Tijdschrift voor Financieel Recht 2004 nr. 5

Dime/AFM

mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius

Deze zaak hangt samen met Rechtbank Breda 23 april 2003 en 12 november 2003, JOR 2004, 80 (m.nt. C.M. Grundmann-Van de Krol). De AFM had bij besluit van 8 januari 2004 (het ‘Besluit’) de registerinschrijving van Dime B.V. doorgehaald op de grond dat de betrouwbaarheid van de personen die het beleid van Dime (middellijk) bepalen of mede bepalen (i.c. Schot) niet buiten twijfel staat. Aanleiding voor de AFM om tot dit oordeel te komen is de

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

overweging van de rechtbank Breda dat Schot als middellijk beleidsbepaler van Dime werkzaam was als vermogensbeheerder zonder over de daarvoor vereiste vergunning te beschikken. Dime heeft bezwaar gemaakt tegen het Besluit en vorderde een voorlopige voorziening tot schorsing van het Besluit. De vordering werd afgewezen, omdat de AFM volgens de voorzieningenrechter op goede gronden is gekomen tot het oordeel dat Dime art. 7 lid 1 Wte heeft overtreden. De voorzieningenrechter wees er ter motivering van zijn oordeel op dat de AFM bij haar besluitvorming niet heeft volstaan met een verwijzing naar het rechtsoordeel van de rechtbank Breda dat vaststaat dat Schot werkzaam was als vermogensbeheerder zonder vergunning; de AFM heeft, aldus de voorzieningenrechter, laten meewegen dat de feitelijke omstandigheden die de rechtbank Breda tot haar oordeel brachten door Schot en/of Dime niet zijn weersproken, terwijl daar wel gelegenheid voor was. De voorzieningenrechter voegde daar nog aan toe dat de AFM aanvankelijk weliswaar had ingestemd met terugtreding van Schot als bestuurder en aandeelhouder van Dime, om Dime alsnog voor doorhaling te behoeden. Echter, ook nadat de AFM de termijn waarbinnen Schot terug had dienen te treden had verlengd, was Schot nog steeds in functie. Volgens de voorzieningenrechter was de door de AFM gestelde termijn (twee weken voor het terugtreden uit het bestuur en twee maanden voor de overdracht van de aandelen) niet onredelijk.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Jurisprudentie
Organisatie
Voorzieningenrechter Rechtbank Rotterdam
Auteurs
mr. F.R.H. van der Leeuw en mr. A.R. Filius
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Onderwerp
Doorhaling registerinschrijving door AFM
Bron
JOR 2004, 81, m.nt. G.P. Roth
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:FR/956

Verder in 2004 nr.5

 Prudentieel toezicht, best belangrijk!

De tweede fase van de herziening van het toezicht op de financiële sector is in volle gang. In deze fase wordt de bestaande sectorale toezichtwetgeving aangepast aan het functionele toezichtmode...

 De Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. inzake solvabiliteit bij securitisatie

Op 30 maart 2004 heeft De Nederlandsche Bank N.V. (‘DNB’) de Regeling inzake solvabiliteit bij securitisatie gepubliceerd (de ‘Regeling’).1 De Regeling is gebaseerd op artikel 20 lid 1 van de We...

 Collectieve afwikkeling van massaschade

Naar verwachting zal er over niet al te lange tijd een wettelijke regeling worden ingevoerd om de afwikkeling van massaschades te vereenvoudigen. Deze regeling zal ook voor het aansprakelijkheid...

 Rondom het nieuws; Herstructurering Financieel Expertisecentrum (‘FEC’)

Bij brief van 30 maart 20041 heeft de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer laten weten dat per 15 maart 2004 het FEC is geherstructureerd. De nieuwe structuur, waarop hieronder nader wordt...