Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2010 nr. 12

Dient de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet een

prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg

Bij de ingrijpende wijzigingen van de Successiewet per januari 2010 zijn, zoals eerder in dit blad beschreven, ook de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten gewijzigd. Wat daarbij gehandhaafd is, is dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten alleen ten goede komen aan de bedrijfsopvolger zelf en niet ten voordele strekken van de niet-bedrijfsopvolgende erfgenamen. De staatssecretaris had echter in het vooruitzicht gesteld om op dit punt nader in te zullen gaan. Bij brief van 14 september 2010 (DB 2010/1764) is de Minister van Financiën

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

zijn destijds als staatssecretaris gedane toezegging nagekomen. Naast andere in de brief behandelde onderwerpen, komt in de brief het kopje voor: ‘BOR als boedelfaciliteit en Kamer informeren over de uitkomst’. Het gaat daarbij over de bedrijfsopvolgingsregeling en de vraag of deze niet slechts aan de bedrijfsopvolger, maar aan de boedel als zodanig (dus alle erfgenamen) ten goede zou dienen te komen. Een geluid dat al eerder is gehoord en waar soms in de testamentenpraktijk getracht wordt invulling aan te geven. Dit laatste omdat veel ouders hun kinderen zo gelijk mogelijk willen behandelen. De minister heeft in zijn vorige bestaan als staatssecretaris een reeks argumenten genoemd om de bedrijfsopvolgingsfaciliteit als boedelfaciliteit af te wijzen. Zie hierover Kamerstukken II 2009/10, 31 930, nr. 81, p. 61: 1. een boedelfaciliteit verhoudt zich niet met een verkrijgersbelasting zoals de schenk- en erfbelasting; 2. op de opvolger drukt ter zake van de verkrijging van het ondernemingsvermogen alleen de erfbelasting die hij zelf verschuldigd is; er is geen andere voorziening voor het voortbestaan van de onderneming nodig dan voor de door hem verschuldigde erfbelasting; 3. bij een boedelfaciliteit wordt een vrijstelling gegeven aan verkrijgers die geen opvolgers zijn: dit brengt de mogelijke strijd met het gelijkheidbeginsel voor de verkrijgers van niet-ondernemingsvermogen naar voren.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/8900

Verder in 2010 nr.12

 Dient de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet een

Bij de ingrijpende wijzigingen van de Successiewet per januari 2010 zijn, zoals eerder in dit blad beschreven, ook de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten gewijzigd. Wat daarbij gehandhaafd is, is dat ...

 De weke plekken van de Wabo

Met de inwerkingtreding op 1 oktober 2010 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), en van de daarmee samenhangende wijziging van een groot aantal andere wetten in het ...

 Natuur in de omgevingsvergunning: de provincie haakt aan...

De Wet algemene bepalingen (Wabo) is in werking getreden. De verwachtingen zijn enorm. Eindelijk is er één loket, één aanvraag, één vergunning en één procedure. De Wabo zal zorgen ...

 Wetgeving en literatuur

Algemeen Lancering nieuwe juridische dienst voor de agrarische rechtspraktijk In de Nederlandse land- en tuinbouw worden veel contracten tussen agrarische ondernemers met leveranciers of afneme...

 Registers jaargang 2010

I. Artikelen auteur titel pagina drs. E.J. Bennema Ondernemingsvormen in de landbouw 260 mr. P.P.A. Bodden De plattelandswoning in de Wet milieubeheer 193 mr. W.J. Bosma De Crisis- en herstelwe...