KRONIEK HINDERWET EN LANDBOUW
De opzet van deze kroniek is een periodiek overzicht te verschaffen van de Hinderwet-jurisprudentie, voorzover die voor de landbouw van belang is. Deze jurisprudentie wordt vrijwel volledig gevormd door de Kroon. De strafrechter wordt maar hoogst zelden met de praktijk van de Hinderwet geconfronteerd. Ook de Afdeling rechtspraak van de Raad van State heeft niet veel met de Hinderwet te maken, omdat tegen vrijwel alle besluiten gebaseerd op deze wet Kroonberoep openstaat. Alleen de Voorzitter van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
de Afdeling voor de geschillen van bestuur kan op grond van art. 60a Wet op de Raad van State oordelen over schorsingsverzoeken bij ingestelde Kroon-beroepen tegen besluiten over vergunningverlening of besluiten tot onmiddelijke sluiting van een inrichting wegens de aanwezigheid van levensgevaar of onduldbare hinder. De uitspraken van de Voorzitter dragen echter naar hun aard een incidenteel karakter en zullen daarom niet gauw voor vermelding in deze kroniek in aanmerking komen.
Overigens zal de werkzaamheid van de Voorzitter vooral bij sluitingen kunnen toenemen. De Invoeringswet van de Wet a.b. milieuhygiëne (wet van 13-6-1979 Stb. 1979. 443) brengt in art. II onderdeel J veranderingen aan in art. 28 Hinderwet. Zowel in gevallen waarin geen als waarin wel sprake is van levensgevaar of onduldbare hinder volgt, wanneer de inrichting niet beschikt over een toereikende vergunning of de voorwaarden niet worden nageleefd, een bevel tot sluiting. Tegen dit bevel staat volgens art. 29-5c (zoals gewijzigd door de Invoeringswet) beroep op de Kroon open. Van toepassing zijn de artt. 52-56 Wet a.b. milieuhygiëne. Dit beroep heeft geen schorsende werking meer. Voor schorsing moet men bij de Voorzitter zijn. Hij moet ook in deze gevallen het hiervoor niet bedoelde schorsingscriterium van art. 46-2 Wet a.b. milieuhygiëne hanteren. Geschorst wordt er. wanneer het gebruik maken van de beschikking voordat op het beroep is beslist, vanwege de daaraan verbonden kosten, dan wel wegens de daardoor veroorzaakte wijziging in feitelijke omstandigheden die bij de beslissing op het beroep een rol kunnen spelen, aanmerkelijke invloed kan hebben op die beslissing.
In deze kroniek zal ik dus vrijwel uitsluitend Kroonjurisprudentie vermelden. Daarbij kan ik mij niet beperken tot de uitspraken, die betrekking hebben op agrarische bedrijven. Ook jurisprudentie, die de toepassing van de Hinderwet in het algemeen betreft, is voor de landbouw van belang. Natuurlijk zal de relatie Hinderwet landbouw centraal staan. Tenslotte blijf ik de aanhangige wetswijziging volgen. De basis daarvoor ligt in het artikel 'De wijziging van de Hinderwet en de landbouw', gepubliceerd in De Pacht van sept. 1979. blz. 319.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.