Tijdschrift voor Jaarrekeningenrecht Verslaggeving, accountancy en toezicht 2012 nr. 4

Een geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening kan niet voldoen aan Titel 9 Boek 2 BW: tijd voor herziening van art. 2:362 lid 9 en 2:393 lid 5 BW. Een inventarisatie van knelpunten bij de toepassing van deze bepalingen door ondernemingen en accountants

G.-P. den Hollander RA*

Deze beschouwing gaat in op de totstandkoming van art. 2:362 lid 9 BW en art. 2:393 lid 5 BW en beschrijft de knelpunten die deze artikelen in de praktijk opleveren door hun onduidelijke formulering. De parlementaire stukken die aan art. 2:362 lid 9 BW ten grondslag liggen laten zien dat de wetgever beoogd had dit artikel alleen te laten gelden voor de enkelvoudige EU-IFRS jaar­rekening. Onderzoek van de jaarrekening 2011 van 64 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen laat

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

grote diversiteit zien in de toepassing van Titel 9 Boek 2 bepa­lingen in de geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening: dat was in ieder geval niet de bedoeling van de wetgever van art. 2:362 lid 9 BW en al zeker niet van art. 2:362 lid 10 BW. Uit de wetsgeschiedenis van art. 2:362 lid 10 BW valt af te leiden dat de wetgever wilde dat ondernemingen duidelijk aangeven volgens welke standaarden de jaar­rekening is opgesteld: EU-IFRS of Titel 9 Boek 2 BW. Die keuze wordt in de praktijk niet gemaakt: 1/3 van de 64 onderzochte ondernemingen vermeldt dat EU-IFRS en Titel 9 Boek 2 BW is toegepast in de geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening. In de controleverklaring van de accountant wordt bij alle 64 onderzochte EU-IFRS jaarrekeningen geconcludeerd dat deze in overeenstem­ming zijn met EU-IFRS en Titel 9 Boek 2 BW. Ook de rapportering van de accountant over het jaarverslag en de overige gegevens kan duidelijker en meer in over­eenstemming met de tekst van de Vierde EEG Richtlijn worden gebracht. De gesignaleerde knelpunten kunnen door enkele kleine aanpassingen in de betreffende wetsartikelen verholpen worden. Hiermee wordt bereikt dat de geconsolideerde jaarrekening alleen nog hoeft te voldoen aan EU-IFRS en de enkelvoudige jaarrekening aan Titel 9 Boek 2 BW. De aangepaste controleverklaring sluit daar naadloos op aan. De diversiteit in de praktijk wordt daarmee teruggebracht, waardoor de transparantie en de verge­lijkbaarheid van jaarrekeningen wordt vergroot, zowel binnen Nederland als ten opzichte van het buitenland. 1. Inleiding De aanleiding voor dit artikel was een jaarrekening over 2011 van een Nederlandse beursgenoteerde onderneming, waarbij in de toelichting op de geconsolideerde jaarreke­ning was vermeld dat deze was opgesteld in overeenstem­ming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard binnen de Europese Unie (hierna: EU-IFRS), en de accountant in zijn controleverklaring betreffende de ge­consolideerde jaarrekening van oordeel was dat deze een ge­trouw beeld gaf in overeenstemming met EU-IFRS en Titel 9 Boek 2 BW. Was dit een ‘slip of the pen’ van de onder­neming? Daar heb ik geen uitsluitsel over kunnen krijgen, maar deze onderneming was in ieder geval niet de enige: een snelle inventarisatie leerde dat 46 van 64 onderzoch­te beursgenoteerde ondernemingen voor wat betreft de ge­consolideerde jaarrekening uitsluitend refereerden aan EU-IFRS, en niet aan Titel 9 Boek 2 BW. Kennelijk vinden deze ondernemingen Titel 9 Boek 2 BW niet relevant voor de ge­consolideerde EU-IFRS jaarrekening, maar hun accountants wel. Reden om stil te staan bij de betekenis van art. 2:362 lid 9 BW en art. 2:393 lid 5 BW voor de geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening, en in te gaan op de knelpunten die deze bepalingen in de praktijk opleveren voor ondernemin­gen en hun accountants. Hoewel de betreffende wettelijke bepalingen reeds lange­re tijd worden toegepast (1 januari 2005 voor art. 362 lid 9 en 1 januari 2008 voor art. 393 lid 5) is er tot dusver weinig discussie geweest over de interpretatie van deze bepalingen. Die was voor gebruikers kennelijk evident. Het artikel is geschreven aan de hand van art. 2:393 lid 5 BW, dat de minimale inhoud van de controleverklaring re­gelt. Hierbij is de wettekst gehanteerd zoals die gold op 31 december 2011.1 Voor dit stuk zijn vier elementen uit art. 2:393 lid 5 BW van belang, nl. sub a, c, e en f. In paragraaf 2 wordt ingegaan op de toepasselijke wettelijke voorschriften op de jaarrekening (sub a van art. 2:393 lid 5 BW), en in paragraaf 3 op de bij en krachtens de wet gestel­de regels (sub c van art. 2:393 lid 5 BW). Paragraaf 3 behan­delt de achtergrond van art. 2:362 lid 9 en 10 BW (paragraaf 3.2 en 3.3), en de praktische toepassing ervan in de jaarre­kening 2011 van 64 beursgenoteerde ondernemingen (para­graaf 3.4). Tevens wordt de invloed op de controleverklaring besproken (paragraaf 3.5). In paragraaf 4 wordt stilgestaan bij het oordeel over het jaarverslag en de overige gegevens (sub e en f van art. 2:393 lid 5 BW). Het artikel wordt afge­sloten met een conclusie. Alle verwijzingen in dit artikel hebben betrekking op be­palingen uit Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW), ten­zij expliciet anders aangegeven. Ter vergroting van de lees­baarheid zijn de verwijzingen naar Boek 2 en het BW verder achterwege gelaten en is Titel 9 Boek 2 BW verkort tot Ti­tel 9.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
G.-P. den Hollander RA*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvJ/10100

Verder in 2012 nr.4

  De benoeming van de accountant

Al bladerend - als redactielid heb je alle stukken immers reeds eerder onder ogen gekregen- door het themanummer van ons tijdschrift onder de titel ‘Accountants onder vuur’, trof mij dat in diverse...

 Dividend in relatie tot vennoot­schaps- en jaarrekeningrecht

De wettelijke bepalingen met betrekking tot dividenduitke­ringen leveren niet alleen vennootschapsrechtelijk soms pro­blemen op, maar niet zelden leidt ook de combinatie met het jaarr...

 Dreigende discontinuïteiten de jaarrekening

De economische malaise duurt voort en in toenemende mate is voor ondernemingen de ‘rek er uit’. Bij aan­houdende afzet- en/of financieringsproblemen kan zich gerede twijfel omtrent de continuïteit ...

 Een geconsolideerde EU-IFRS jaarrekening kan niet voldoen aan Titel 9 Boek 2 BW: tijd voor herziening van art. 2:362 lid 9 en 2:393 lid 5 BW. Een inventarisatie van knelpunten bij de toepassing van deze bepalingen door ondernemingen en accountants

Deze beschouwing gaat in op de totstandkoming van art. 2:362 lid 9 BW en art. 2:393 lid 5 BW en beschrijft de knelpunten die deze artikelen in de praktijk opleveren door hun onduidelijke formulerin...

 IFRS 11 Joint Arrangements in Nederlandse verhoudingen

In de zomer van 2011 heeft de IASB de nieuwe standaard IFRS 11 Joint Arrangements gepubliceerd. Deze standaard zal de huidige IAS 31 Interests in Joint Ventures en SIC 13 Jointly Co...

 Praktijkcasus. De invloed van (dreigende)discontinuïteit

De continuïteit van ondernemingen kan als gevolg van economische ontwikkelingen zwaar onder druk komen te staan. Hoe wordt omgegaan met de waardering van pos­ten in de jaarrekening in geval sprake ...

 Terughoudendheid Accountants­kamer bij tuchtklacht metcivielrechtelijke achtergrond. Noot bij uitspraak Accountantskamer 10 juni 2011 (Wtra 10/298 en 10/299, LJN YH0174)

Wanneer een accountant in zakelijke betrekkingen een standpunt inneemt, geeft dat soms aanleiding tot het indie­nen van een tuchtklacht bij de Accountantskamer over diens handelen. De...

 Actualiteiten

Nationale wet- en regelgeving