CO2-opslag in Nederland: de nieuwe CCS-richtlijn, het huidige Nederlandse wettelijke kader, risico’s en aansprakelijkheid
mr. M.H. Koster*
In de strijd tegen klimaatverandering heeft de EU het
ambitieuze streven geuit om in 2050 de CO2-uitstoot
met 50% te verminderen t.o.v. 1990. Een dergelijke
vermindering van de CO2-uitstoot heeft directe gevolgen
voor de energievoorziening. Energie-efficiëntie en hernieuwbare
energiebronnen zijn op lange termijn de
meest duurzame oplossingen voor de continuïteit van de
energievoorziening en de strijd tegen klimaatverandering.
De CO2-emissies van de EU of de wereld kunnen
echter niet met 50% verminderen tegen 2050 indien
geen
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om
CO2 van industriële installaties af te vangen en op te
slaan in geologische formaties (Carbon Capture and
Storage – CCS); zoals kernachtig door de Europese
Commissie verwoord.
1. Inleiding
De Europese Commissie (‘Commissie’) heeft in haar mededeling
van januari 2007 de doelstelling geformuleerd om
binnen de EU de uitstoot van broeikasgassen (t.o.v. 1990)
met ten minste 20% te reduceren tegen 2020. De Europese
industrie krijgt daarmee het signaal dat de emissiehandel
ook na 2012 wordt voortgezet en zij wordt aangemoedigd te
investeren in uitstootbeperkende technologieën.1 Ongeveer
een jaar later – op 23 januari 2008 – is vervolgens de ontwerp
richtlijn betreffende de geologische opslag van kooldioxide
gepubliceerd2.3 Op 17 december 2008 heeft het
Europese Parlement (‘Parlement’) het in januari 2008 door
de Commissie voorgestelde Europese klimaat- en energiepakket
officieel aangenomen. In dat kader zijn door de
Commissie meerdere ontwerp-richtlijnen aan het Parlement
ter goedkeuring voorgelegd. Eén daarvan is de ontwerprichtlijn
betreffende geologische opslag van kooldioxide,
waarvan de tekst bij de vergadering van 17 december jl. door
het Parlement is vastgesteld (‘CCS-richtlijn’)4.
CCS is een proces waarbij CO2 die vrijkomt in een industrieel
proces wordt gescheiden, vervolgens wordt afgevangen,
gereed wordt gemaakt voor transport naar een locatie
waar deze kan worden opgeslagen met het doel deze gedurende
een lange periode te isoleren van de atmosfeer. Deze
opslag zou kunnen geschieden middels injectie in geologische
formaties, zoals gas- en olievelden of zoutcavernes en
-aquifers, maar bijvoorbeeld ook in de waterkolommen of
bodem van oceanen.
De CCS-richtlijn bevat bepalingen inzake de regulering van
geologische opslag van CO2, alsmede voorstellen tot wijzing
van een aantal andere richtlijnen, waaronder: de IPPCrichtlijn
5, de MER-richtlijn6, de Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn
7, de ETS-richtlijn8 en de Afvalstoffen-richtlijn9.
Een en ander heeft tot gevolg dat op communautair niveau
regelgeving zal worden ingevoerd die betrekking heeft op de
gehele CCS-keten (afvang, transport en opslag). Het lichaam van de CCS-richtlijn richt zich voornamelijk op de
regulering van de ondergrondse opslag van CO2. Dit artikel
richt zich eveneens op deze laatste fase van de CCS-keten, de
opslagfase, en de mogelijkerwijs daaruit voortvloeiende gevolgen
in de sfeer van risico’s en aansprakelijkheid. Hieronder
volgt eerst een korte inleiding over de beleidsmatige
achtergronden van CO2-opslag, gevolgd door een beschrijving
van de belangrijkste bepalingen uit de CCS-richtlijn.
Vervolgens zal het huidige Nederlandse juridische kader
rond permanente opslag van CO2 worden beschreven. Ten
slotte zal worden ingegaan op het aansprakelijkheidsregime
dat een rol kan spelen bij permanente opslag van CO2. Op
basis van het voorgaande zal worden besproken in hoeverre
de CCS-richtlijn reeds binnen het huidige Nederlandse wettelijke
kader past en welke zaken nadere implementatie behoeven.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.