Tijdschrift voor Arbeid & Onderneming Arbeidsrecht – Ondernemingsrecht – Medezeggenschapsrecht 2012 nr. 3/4

Artikel 16 Tiende Richtlijn binnen het Nederlandse vennootschapsrecht1. Vennootschappelijke medezeggenschap bij een grensoverschrijdende juridische fusie

mr. F.G. Laagland*

Vennootschappelijke medezeggenschap knoopt aan bij de juridische structuur van de vennootschap. Deze vorm van medezeggenschap wordt tot op heden nationaal geregeld, met als gevolg dat binnen de Europese Unie op dit vlak grote verschillen bestaan. Dit biedt vennootschappen de mogelijkheid nationale medezeggenschapsregels te omzeilen via de techniek van grensoverschrijdend fuseren. De Europese wetgever heeft hiervoor met art. 16 Tiende Richtlijn een oplossing gecreëerd die is gebaseerd op de systematiek uit de SE-Richtlijn. Art. 16 Tiende

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

Richtlijn coördineert de afwijkende medezeggenschapsregels die op nationaal niveau bestaan en heeft als doel een uitholling van vennootschappelijke medezeggenschap te voorkomen. Het hoogste niveau aan medezeggenschap zoals dat voorafgaand aan de fusie binnen de fuserende vennootschappen bestond, is bepalend voor het medezeggenschapsstelsel waaraan de uit de fusie ontstane vennootschap onderworpen raakt. Dit beginsel is niet absoluut. Omstandigheden die een inbreuk rechtvaardigen zijn de contractsvrijheid en het feit dat een gering percentage werknemers ten opzichte van het totale werknemersbestand voorafgaand aan de fusie recht had op medezeggenschap en/ of de wens heeft de medezeggenschap na de fusie te behouden. Beide omstandigheden zijn te herleiden tot de vrijheid van vestiging en de daarmee samenhangende overkoepelende doelstelling van de Tiende Richtlijn: ‘het vergemakkelijken van grensoverschrijdend fuseren’. In deze bijdrage onderzoek ik de rol van art. 16 Tiende Richtlijn binnen de context van het Nederlandse vennootschapsrecht. In het licht van de hiervoor genoemde doelstelling wordt nagegaan in hoeverre het Nederlandse vennootschapsrecht is toegesneden op de systematiek van art. 16 Tiende Richtlijn. Deze exercitie geschiedt op twee aspecten: (i) bij de toepassing van de criteria en voorwaarden van art. 16 Tiende Richtlijn en (ii) bij de uitwerking van het resultaat daarvan. Bij de invulling van de criteria moet worden gedacht aan de positie van het nationale vennootschapsrecht in de situatie dat een Nederlandse vennootschap aan de grensoverschrijdende fusie deelneemt. Beschermt art. 16 Tiende Richtlijn wat vanuit Nederlands perspectief ook beschermd moet worden? Het tweede aspect heeft betrekking op de wijze waarop een grensoverschrijdend medezeggenschapsstelsel na de fusie binnen het Nederlandse vennootschapsrecht een plek dient te krijgen. Problemen doen zich voor indien de uitzonderingen van art. 16 lid 2 Tiende Richtlijn het alternatieve regime van de SE-Richtlijn van toepassing verklaren. In dat geval kan art. 16 Tiende Richtlijn leiden tot een grensoverschrijdend medezeggenschapsstelsel waarmee het Nederlandse vennootschapsrecht onbekend is. Bij de bespreking van het tweede aspect ga ik er steeds van uit dat de uit de fusie ontstane vennootschap zich in Nederland vestigt (inbound fusie). Alleen dan heeft het Nederlandse vennootschapsrecht immers gelding. De wijze waarop art. 16 Tiende Richtlijn in het Nederlandse recht is geïmplementeerd vormt niet het eigenlijke doel van deze bijdrage. De uiteenzetting daaromtrent blijft beperkt tot de aspecten die relevant zijn om art. 16 Tiende Richtlijn binnen de context van het Nederlandse vennootschapsrecht te plaatsen.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
mr. F.G. Laagland*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAO/10164

Verder in 2012 nr.3/4

 Annotatie. Aeilkema/Omta: over een bestuurder die ook grootaandeelhouder en werknemer was

1. Vooraf Rechtspersoonlijkheid dient het maatschappelijk verkeer. Hoewel rechtspersonen realiteiten zijn in het rechtsverkeer, zijn zij een constructie om louter ons te dienen. Het is met het ...

 Column. Zijn er sleutels voor vernieuwing van het arbeidsovereenkomsten en het medezeggenschapsrecht?

1. In zijn openingscolumn voor de vorige aflevering van dit blad onderscheidt prof. mr. L. Timmerman ‘Twee sleutels voor vernieuwing van het ondernemingsrecht’. 1 Die sleutels zijn ‘het evenredi...

 Nederlands enquêterecht in internationale concernverhoudingen: Bermuda Block of China Connection?

1 In het eerste nummer van de eerste jaargang van dit tijdschrift stond een interessant artikel van Peter Ingelse over medezeggenschap en enquêterecht in concernverhoudingen.2 De au...

 ‘Veel werknemers hebben geen idee waartoe een vakbond dient’. Een interview met Bob van der Wal

In deze rubriek geven prominente beoefenaars die zich bezig houden met Arbeid, Onderneming en Medezeggenschap hun visie op een aantal specifieke thema’s. Wat trekt hen aan in dit grensgebied, we...

 Artikel 16 Tiende Richtlijn binnen het Nederlandse vennootschapsrecht1. Vennootschappelijke medezeggenschap bij een grensoverschrijdende juridische fusie

Vennootschappelijke medezeggenschap knoopt aan bij de juridische structuur van de vennootschap. Deze vorm van medezeggenschap wordt tot op heden nationaal geregeld, met als gevolg ...

 De besturing van pensioenfondsen

Naar aanleiding van het in februari van dit jaar verschenen wetsvoorstel ‘Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfo...