspraak van het CBb is de zoveelste aflevering in een dossier dat onlangs al is aangeduid als de ‘x-files’1. De onderhavige uitspraak van 13 november 2002 was echter niet zo’n grote schok als de uitspraak van het CBb van 6 februari 2002 over de x-factor voor de leveringstarieven. Zoals uitvoerig uiteengezet in het eerste nummer van het NTE2 kwam het op 6 februari 2002 voor velen als een verrassing dat het CBb oordeelde dat de wet een uniforme doelmatigheidskorting vereiste (in plaats van de door de DTe gehanteerde afzonderlijke kortingen). Dat dit aspect vóór 6 februari 2002 niet zoveel aandacht had, wordt bijvoorbeeld geïllustreerd door het feit dat in de beroepschriften in de onderhavige zaak, die alle van vóór de CBb-uitspraak van 6 februari 2002 dateren, slechts één appellant heeft gerefereerd aan het punt van een uniforme tegenover een afzonderlijke korting. Van de drie punten die aan de orde waren in de CBbuitspraak van 6 februari 2002 (een uniforme korting of een per netbeheerder verschillende; een korting voor langere tijd of per kwartaal; een enkelvoudige of samengestelde korting) is bij de x-factor voor elektriciteitsnetbeheerders alleen het eerste punt van belang. Het CBb heeft zich dan ook op deze vraag geconcentreerd. Oordeel Centraal in deze zaak staat artikel 41 Elektriciteitswet 1998. Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat de directeur van de DTe ‘de [net]tarieven, die kunnen verschillen voor de verschillende netbeheerders,’ vaststelt met toepassing van de ‘cpi – x’-formule. De ‘x’ uit deze formule is ‘de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders’. De beroepen in deze zaak waren gericht tegen de besluiten van de directeur van de DTe waarin hij voor de betrokken netbeheerders die x-factor heeft vastgesteld. De directeur van de DTe had daarbij voor iedere netbeheerder een afzonderlijke korting vastgesteld. Het College oordeelt in de onderhavige uitspraak dat zulke afzonderlijke x-factoren voor de verschillende netbeheerders in strijd zijn met de wet. De beroepen zijn daarom gegrond en de besluiten van 23 augustus 2002 dienen te worden vernietigd. Dit oordeel is als volgt opgebouwd. Allereerst overweegt het CBb dat uit de tekst van artikel 41 niet blijkt dat de korting (de x-factor) per netbeheerder kan verschillen. Bij de tarieven (meervoud!) wordt immers wel vermeld dat deze per netbeheerder kunnen verschillen, terwijl de x-factor wordt aangeduid als ‘de korting’ (enkelvoud!) zonder dat daar wordt aangegeven dat die korting per netbeheerder verschillend kan zijn. Vervolgens beschouwt het College het systeem zoals dat uit de artikelen 40 en 41 Elektriciteitswet 1998 naar voren komt. Kort gezegd3 houdt dit systeem in dat uitgegaan wordt van verschillende starttarieven voor de verschillende netbeheerders (in welke starttarieven de objectiveerbare verschillen tussen netbeheerders verdisconteerd kunnen worden) waarna de ontwikkeling van die tarieven in de tijd voor alle netbeheerders dezelfde zal zijn (namelijk een jaarlijkse verhoging met de inflatie (cpi) en een verlaging met ‘x’). Het CBb overweegt dan:4 ‘Nu de bewoordingen van de wet [… ] duidelijk zijn en bij toepassing ook niet tot onzinnige resultaten leiden, dient naar het oordeel van het College aan de aldus verstane betekenis van de wet te worden vastgehouden. Dat zou slechts anders kunnen zijn als uit de wetsgeschiedenis eenduidig zou moeten worden afgeleid, dat de wetgever op enig onderdeel een ander systeem voor ogen had dan bij eerste lezing uit de tekst naar voren lijkt te komen. Dan is onder omstandigheden een in zekere mate tekstcorrigerende interpretatie wellicht aangewezen [… ].’ Het College vindt in de wetsgeschiedenis, waaruit het in r.o. 2.1 enkele passages heeft aangehaald, echter een onvoldoende draagkrachtige basis om aan de tekst van de wet een andere interpretatie, namelijk dat de wetgever aan de directeur van de DTe de bevoegdheid heeft gegeven om per netbeheerder een afzonderlijke korting vast te stellen, te geven dan daarin los van de wetsgeschiedenis te lezen valt. In de wetsgeschiedenis zijn – volgens het CBb – weliswaar aanknopingspunten te vinden voor die andere interpretatie, maar daarin kan evenzeer gelezen worden dat de wetgever slechts een algemene kortingsbevoegdheid voor ogen stond en dat hij een gedetailleerde, individuele beoordeling van de netbeheerders onwenselijk achtte. Ook het door sommige partijen naar voren gebrachte argument dat, nu reeds een aantal beslissingen genomen is op grond van de door het College voor onjuist gehouden lezing, het voor partijen en derden te belastend zou zijn om deze beslissingen terug te draaien, kan het College niet overtuigen. Het ligt volgens het College immers op de weg van de wetgever om, zo hij dit wenst, op basis van een dergelijke zienswijze een oplossing te zoeken. Ten slotte faalt ook het verzoek dat sommige partijen hadden gedaan om, als het CBb zou oordelen dat artikel 41 Elektriciteitswet 1998 alleen een generieke korting zou toelaten, toch niet zonder meer tot vernietiging van de bestreden besluiten over te gaan, omdat daarmee een inbreuk zou worden gepleegd op het beginsel dat een partij door het instellen van een rechtsmiddel niet in een slechtere positie mag belanden dan waarin zij zich voor het instellen daarvan bevond. Het College overweegt hiertoe dat niet iedere appellant benadeeld zal worden door een oordeel dat alleen een generieke x-factor kan worden vastgesteld, en voorts dat pas van de nieuwe besluiten op bezwaar, die verweerder na vernietiging moet nemen, eventueel gezegd zou kunnen worden dat zij met bovengenoemd beginsel in strijd komen. Consequenties De directe consequenties van de onderhavige uitspraak zijn dat de DTe-besluiten van 23 augustus 2002, waarbij de afzonderlijke x-factoren zijn vastgesteld, zijn vernietigd en dat de directeur van de DTe nieuwe besluiten op bezwaar zal moeten nemen. Het huidige artikel 41 Elektriciteitswet 1998 laat – zo heeft het CBb bepaald – alleen een generieke korting toe, zodat nieuwe (kortings)besluiten op bezwaar met inachtneming van de CBb-uitspraak een generieke kortingsfactor zouden moeten inhouden. Dit zou betekenen dat de voor 2001, 2002 en 2003 genomen besluiten tot vaststelling van de nettarieven gebaseerd zijn geweest op een onjuiste (want individuele) x-factor. Eigenlijk zouden al deze tariefbesluiten dan ook vervangen moeten worden. Welke mogelijkheden er zijn om zulke nieuwe besluiten af te dwingen is beschreven in het eerste nummer van het NTE.5 Tot het hierboven geschetste scenario hoeft het waarschijnlijk echter niet te komen. Momenteel6 ligt er namelijk bij de Eerste Kamer een wetsvoorstel voor ‘reparatiewetgeving’ 7. De voorgestelde reparatiebepalingen dateren oorspronkelijk van na de uitspraak van het CBb van 6 februari 2002 over de x-factoren voor levering aan beschermde afnemers.8 De voorstellen lijken een indicatie dat na 6 februari 2002 door de regering (toch9) werd gevreesd dat het CBb ook voor de x-factoren voor de nettarieven zou oordelen dat deze volgens de wet uniform moeten zijn. Naar aanleiding van de onderhavige uitspraak van het CBb van 13 november 2002 is het wetsvoorstel weer aangepast.10 Voorzover hier relevant behelst het reparatiewetsvoorstel het volgende. Er zal een nieuw tweede lid worden ingevoegd in artikel 41 Elektriciteitswet 1998. Dit nieuwe tweede lid omschrijft het doel van de doelmatigheidskorting (de ‘x-factor’). Deze korting is – volgens het voorstel – enerzijds bedoeld om excessieve winsten van netbeheerders te voorkomen en richt zich anderzijds op het wegwerken van efficiencyverschillen tussen netbeheerders. Het huidige tweede lid van artikel 41 Elektriciteitswet 1998 zal vernummerd worden tot het derde lid en zal komen te luiden:11 ‘De directeur van de dienst stelt de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering telkens vast voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar. Voor iedere netbeheerder kan een afzonderlijke korting worden vastgesteld.’ De eerste wijziging is het toevoegen van ‘telkens’ aan de huidige tekst. Dit is noodzakelijk om ook voor de toekomst doelmatigheidskortingen vast te kunnen stellen en te kunnen hanteren. De tweede wijziging is het uitdrukkelijk bepalen dat voor iedere netbeheerder een afzonderlijke korting kan worden vastgesteld. Om de reparatie van de door de DTe gehanteerde praktijk compleet te maken, bepaalt het wetsvoorstel dat de wijziging van artikel 41 Elektriciteitswet 1998 in werking zal treden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2001, en die terugwerkende kracht zal ook gelden voor de besluiten tot vaststelling van de doelmatigheidskorting en van de tarieven die in 2003 genomen zullen (moeten) worden. Wanneer de directeur van de DTe zijn nieuwe besluiten op bezwaar pas hoeft te nemen nadat het reparatiewetsvoorstel is aangenomen en in werking is getreden, zal hij dus min of meer soortgelijke kortings- en tariefbesluiten kunnen nemen als die hij vóór de onderhavige CBb-uitspraak genomen had. Nu het CBb de directeur van de DTe geen (uiterste) termijn gegeven heeft waarbinnen deze met zijn beslissingen op bezwaar moet komen, valt te verwachten dat de directeur van de DTe de inwerkingtreding van de reparatiewetgeving zal afwachten. In zijn nieuwe besluiten zal de directeur van de DTe natuurlijk wel de door appellanten ingebrachte bezwaren moeten meenemen (het betreft immers besluiten op bezwaar!). De directeur van de DTe is trouwens wel ‘gebonden’ aan de gewone beslissingstermijn voor besluiten op bezwaar zoals geregeld in artikel 7:10 Algemene wet bestuursrecht. Zodra deze termijn verlopen is, zou een van de bezwaarmakers op grond van artikel 6:2, onderdeel b, Algemene wet bestuursrecht wederom in beroep kunnen gaan bij het CBb, nu tegen het niet tijdig nemen van het besluit op bezwaar. In deze nieuwe beroepsprocedure zou het CBb ook verzocht kunnen worden een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed dat vereist; zo’n verzoek kan trouwens ook hangende de bezwaarprocedure gedaan worden (artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht). Men kan zich overigens afvragen of er van onverwijlde spoed sprake is, nu de onderhavige procedure al enige jaren voortduurt. Aan de andere kant is er momenteel een zeer onduidelijke situatie (een ‘x-vacuüm’) die om een spoedige oplossing vraagt. Overigens bevat het reparatiewetsvoorstel ook een wijziging van artikel 80 Gaswet, het artikel dat de vaststelling regelt van de tarieven voor transport van gas dat bestemd is voor levering aan beschermde afnemers of (per 2004) voor afnemers die jaarlijks per aansluiting minder dan 170 000 m3 gas verbruiken. Artikel 80 Gaswet zal op soortgelijke wijze gewijzigd worden als artikel 41 Elektriciteitswet 1998. Slot In zijn uitspraak van 13 november 2002 heeft het CBb voor de doelmatigheidskorting voor de netbeheertarieven de lijn doorgezet uit zijn uitspraak van 6 februari 2002 over (de doelmatigheidskorting voor) de tarieven voor elektriciteitslevering aan beschermde afnemers. Het huidige artikel 41 Elektriciteitswet 1998 staat slechts een generieke doelmatigheidskorting toe. Met de onderhavige CBb-uitspraak is de door de DTe gehanteerde reguleringspraktijk voor netbeheerders op losse schroeven komen te staan. Deze praktijk kan echter alsnog – achteraf – gelegaliseerd worden indien het reparatiewetsvoorstel aangenomen zal worden en (met terugwerkende kracht) in werking zal treden. Het is echter maar de vraag of het ‘x-files’-dossier binnenkort gesloten kan worden. Vanuit de DTe zijn inmiddels immers voorstellen gedaan om ook het aspect kwaliteit te gaan betrekken in de regulering van de nettarieven. Waarschijnlijk noodzaken die plannen van de DTe weer een nieuwe aanpassing van de wetsartikelen die de tariefvaststelling voor netbeheerders regelen. Het is te hopen dat voor die wetswijziging niet eerst het CBb in actie hoeft te komen. H.P.A. Knops

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Auteurs
mr. P.J.M. Koning
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Bron
nrs. AWB 01/841, 01/847 tot en met 853, 01/955 en 01/956 gevoegd behandeld; LJN-nr. AF0508
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:NTE/1837

Verder in 2003 nr.1

 TenneT als laatste vangnet voor kleinverbruikers in een geliberaliseerde markt; Enkele juridische beschouwingen over de keuze van de supplier of last resort

Volgens de huidige plannen zullen per 1 januari 2004 kleinverbruikers de vrijheid krijgen hun eigen energieleverancier te kiezen. Leveranciers zullen moeten gaan concurreren om de gunst van de k...

 Regulering en conflicten rondom landsgrensoverschrijdende elektriciteitsnetten

De landsgrensoverschrijdende elektriciteitsnetten zijn van cruciaal belang voor liberalisering op Europese schaal: ze vormen als het ware de snelwegen waarover buiten Nederland opgewekte of inge...

 Verslag NeVER-bijeenkomst 17 december 2002

Voordracht Andrew Tucker Watchdog or regulator? Met deze woorden begon Andrew Tucker, advocaat bij Norton Rose, zijn presentatie over ‘The roles and powers of regulators in the energy sectors i...

 Actualiteiten en signaleringen

Rapporten en overige publicaties In deze rubriek worden jaarverslagen, rapporten en overige publicaties besproken die inzicht bieden in de energiesector c.q. de ontwikkelingen van het energier...

 Actualiteiten en signaleringen

Artikelen in andere tijdschriften Met deze rubriek wordt beoogd een overzicht te bieden van artikelen over aspecten van het energierecht in andere tijdschriften, zowel Nederlandse als buitenla...

 Actualiteiten en signaleringen

Boekbesprekingen In de rubriek boekbesprekingen worden steeds één of meerdere boeken besproken. Voor dit nummer zijn meerdere boeken en rapporten gekozen die betrekking hebben op de implementa...