Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2003 nr. 12

Wetgeving en literatuur

ir. S. Bezemer

Agrarisch milieubeleid Uitspraak Europese Hof Op 2 oktober 2003 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen uitspraak gedaan in de inbreukprocedure tegen Nederland (zaak C-322/00) betreffende de uitvoering door Nederland van de Nitraatrichtlijn. Met deze uitspraak is definitief vastgesteld dat Nederland zijn uit het EG-Verdrag voortvloeiende verplichtingen niet nakomt door onvoldoende uitvoering te geven aan de Nitraatrichtlijn. Het Hof stelt hiermee buiten twijfel dat een stelsel van verliesnormen ontoereikend is. Dit betekent dat

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

het Nederlandse mestbeleid op deze punten moet worden aangepast, zo schrijft de staatssecretaris van VROM aan de Tweede Kamer in een brief van diezelfde datum (TK 2003-2004, 26 729, nr. 58).. De uitspraak volgt de conclusie van de A-G van 7 november 2002. Het Hof oordeelt dat Nederland zijn uit de Nitraatrichtlijn voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen: 1. door geen voorschriften vast te stellen betreffende de minimum opslagcapaciteit van dierlijke mest op bedrijfsniveau; 2. door in zijn actieprogramma (in de wet) geen gebruiksnormen voor meststoffen op te nemen die gebaseerd zijn op een balans tussen de te verwachten stikstofbehoefte van de gewassen en de stikstoftoevoer naar de gewassen uit de bodem en uit bemesting; 3. door in zijn actieprogramma (in de wet) geen gebruiksnormen op te nemen waarbij het op of in de bodem brengen van dierlijke meststoffen wordt beperkt tot de in bijlage III, 1, punt 3, van de Nitraatrichtlijn genoemde hoe- veelheden per hectare per jaar (210 kg stikstof voor de periode tot 19 december 2002 en 170 kg stikstof voor de periode daarna); 4. door geen voorschriften vast te stellen omtrent de aanwending en gebruik van kunstmest, het toepassen van meststoffen in de nabijheid van waterlopen en het aanwijzen van steile hellingen, waarmee de afvoer van nutriënten naar het water op een aanvaardbaar niveau wordt gehouden; 5. door in zijn actieprogramma geen aanvullende of verscherpte maatregelen betreffende droge zandgronden op te nemen. De staatssecretaris schrijft dat het Nederlandse mestbeleid waarschijnlijk op de volgende punten moet worden aangepast: er zullen gebruiksnormen voor dierlijke meststoffen moeten komen en tevens gebruiksnormen voor de totale bemesting (daarbij gaat het naast dierlijke mest ook om kunstmest, overige meststoffen en bijdragen vanuit de bodem); en er moeten nadere maatregelen worden getroffen die eisen stellen aan de minimum opslagcapaciteit van dierlijke mest op individueel bedrijfsniveau. Voorts blijft aanvullend beleid voor uitspoelingsgevoelige gronden noodzakelijk. De eerste stap is nu het indienen van een nieuw actieprogramma voor de periode 2004- 2007, en wel vóór 20 december 2003. Op basis van dit actieprogramma zal begin 2004 een nieuw derogatievoorstel met wetenschappelijke onderbouwing bij de Commissie worden ingediend. Parlementaria – Mest- en ammoniakbeleid, TK 2003-2004, 24 445, nr. 66 (brief staatssecretaris VROM over de in het Agrarisch Dagblad gepubliceerde cijfers van VROM over het aantal veehouderijbedrijven in de voorstelde ammoniakzones, die afwijken van de cijfers in de brief van LNV/VROM van 12 september jl. (24 445, nr. 65), 20 oktober 2003) – Wijziging Meststoffenwet en Wet herstructurering varkenshouderij i.v.m. het schrappen van de tweede generieke korting en het aanbrengen van enkele praktische verbeteringen, EK 2003-2004, 28 818, nr. A (voorlopig verslag, 7 oktober 2003) – Toekomst milieuwetgeving, TK 2003-2004, 27 664, nr. 18 (brief staatssecretaris over de toegenomen uitvoer van afvalstoffen naar Duitsland, 14 oktober 2003) – Vierde Nationaal Milieubeleidsplan, TK 2003-2004, 27 801, nr. 23 (brief staatssecretaris met de kabinetsreactie op het advies ‘Naar nieuwe wegen in het milieubeleid’ van de WRR, 2 oktober 2003) – Implementatiewet EG-kaderrichtlijn water, TK 2003-2004, 28 808, nr. 6 (nota n.a.v. het verslag, 10 oktober 2003); nr. 7 (nota van wijziging: betreft nadere afstemming met het wetsvoorstel uitvoering Verdrag van Aarhus (28 835); verbetering in de bepaling t.a.v. de monitoring; termijnstelling t.a.v. de toekenning van de functie onttrekking van water t.b.v. de drinkwatervoorziening; duidelijker regeling van inwerkingtreding en overgangsrecht, 10 oktober 2003) – Waterbeleid, TK 2003-2004, 27 625, nr. 30 (brief minister over het niet structureel verlengen van het uitrijverbod van dierlijke mest: n.a.v. adviezen van de Technische Commissie Bodembescherming wordt geconcludeerd dat een structurele verlenging milieukundig en landbouwkundig ongewenst is. Milieukundig is het ongewenst omdat vanaf augustus een toenemende uitspoeling van nutriënten optreedt. Landbouwkundig is het ongewenst omdat na 1 september de mineralenbenutting laag is en omdat het vooral een probleem van mestopslagcapaciteit blijkt te zijn, waar ondernemers in bijzondere omstandigheden zelf voorzieningen voor kunnen treffen door deze mest zonodig elders op te slaan, 6 oktober 2003) – Vierde Nota Waterhuishouding, TK 2003- 2004, 26 401, nr. 33 (verslag algemeen overleg over baggerspeciedepot Koegorspolder, regierol VW bouwgrondstoffen en MER-procedure winning zand en grind in Klaverbankgebied, 16 oktober 2003) – Effectiviteit energiebesparingsbeleid in de glastuinbouw, TK 2003-2004, 28 780, nr. 5 (brief met een reactie op het onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB), 10 oktober 2003) – Aanhangsel Hand. TK 2002-2003, nr. 170, Vragen van het lid Van den Brink (LPF) aan de minister van LNV over het beëindigen van de toelating van een specifiek gewasbescher- mingsmiddel (ingezonden: 29 september 2003; antwoord: 21 oktober 2003) Literatuur – P. Houweling, ‘De keuze voor een algemene regel ingevolge artikel 8.40 Wm’, Milieu & Recht oktober 2003/nr. 10, p. 268-273 (kritische beschouwing m.b.t. het onderzoek van de Evaluatiecommissie Wet milieubeheer naar de werking van vergunningvervangende, algemene regels op grond van art. 8.40 Wm) Jurisprudentie – Hof Amsterdam 14 april 2003 (Wijziging tenlastelegging (naast handelen zonder vergunning toevoeging subsidiair handelen in strijd met vergunningvoorschriften) niet toegestaan; geen Wm-vergunningplicht; onvoldoende verzorging dieren; aanwezig hebben niet-geoormerkte runderen), Milieu & Recht oktober 2003/nr. 10, nr. 103 – ABRvS 11 december 2002 (Nb-wetvergunning veehouderij nabij beschermd natuurmonument), Milieu & Recht oktober 2003/ nr. 10, nr. 107 (m.nt. J.M. Verschuuren onder nr. 110) – ABRvS 19 maart 2003 (Nb-wetvergunning veehouderij nabij beschermd natuurmonument), Milieu & Recht oktober 2003/nr. 10, nr. 108 (m.nt. J.M. Verschuuren onder nr. 110) – ABRvS 9 april 2003 (Nb-wetvergunning veehouderij nabij beschermd natuurmonument), Milieu & Recht oktober 2003/nr. 10, nr. 109 (m.nt. J.M. Verschuuren onder nr. 110) – ABRvS 21 mei 2003 (Nb-wetvergunning veehouderij nabij beschermd natuurmonument), Milieu & Recht oktober 2003/nr. 10, nr. 110 (m.nt. J.M. Verschuuren) – ABRvS 25 juni 2003 (Lozingenbesluit open teelt en veehouderij. Verplichting meldingsformulier in te zenden; agrarische en huishoudelijke activiteiten; aansprakelijkheid voor lozingen van derden.), AB 11 oktober 2003, nr. 358 (m.nt. A. van Hall)

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Wet- en regelgeving
Auteurs
ir. S. Bezemer
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/4597

Verder in 2003 nr.12

 Grond in het agrarisch milieurecht

Mijn onderwerp voor deze middag luidt: grond en agrarisch milieurecht, ofwel in trefwoorden ‘grond – landbouw – milieu’. Ook ik was buitengewoon verrast dat dit onderwerp aan mij was toebedeeld, ...

 Landbouwgrond en ruimtelijke ordening

Het onderwerp dat mij in het kader van dit symposium is toebedeeld is ‘landbouwgrond en ruimtelijke ordening’. Ik ben van plan daartoe eerst terug te kijken hoe in de loop van ruim zestig jaar de...

 Agrarisch grondbeleid: terugblik en vooruitzicht

De organisatoren van dit afscheidssymposium hadden voor mij geen nostalgischer onderwerp kunnen bedenken dan juist het agrarisch grondbeleid. Niet alleen ben ik eind 1955 bij Beekhu...

 Minisymposium Grond voor Landbouw; conferentiecentrum De Wageningse Berg, 19 september 2003

1. Welkom en aanleiding Graag heet ik U allen van harte welkom bij dit minisymposium over Landbouw en Grond. U vormt bij en met elkaar het neusje van de zalm op het gebied van het agrarisch rech...

 Landbouwgrond en marktordening

Toen ik een maand of twee geleden de uitnodiging voor dit symposium ontving, was ik aanvankelijk aangenaam verrast. In de eerste plaats natuurlijk door de uitnodiging als zodanig. Maar vooral doo...