Agrarisch grondbeleid: terugblik en vooruitzicht
prof. mr. P. de Haan
De organisatoren van dit afscheidssymposium hadden voor mij geen nostalgischer
onderwerp kunnen bedenken dan juist het agrarisch grondbeleid. Niet alleen ben ik
eind 1955 bij Beekhuis in Groningen afgestudeerd op de Wet Vervreemding Landbouwgronden
van 1953, ook mijn eerste publicaties als wetenschappelijk medewerker
in Wageningen gingen over respectievelijk het agrarisch erfrecht,1 de vervreemding
van landbouwgronden in Nederland en Duitsland,2 problemen van ruilverkavelingsrecht3
en het voorkeursrecht van de pachter bij afschaffing van de Wet Vervreemding
Landbouwgronden4.
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
De laatste titel van een artikel in 1961 duidt er al op, hoe omstreden
die slechts als tijdelijk bedoelde wet wel niet was. Je raakte in die tijd als
beoefenaar van het agrarisch recht als vanzelf verwikkeld in de rechtspolitieke strijd
over de grondpolitiek tussen liberalisme, socialisme en christen-democratie als hoofdstromingen
van de Nederlandse en trouwens ook West-Europese politiek. ‘Eigendomsverhoudingen
in driestromenland’ was later in 1979 de veelzeggende titel van
mijn bijdrage aan het nummer van A.R. Staatkunde bij het honderdjarig bestaan van
die partij.5
Onder agrarisch grondbeleid versta ik het overheidsbeleid met betrekking tot verwerving,
toedeling en beheer van landbouwgronden voor agrarische en semi-agrarische
doeleinden, waarbij onder de laatste met name agrarisch natuur- en landschapsbeheer
zijn te verstaan. Met de bosbouw inbegrepen beslaat de landbouw nog steeds meer
dan driekwart van het landelijk gebied. Als deelterreinen van dit agrarisch grondbeleid
zijn te onderscheiden het grondmarktbeleid incl. het pachtbeleid, het herverkavelingsbeleid
en het beleid ten aanzien van de agrarische bedrijfsopvolging en -beëindiging
met de daarmee verbonden waardebepaling van landbouwgronden, ook in
fiscale zin. Tussen die drie deelterreinen bestaat een rechtstreeks verband. Zo is herverkaveling
van landbouwgronden om de zoveel tijd nodig om de door een vrije
grondmarkt telkens opnieuw verslechterende verkaveling te herstellen. Denemarken
is er zelfs lang in geslaagd via een stringent grondmarktbeleid, waaronder een landbouwkundige
toetsing bij vervreemding en vererving, de verkaveling zodanig op peil
te houden, dat men het praktisch zonder ruilverkaveling kon stellen. Aan de andere
kant dreigt bij een schaarse grondmarkt, zoals in ons land, de prijs van landbouw-
grond zodanig te worden opgedreven dat de bedrijfsopvolging in hoge mate wordt
belemmerd. Trouwens het hele pachtvraagstuk is een gevolg van die schaarste en
pacht- en koopprijsbeheersing zijn in het begin van de Tweede Wereldoorlog dan ook
gelijktijdig gestart.
Ik zal nu achtereenvolgens de drie deelgebieden van het agrarisch grondbeleid
(grondmarktbeleid met inbegrip van het pachtbeleid, herverkavelingsbeleid en waardebepaling
bij opvolging en beëindiging) aan de orde stellen en daarbij telkens een
terugblik en een vooruitzicht proberen te geven, waarbij het eerste overigens gemakkelijker
is dan het tweede. Om te beginnen dus:
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.