Pandrecht in de agrarische sector
Mr. W.H.G.A. Filott
Iedere onderneming, dus ook een agrarische, heeft middelen nodig om te kunnen
produceren. Deze middelen kunnen worden onderverdeeld in vlottende activa, materiële
vaste activa, financiële vaste activa en immateriële vaste activa. Tot de vlottende
activa worden gerekend: geldmiddelen in contanten, tegoeden op bankrekeningen,
vorderingen op debiteuren, grondstoffen, vooruitbetalingen op voorraden, halffabrikaten
en voorraden gereed product (art. 2:364, lid 3 BW). Materiële vaste activa zijn
machines, inventaris, transportmiddelen, gebouwen en grond (art. 2:366 BW). Financiële
vaste
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
activa zijn onder meer aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen
van deelneming in groepsmaatschappijen, andere deelnemingen, vorderingen op groepsmaatschappijen,
overige vorderingen en overige effecten (art. 2:367 BW). Onder
immateriële vaste activa vallen onder meer oprichtingskosten, verwervingskosten,
vergunningen, rechten van intellectuele eigendom zoals kwekersrecht en goodwill
(art. 2:365, lid 1 BW).
Om deze middelen te kunnen ontwikkelen, kopen, in stand te houden en bij groei
van de onderneming uit te breiden, is geld nodig. Dat geld kan afkomstig zijn van de
onderneming zelf. Bij agrarische ondernemingen, die veelal als eenmansbedrijf of als
maatschap worden geëxploiteerd, is dat zogenaamde eigen vermogen vaak afkomstig
van de ondernemer(s) in privé. Bij een besloten vennootschap bestaat het eigen vermogen
uit aandelenkapitaal, reserves en niet verdeelde winsten (art. 2:373 BW). Voor
zover een onderneming gefinancierd wordt met gelden van derden is er sprake van
vreemd vermogen. Vreemd vermogen bestaat uit het totaal van afzonderlijke vorderingen
die te eniger tijd terugbetaald moeten worden. Vreemd vermogen kan zich in
allerlei varianten voordoen, variërend van een achtergestelde geldlening door vader
verstrekt aan zijn zoon ter gelegenheid van de overname van het agrarisch bedrijf tot
een bancaire geldlening, gesecureerd door een borgtocht van het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw. Het is gebruikelijk bij vreemd vermogen onderscheid te maken
naar gelang de tijd dat het ter beschikking staat van de onderneming. Men spreekt van
kort vreemd vermogen indien de vordering door de crediteur op korte termijn
opgeëist kan worden (bijv. leverancierskrediet). Bij lang vreemd vermogen is de
onderneming met de crediteur overeengekomen dat de vordering pas gespreid in tijd
of na een lange periode terugbetaald hoeft te worden (bijv. een hypothecaire geldlening).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.