Tijdschrift voor Financieel Recht 2004 nr. 5

De Vries/Schot c.s.

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

De Vries stelde dat Schot c.s., aan wie De Vries een volmacht had gegeven, voor hem effectendiensten hadden verleend (in het bijzonder handel in futures) zonder te beschikken over de vereiste vergunning ex art. 7 Wte 1995. De vraag was of Schot c.s. de grenzen van de volmacht hadden overschreden en of Schot ook voor derden tradingactiviteiten verichtte en dus werkzaam was als vermogensbeheerder. In het tussenvonnis van 23 april 2003 kwam de rechtbank tot het

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

oordeel dat Schot was aan te merken als vermogensbeheerder in de zin van art. 1 sub c Wte 1995, omdat uit de overeenkomst tussen Schot en De Vries bleek dat Schot zelfstandig het beheer voerde over middelen van De Vries, daarvoor commissie ontving, terzake kundig was en met De Vries in contact kwam als vertegenwoordiger van Dimeurope, bij wie De Vries een trading account aanhield. Nu Schot kwalificeerde als professioneel vermogensbeheerder en de daarvoor vereiste vergunning niet had, is hij in beginsel gehouden de schade van De Vries te vergoeden die De Vries ten gevolge van het onrechtmatig handelen van Schot leed. Voorts oordeelde de rechtbank dat overtreding van art. 7 Wte 1995 nietigheid van de overeenkomst tussen Schot en De Vries tot gevolg heeft (art. 3:40 lid 2 BW) en partijen in de toestand moeten worden gebracht van vóór het aangaan van hun overeenkomst. De bewijslast van de inhoud van de volmacht legde de rechtbank bij Schot, die immers professioneel vermogensbeheerder was. Uiteindelijk werd bij eindvonnis d.d. 12 november 2003 de vordering jegens Schot toch afgewezen, omdat De Vries een aantal vragen van de rechtbank ter bepaling van de schade niet of onvoldoende had beantwoord.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Rechtbank Breda
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Professioneel vermogensbeheer zonder vergunning
Bron
JOR 2004, 80, m.nt. C.M. Grundmann-Van de Krol
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/955

Verder in 2004 nr.5

 Prudentieel toezicht, best belangrijk!

De tweede fase van de herziening van het toezicht op de financiële sector is in volle gang. In deze fase wordt de bestaande sectorale toezichtwetgeving aangepast aan het functionele toezichtmode...

 De Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. inzake solvabiliteit bij securitisatie

Op 30 maart 2004 heeft De Nederlandsche Bank N.V. (‘DNB’) de Regeling inzake solvabiliteit bij securitisatie gepubliceerd (de ‘Regeling’).1 De Regeling is gebaseerd op artikel 20 lid 1 van de We...

 Collectieve afwikkeling van massaschade

Naar verwachting zal er over niet al te lange tijd een wettelijke regeling worden ingevoerd om de afwikkeling van massaschades te vereenvoudigen. Deze regeling zal ook voor het aansprakelijkheid...

 Rondom het nieuws; Herstructurering Financieel Expertisecentrum (‘FEC’)

Bij brief van 30 maart 20041 heeft de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer laten weten dat per 15 maart 2004 het FEC is geherstructureerd. De nieuwe structuur, waarop hieronder nader wordt...