Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2010 nr. 12

NB: Natuurbeschermingswet 1998 en bestaand gebruik

W.Bruil

In ABRS 31 maart 2010, LJN BL9656 oordeelt de Afdeling dat de uitzondering van de vergunningplicht voor bestaand gebruik zoals opgenomen in artikel 19d, derde lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) niet in strijd is met artikel 6, derde en vierde lid, van de HRL. Voortzetting van een bestaande veehouderij op basis van een oude milieuvergunning is daardoor bij uitzondering (onder door de wet gestelde eisen) mogelijk gedurende de periode totdat het eerste beheerplan

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

voor het desbetreffende Natura 2000-gebied onherroepelijk is, zonder dat daarnaast nog een vergunning uit hoofde van de Nbw 1998 nodig is. Deze uitzondering is evenwel niet van toepassing als het gebruik van een project afzonderlijk of in combinatie met andere projecten significante gevolgen kan hebben voor het desbetreffende Natura-2000 gebied. Ook over de uitzondering van de vergunningplicht voor bestaand gebruik zoals bedoeld in artikel 19d, derde lid, van de Nbw 1998 gaat: ABRS 31 maart 2010, LJN BL9657. In de lijn van eerdere jurisprudentie (ABRS 1 april 2009, Agr.r. 2009/5518, m. nt. D.W. Bruil) oordeelt de Afdeling: ‘Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in onder meer de uitspraken van 1 april 2009 in de zaken nrs. 200802600/1 en 200807857/1 is, anders dan het college betoogt, het bestaan van een vergunning krachtens de Wet milieubeheer niet relevant voor de vraag of een vergunning krachtens de Nbw 1998 is vereist en kan worden verleend en betekent het evenmin dat er vergunde rechten zouden zijn waarmee bij het verlenen van de vergunning krachtens de Nbw 1998 rekening zou kunnen worden gehouden. Er kan niet zonder meer worden aangenomen dat bij het verlenen van een vergunning op grond van de Wet milieubeheer, dezelfde activiteiten in dezelfde omvang ter beoordeling hebben gestaan. Gelet op het voorgaande heeft het college onvoldoende gemotiveerd waarom is uitgesloten dat de exploitatie van de varkenshouderij, afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten, geen significante gevolgen heeft voor het gebied Leenderbos en Groote Heide afgezet tegen de instandhoudingsdoelstellingen daarvan.’

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Actualia
Auteurs
W.Bruil
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Beheer landelijk gebied
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/8391

Verder in 2010 nr.12

 Dient de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet een

Bij de ingrijpende wijzigingen van de Successiewet per januari 2010 zijn, zoals eerder in dit blad beschreven, ook de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten gewijzigd. Wat daarbij gehandhaafd is, is dat ...

 De weke plekken van de Wabo

Met de inwerkingtreding op 1 oktober 2010 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), en van de daarmee samenhangende wijziging van een groot aantal andere wetten in het ...

 Natuur in de omgevingsvergunning: de provincie haakt aan...

De Wet algemene bepalingen (Wabo) is in werking getreden. De verwachtingen zijn enorm. Eindelijk is er één loket, één aanvraag, één vergunning en één procedure. De Wabo zal zorgen ...

 Wetgeving en literatuur

Algemeen Lancering nieuwe juridische dienst voor de agrarische rechtspraktijk In de Nederlandse land- en tuinbouw worden veel contracten tussen agrarische ondernemers met leveranciers of afneme...

 Registers jaargang 2010

I. Artikelen auteur titel pagina drs. E.J. Bennema Ondernemingsvormen in de landbouw 260 mr. P.P.A. Bodden De plattelandswoning in de Wet milieubeheer 193 mr. W.J. Bosma De Crisis- en herstelwe...