Wetgeving en literatuur
ir. S. Bezemer
Europees agrarisch recht
Melkleasen
Bij brief van 24 september 2003 geeft de
minister een uiteenzetting van het beleid voor
het melkleasen (TK 2003-2004, 28 625, nr. 10).
De minister gaat daarbij onder meer in op: de
afspraken uit het Algemeen Overleg van
23 juni 2003 m.b.t. de overgangstermijn van
drie jaar en de vergoeding voor de pachter bij
opzegging van een pachtovereenkomst; het
besluit van de Landbouwraad over onder
meer een nieuwe verordening voor de
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
melkquotering,
waarin wordt bepaald dat voortaan
nog slechts een deel van het quotum mag
worden verhuurd; de nationale invulling van
de nieuwe verordening in een nieuwe regeling
superheffing; en, de situatie rond het melkleasen
in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland.
Hoofdpunten van de systematiek rond
het melkleasen in de nieuwe regeling superheffing
zijn de volgende:
– Het deel van het quotum dat (structureel)
mag worden verhuurd, bedraagt 30%.
– M.i.v. 1 april 2004 dient een producent ten
minste 70% van zijn melkquotum te benutten
door zelf melk te produceren en op de markt
te brengen.
– Van degene die in een heffingsperiode minder
dan 70% van zijn quotum produceert,
vervalt conform de Verordening het onbenut
gelaten deel van het quotum aan de nationale
reserve.
– Een melkveehouder die tijdelijk helemaal
stopt met melken of – thans ingeval van een
totaalverhuurder – niet per 1 april 2004 direct
met melken begint, raakt na de eerste heffingsperiode
(van 1 april 2004 t/m 31 maart
2005) zijn gehele quotum kwijt aan de nationale
reserve. Als hij echter binnen 24 maanden
nadien (voor 31 maart 2007) weer begint met
melken, dan kan hij het quotum op verzoek
en onder voorwaarden weer terug krijgen.
– Een melkveehouder die gaat stoppen met
melken kan in het quotumjaar waarin hij
stopt het quotum onbenut laten, als hij het
quotum maar uiterlijk in december van dat
jaar verkoopt.
Zie ook:
– Aanhangsel Hand. TK 2003-2004, nr. 53,
Vragen van het lid Van den Brink (LPF) aan
de minister van LNV over een overgangsregeling
voor melkverleasers (ingezonden: 11 september
2003); antwoord: In de nog vast te
stellen EG-verordening zal hiervoor een permanente
voorziening worden getroffen. Op
basis van de voorliggende EG-verordening
voor melkquotering, waarover de Landbouwraad
binnenkort een definitief besluit zal
nemen, wordt het straks voor een melkproducent
mogelijk om gedurende bijna drie aaneengesloten
perioden van 12 maanden geen
melk op de markt te brengen. Hij raakt dan
weliswaar zijn quotum kwijt aan de nationale
reserve, maar behoudt recht op ten minste een
deel van zijn quotum, mits de betrokken producent
voor het einde van de periode van
24 maanden na verval van het quotum aan de
nationale reserve zijn bedrijf weer hervat en
derhalve actief wordt als melkproducent.
(26 september 2003)
– W. Hulshof, ‘De onverwachte fiscale gevolgen
van een melkmaatschap’, Land- en
Tuinbouw Bulletin september 2003/nr. 9, p. 4-
7 (de melkmaatschap kan wellicht worden
gebruikt als vervanger van het verleasen van
melk; auteur bespreekt de mogelijke gevolgen
voor de inkomstenbelasting, de overdrachtsbelasting
en de omzetbelasting)
Parlementaria
– Landbouw- en Visserijraad, TK 2002-
2003, 21 501-32, nr. 40 (brief minister over de
vergadering van 22 juli 2003 te Brussel,
26 augustus 2003); nr. 41 (brief minister over
de informele Landbouw- en Visserijraad,
20 t/m 23 september 2003 in Taormina (Italië):
thema voor de informele raad is ‘De
Europese Unie en de ontwikkelingslanden na
Cancún. Gezamenlijke doelstellingen voor
het landbouwbeleid en de voedselzekerheid’;
verdere liberalisering van de wereldhandel
kan een stimulus zijn voor de sociale en economische
ontwikkeling van ontwikkelingslanden,
12 september 2003); TK 2003-2004,
21 501-32, nr. 43 (brief minister over de agenda
voor de Landbouw- en Visserijraad van
29 september 2003, 23 september 2003); nr. 44
(brief minister met verslag van de informele
bijeenkomst, 22 september 2003 te Taormina
(Italië), van de ministers van landbouw en visserij
uit de Europese Unie en de toetredende
landen, en de landbouwministers uit Bulgarije,
Roemenië, Turkije en Indonesië, vertegenwoordigers
van de FAO en van het Braziliaanse
ministerie van Voedselveiligheid; het
thema van de bijeenkomst was ‘De EU en de
ontwikkelingslanden na Cancún: gezamenlijke
doelstellingen voor landbouwbeleid, voedselzekerheid
en plattelandsontwikkeling’, 25 september
2003)
– Milieuraad, TK 2003-2004, 21 501-08,
nr. 169 (brief minister en staatssecretaris met
het verslag van de Informele Milieu- en Energieraad,
18 t/m 20 juli 2003 te Montecatini
(Italië), 23 september 2003)
– Verslag van de conferentie van de commissies
voor landbouw van de parlementen uit de
lidstaten van de EU, uit de kandidaat-lidstaten
en een delegatie van het Europees Parlement,
TK 2002-2003, 29 039, nr. 1 (verslag van
de conferentie van 19 mei 2003 te Athene,
waarin onder meer aan de orde kwam: de aanstaande
herziening van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) in het kader van
de Mid-Term Review; en de consequenties
voor het GLB van de toetreding van de kandidaat-
lidstaten tot de EU in 2004, 2 september
2003)
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.