Tijdschrift voor Levensmiddelenrecht Recht en beleid in de agri-food keten 2025 nr. 2

Redactioneel

prof.dr. B.M.J. van der Meulen en mr. S.A. Gawronski M.Jur Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

Macht en visie

 

Rond de samenstelling van de huidige Europese Commissie heeft het beeld postgevat dat de verdeling en toedeling van portefeuilles in belangrijke mate werd ingegeven door de wens de positie van de Commissievoorzitter te versterken.1 Het is nog niet uitgekristalliseerd wat de opdeling precies betekent van het voedingspakket tussen Commissaris Christophe Hansen, commissaris voor Landbouw en Voedsel en Commissaris Olivér Várhelyi, commissaris voor Gezondheid en Dierenwelzijn. Het levensmiddelenrecht lijkt vooralsnog onveranderd vooral belegd te zijn bij het Directoraat-Generaal Gezondheid en Voedselveiligheid (Sante) onder Várhelyi. Op 19 februari 2025 heeft de Europese Commissie echter een Visiedocument gepubliceerd voor landbouw en voedsel dat de voorbode van een omslag zou kunnen zijn.2 Vanwege de toon en inhoud lijkt dat document vooral uit de hoek van DG Agri te komen. Dat DG lijkt het voortouw in het voedselbeleid te claimen ten koste van DG Sante. Het nieuwe voedselbeleid is naar wij uit dit document opmaken vooral agrarisch beleid.

Bij lezing van het visiedocument wordt onmiddellijk duidelijk dat met de boerenprotesten gedurende de periode van de eerste Commissie Von der Leyen een taal is gevonden die de Commissie verstaat en die zij voldoende respecteert om die ter harte te nemen. Het belang van de agrarische bevolking en van het platteland heeft een centrale plaats in het visiedocument. De bekritiseerde thema's uit het oude beleid zijn naar de achtergrond geschoven. Geen woord meer over de Green Deal. Geen woord meer over de Farm-to-fork strategie. Is het beleid van de eerste Commissie Von der Leyen voor de agro-food sector daarmee stilzwijgend ten grave gedragen? Ons bekruipt het gevoel van wel, al is dat nog niet helemaal zeker. Zo wordt nog wel naar de doelstelling verwezen dat de EU in 2050 klimaatneutraal zal zijn.

Doelstellingen in de Farm-to-fork strategie waren concreet en meetbaar. Vóór 2030: reductie van het pesticidegebruik met 50%; reductie van nutriëntenverlies (uitspoeling in de bodem en het oppervlaktewater) met 50% leidend tot 20% minder gebruik van meststoffen; reductie van 50% van de verkoop van antimicrobiële middelen voor gebruik in de veeteelt en de aquacultuur; en een toename van het aandeel van de biologische landbouw in het landbouwareaal in de EU tot 25%.3

Antimicrobiële middelen worden in de Visie voor landbouw en voedsel in het geheel niet genoemd; de andere doelstellingen slechts ter zijde. Groei van de biologische sector wordt genoemd als een observatie, niet als een doel. De visie onderstreept wel het belang van een gezonde bodem: "Daarom zal de Commissie landbouwpraktijken stimuleren en ondersteunen die de bodemgezondheid herstellen, in stand houden of verbeteren. Voortdurende steun voor biologische landbouw blijft essentieel, terwijl andere geïntegreerde benaderingen verder kunnen worden aangemoedigd." Het klinkt vriendelijk jegens de biologische landbouw, maar komt in wezen tegemoet aan de kritiek op de Farm-to-fork strategie dat het niet aan de Unie is specifiek voor biologisch te kiezen als aanbevolen groene praktijk.

Over nutriënten wordt het volgende gezegd: "Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan een beter nutriëntenbeheer op bedrijfsniveau en meer circulariteit van nutriënten. Daarbij moet voorrang worden gegeven aan het aanpakken van hotspots van nutriëntenverontreiniging en aan het bevorderen van een geïntegreerde territoriale benadering. Een belangrijk aspect hiervan is het beheer en de controle van nutriënten uit de veehouderij om negatieve externe effecten te beperken, extensivering in regio's met een hoge veeconcentratie te ondersteunen en circulariteit te bevorderen, wat het gebruik van anorganische meststoffen kan helpen verminderen." De overweging is te kort voor een eenduidige interpretatie. Bij een welwillende lezing zou sprake kunnen zijn van een nadere invulling van de Farm-to-fork strategie. Bij een minder welwillende lezing zou sprake kunnen zijn van afschuiven van de verantwoordelijkheid die de Unie op zich had genomen naar de individuele bedrijven.

Het meest concreet is de visie over "de ambitie van de EU om het gebruik van schadelijke pesticiden te verminderen." Deze ambitie wordt bijna met zoveel woorden teruggenomen: "De invoering van alternatieven in de vorm van biologische of innovatieve gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico houdt echter geen gelijke tred met het uit de handel nemen van werkzame stoffen op de EU-markt. Als deze trend zich voortzet, kan dit van invloed zijn op het vermogen van de EU om de voedselproductie te waarborgen. De Commissie zal daarom elk verder verbod op pesticiden zorgvuldig bekijken als er nog geen alternatieven beschikbaar zijn, tenzij het bestrijdingsmiddel in kwestie een bedreiging vormt voor de menselijke gezondheid of voor het milieu waarop de landbouw steunt voor zijn levensvatbaarheid."

Als de Farm-to-fork doelstellingen al niet geheel zijn verlaten, dan zijn zij tenminste ver teruggeschroefd.

Wat wil Von der Leyen II blijkens het visiedocument dan wel? In haar eigen woorden wil zij vier dingen:

  1. Een aantrekkelijke sector ontwikkelen die een redelijke levensstandaard waarborgt en nieuwe inkomenskansen benut
  2. Een concurrerende en veerkrachtige sector in het licht van mondiale uitdagingen
  3. Toekomstbestendig maken van de agrovoedingssector, die nauw verbonden is met de natuur
  4. Voedsel naar waarde schatten en billijke levens- en arbeidsomstandigheden in levendige plattelandsgebieden bevorderen

De Commissie beperkt zich in hoofdzaak tot algemeenheden met betrekking tot de vraag hoe zij één en ander wil realiseren – behalve dan door dialogen en platforms. Zij haalt onder meer de dereguleringsambitie van stal met het oog op: "complexe regelgevingseisen die kunnen leiden tot verstikkende administratieve lasten". "De Commissie zal een ongekende inspanning tot vereenvoudiging leveren". De Commissie belooft in het tweede kwartaal van 2025 (dus ongeveer nu) een voorstel te doen "voor een alomvattend vereenvoudigingspakket voor het huidige wetgevingskader voor de landbouw". "De nadruk zal liggen op elementen die landbouwers en levensmiddelen- en diervoederbedrijven helpen concurrerender en veerkrachtiger te worden, ook in het licht van geopolitieke schokken en wereldwijde concurrentie."

Het voert te ver alle punten te bespreken. We pikken er een paar uit. Tegen de achtergrond van het mededingingsrecht, is bijvoorbeeld de volgende gedachte interessant. Uit een oogpunt van een eerlijke en billijke voedselketen, zegt de Commissie: "Ten eerste moeten landbouwers betere inkomsten uit de markt halen, zodat ze de nodige investeringen kunnen doen om hun bedrijf toekomstbestendig en veerkrachtiger te maken. Een voorwaarde hiervoor is dat de huidige onevenwichtigheden in de voedselketen worden gecorrigeerd, want daar hebben een oneerlijke verdeling van inkomsten, risico's en de last van kosten vaak onevenredig grote gevolgen voor de primaire producenten. Praktijken waarbij landbouwers systematisch gedwongen worden onder de kostprijs te verkopen, worden niet getolereerd."
"De eerste stappen zijn al gezet om de situatie opnieuw in evenwicht te brengen en de regels tegen oneerlijke handelspraktijken gemakkelijker te handhaven met de voorstellen die de Commissie op 9 december 2024 heeft vastgesteld.4 Daarmee wordt de positie van de producenten bij de onderhandeling over en de afsluiting van contracten verbeterd en worden landbouwers beter beschermd tegen oneerlijke handelspraktijken."
"Zoals is voorgesteld in de strategische dialoog, moet de positie van landbouwers in de waardeketen ook worden versterkt door hen aan te moedigen zich aan te sluiten bij coöperaties en/of verenigingen om de kosten te verlagen, de efficiëntie te verhogen en de prijzen op de markt te verbeteren. In dit verband steunt het GLB landbouwers al."
"Bovendien is transparantieover de wijze waarop kosten en marges in de voedselketen worden gevormd en gedeeld, een belangrijk element om vertrouwen en billijkheid te stimuleren. De Commissie zal de transparantie in de hele voedselketen verder vergroten, onder meer via het nieuwe EU-waarnemingscentrum voor de agrovoedingsketen, dat indicatoren voor de prijsvorming in de voedselketen zal opstellen en publiceren als leidraad voor verdere maatregelen."

Ook wil de Commissie de focus van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid verschuiven van voorwaarden naar stimulansen.

De Commissie maakt zich sterk voor nieuwe veredelingstechnieken hoewel het wetgevingsproces muurvast lijkt te zitten: "Innovatie op het gebied van plantenveredeling, waaronder het gebruik van biotechnologische instrumenten zoals nieuwe genomische technieken (NGT's), is cruciaal om de ontwikkeling van klimaatbestendige, hulpbronnenbesparende, voedzame en hoogproductieve rassen te versnellen en zo bij te dragen tot de voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit van de EU. NGT's kunnen ook micro-organismen opleveren met een positief effect op de landbouwproductie, bijvoorbeeld omdat minder anorganische meststoffen nodig zijn." "Om de vruchten van deze innovaties te plukken, is een ondersteunend EU-regelgevingskader nodig. Dit zorgt ook voor een gelijk speelveld met een toenemend aantal derde landen waar de wetgeving momenteel wordt aangepast of reeds is aangepast. Daarom is het van bijzonder belang de wetgevingsprocedure voor het NGT-voorstel van de Commissie af te ronden en de wetgeving snel uit te voeren."

Nog één puntje willen we er uitlichten omdat het ons intrigeert. De visie maakt melding van een "recht om te blijven", ook geformuleerd als "het recht om op het platteland te blijven", en in termen van "behoefte aan een daadwerkelijk recht om te blijven voor alle Europese burgers." In de Engelstalige versie staan deze rechten ook in de Visie zelf tussen aanhalingstekens alsof het gevestigde begrippen zouden zijn. Als dat zo is, dan hebben wij even iets gemist. De Commissie concretiseert het onder meer als volgt: "Het recht om te blijven kan worden toegepast op de vestiging van jonge landbouwers die op hun grondgebied willen blijven en aan landbouw willen doen." Wat is dit voor een recht? Waar is het vastgelegd? Door wie kan het worden ingeroepen? Hoe kan het worden gehandhaafd? Voor ons zijn dit voorlopig open vragen.

Aan ronkende retoriek ontbreekt het niet in de Visie voor landbouw en voedsel: "Aan de Europese voedselzekerheid, -veiligheid en -soevereiniteit mag niet getornd worden." Maar als het gaat om het maken van keuzes, zien wij de Commissie vooral op haar schreden terugkeren. Enige koersvastheid kunnen wij niet ontdekken. Wel een verschuiving van poppetjes. In het Europese levensmiddelenrecht dient zich een machtsverschuiving aan van volksgezondheid naar landbouw. Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar de BSE crisis. De Europese Commissie had in die mate gefaald dat in het Europese Parlement een motie van wantrouwen werd ingediend. Vervolgens vermocht de Europese Commissie een hervorming van het levensmiddelenrecht door te voeren die kort voordien ondenkbaar was geweest. Wat is dat toch dat kritiek macht geeft en niet ontneemt zoals je zou verwachten? Wat ons niet doodt maakt ons sterker? Of is Commissaris Várhelyi als vertrouweling van Orban binnen de EU te kwetsbaar om met succes voor DG Sante te kunnen opkomen?

 

In dit nummer biedt ons Tijdschrift nog geen antwoorden op deze vragen. Wat het nummer wel biedt, is discussie en analyse. De thema's snoep, gezonde voeding en marketing staan centraal in het artikel van Lieke Prinsen over reclame voor snoepgoed en het gebruik van kinderidolen en in de column van Frank Linders van Foodwatch. Het thema additieven, technische hulpstoffen en (andere) functionele ingrediënten staat centraal in het verslag van de studiemiddag van de NVLR. Pippa Minke, Elise Dirkse en Silvia Gawronski schreven een nieuwe kroniek over de ontwikkelingen in het afgelopen jaar in het biologische levensmiddelenrecht. Jorge Freddy Milian Gómez trakteert ons op wat zomaar de eerste beschrijving in de wereld zou kunnen zijn van het Cubaanse levensmiddelenrecht. Cuba is interessant omdat het zich ten gevolge van internationale boycots in isolement heeft ontwikkeld op economisch, politiek en juridische terrein. Des te interessanter is het om te zien dat de antwoorden die de wetgever in Cuba heeft gegeven op voedingsgerelateerde vragen vaak herkenbaar zijn. Ook interessant is dat de observatie dat Cuba als zodanig geen levensmiddelenrecht kent, wordt gevolgd door een pagina's lange beschrijving van dit recht. Dit onderstreept de relevantie van het onderscheiden tussen levensmiddelenrecht als een door de wetgever benoemd terrein en het functionele rechtsgebied van academisch onderwijs en onderzoek naar alles wat het recht heeft te bieden dat van specifiek belang is voor de voedingssector.5  Jurian Langer presenteert een nieuwe rubriek van zaken die in de pijplijn zitten voor Europese rechtspraak. Welke levensmiddelenrechtelijk relevante vragen liggen voor in prejudiciële procedures of in (hoger) beroep bij de rechters in Luxemburg? Het nummer besluit met de evenementenagenda. Het levensmiddelenrecht is ook een gemeenschap. Er zijn talloze mogelijkheden elkaar te ontmoeten. Aarzel niet ook uw evenement bij ons aan te melden.

 

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof.dr. B.M.J. van der Meulen en mr. S.A. Gawronski M.Jur
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvL/18637

Verder in 2025 nr.2

 Cuban Food Law

Legal foundations, challenges and perspectives Food law in Cuba has been transformed in recent years since the constitutional reform of 2019. In this sense, for the first time, from a legal point o...

 Kroniek Biologisch Levensmiddelenrecht 2024

Dat het biologisch levensmiddelenrecht zich blijft ontwikkelen, is ook na ons overzicht van de stand van zaken in de eerste editie van het Tijdschrift voor Levensmiddelenrecht begin 2024 weer geble...

 Redactioneel

Macht en visie   Rond de samenstelling van de huidige Europese Commissie heeft het beeld postgevat dat de verdeling en toedeling van portefeuilles in belangrijke mate werd ingegeven door de ...

 Kinderidolen & snoepgoed: een verboden combinatie

Kindermarketing met betrekking tot (ongezonde) voedingsmiddelen staat steeds vaker ter discussie. De Reclame Code Commissie benadrukt in recente uitspraken het absolute verbod op het gebruik van ki...