IFRS 11 Joint Arrangements in Nederlandse verhoudingen
mr. R.H.A. Franken en dr. B. Kamp*
In de zomer van 2011 heeft de IASB de nieuwe standaard IFRS 11 Joint Arrangements gepubliceerd. Deze standaard zal de huidige IAS 31 Interests in Joint Ventures en SIC 13 Jointly Controlled Entities – Non-Monetary Contributions by Venturers vervangen.1 IFRS 11 geldt vanaf boekjaar 20132, met aanpassing van de vergelijkende cijfers3. De belangrijkste wijziging is dat de stelselmatige keuzemogelijkheid tussen proportionele consolidatie en verwerking volgens de equity methode (die sterk verwant is aan de in
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Nederland gebruikte nettovermogenswaarde) verdwijnt. Een verandering in presentatie op grond van deze nieuwe IFRS kan grote gevolgen hebben voor de geconsolideerde jaarrekening van de deelnemers in joint arrangements. Beide verwerkingsmethoden worden gekoppeld aan de twee hoofdvormen van joint arrangements die IFRS 11 onderscheidt: de joint operation en de joint venture. Het cruciale onderscheid tussen beide zit in de rechten (en plichten) die deelnemers in joint arrangements hebben: ofwel een recht op het netto-actief van het samenwerkingsverband, ofwel rechten tot de activa en aansprakelijkheid voor de verplichtingen van het samenwerkingsverband. Deze interpretatie van de verhoudingen tussen de deelnemers en het samenwerkingsverband zal daarmee veelal sterk juridisch georiënteerd zijn. In dit artikel wordt daarom een eerste inventarisatie gemaakt van hoe in Nederland gangbare vormen van samenwerkingsverbanden (joint ventures in de betekenis van de huidige IAS 31) zullen kwalificeren. Dat zijn met name de VOF, de CV en de BV. De basale juridische kenmerken van deze rechtsvormen zijn het startpunt. Maar aanvullende bepalingen en overige omstandigheden kunnen eveneens van invloed zijn op de classificatie. Deze nadruk op feiten en omstandigheden in aanvulling op de juridische aspecten wordt door de IASB genoemd als een van de verbeteringen die IFRS 11 beoogt. Toch lijkt het er op dat door het belangrijkere onderscheid in de vormen van samenwerkingsverbanden (gegeven de gevolgen voor de wijze van presentatie) de nadruk nog steeds in belangrijke mate ligt op de juridische structuur. In dit artikel wordt eerst het begrip joint control besproken. Dit begrip onderscheid joint arrangements van enerzijds ‘gewone’ minderheidsdeelnemingen en anderzijds dochtermaatschappijen. Vervolgens wordt de driedeling in samenwerkingsvormen in de huidige IAS 31 vergeleken met de nieuwe tweedeling in IFRS 11. Daarna worden de nieuwe bepalingen beschouwd in het perspectief van de NV/BV en de VOF/CV. Het artikel sluit af met een beschouwing over de praktische gevolgen voor de jaarrekening.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.