Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming Straf- en bestuursrechtelijke handhaving van financieel-economisch recht 2013 nr. 2/3

Toegang tot het karteldossier na Pfleiderer: een balans van fundamentele EU-rechten

M. Nielen LL.M.*

Het dossier van de Autoriteit Consument en Markt in kartelonderzoeken bevat documenten om een overtreding van het kartelverbod te bewijzen. De vraag is of de informatie in het dossier als bewijs kan worden verkregen door gedupeerde consumenten en ondernemingen ter ondersteuning van een schadevergoedingsactie naar aanleiding van het kartel. Tegenover het belang van toegang tot bewijs staat het belang van vertrouwelijkheid van documenten als clementiemateriaal. Uit het arrest van het Hof van Justitie in Pfleiderer

Artikel kopen € 79,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.

tegen Bundeskartellamt (2011) volgt dat nationale rechters op basis van het eigen recht per geval een afweging dienen te maken van ‘toegang versus vertrouwelijkheid’ van clementiemateriaal, daarbij rekening houdend met het relevante EU-recht. De zaken na Pfleiderer verbreden de institutionele context waarin deze afweging plaatsvindt. Toegang werd niet alleen gevraagd tot het dossier van een mededingingsautoriteit, maar ook tot dossierstukken van de Europese Commissie in handen van de civiele wederpartij en tot het dossier van de kartelrechter. Beargumenteerd wordt dat lidstaten bij deze afweging gebonden zijn aan het recht op een eerlijke procedure en het recht op toegang tot de rechter op grond van art. 101 VWEU jo. art. 47 Handvest van de Grondrechten en art. 6 EVRM. Van de Nederlandse ‘routes’ voor toegang tot het karteldossier lijkt de WOB het minst geschikte kader voor de Pfleiderer afweging. De WOB is gebaseerd op democratische openbaarheid en niet op individuele belangen van toegang tot bewijs en toegang tot de rechter. Bij gebrek aan belanghebbendheid in de mededingingsprocedure, lijken individuele gedupeerden aangewezen op het civiele inzagerecht. Het kader van art. 843a Rv biedt de rechter ruimte voor toetsingsvragen als: dienen de gevraagde documenten het bewijs van de gedupeerde? Kan hetzelfde bewijs in een minder vertrouwelijk document worden gevonden? Verzetten overwegingen van een eerlijke procedure zich tegen inzage? Het dossier van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in kartelonderzoeken bevat documenten om een overtreding van het kartelverbod te bewijzen. Het dossier is gericht op de publieke handhaving van het kartelverbod uit art. 6 Mededingingswet (Mw) en art. 101 Werkingsverdrag (VWEU). Uit de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie (het Hof) volgt dat consumenten en ondernemingen die contractuele of buitencontractuele schade hebben geleden als gevolg van een kartel, recht hebben op volledige vergoeding daarvan. Private handhaving dient volgens het Hof, naast opsporing door mededingingsautoriteiten, de doeltreffendheid van art. 101 VWEU.1 Bij gebrek aan harmonisatie vinden schadevergoedingsacties plaats volgens de vereisten van het toepasselijke nationale recht en de procedure van de bevoegde rechter.2 Gedupeerden kunnen stuiten op een bewijstekort over de precieze omvang van de schade die geleden is als gevolg van het kartel (en niet door andere oorzaken). De vraag in dit artikel is of het dossier van een mededingingsautoriteit de zaak van de gedupeerde kan ondersteunen, en, zo ja, of toegang tot het dossier wenselijk is gelet op de vertrouwelijke aard van veel documenten. Een voorbeeld van vertrouwelijke dossierstukken zijn documenten overgelegd in het kader van clementieregelingen. De EU kent geen geharmoniseerd clementieprogramma. De leden van het Europese Netwerk van Mededingingsautoriteiten (de ‘ECN’), namelijk de Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten, stellen ieder hun eigen voorwaarden waaronder kartels opgebiecht kunnen worden in ruil voor boetevermindering of zelfs immuniteit.3 Onderdeel van het clementiemateriaal zijn mondelinge of schriftelijke ondernemingsverklaringen. Deze worden ten behoeve van het dossier van de mededingingsautoriteit geproduceerd. Ook bevat het reeds bestaande feitelijke documenten over het kartelgedrag en bedrijfsvertrouwelijke gegevens. Hiermee is clementiemateriaal vaak cruciaal om de gaten in het bewijs voor een overtreding te dichten.4 De vraag is echter of het ook de vordering van een gedupeerde ondersteunt. Als dit het geval is, mag de ACM dan toegang tot clementiemateriaal weigeren met een beroep op het vertrouwelijke karakter ervan? Dit artikel bespreekt de Europeesrechtelijke context van de afweging die gemaakt moet worden bij de vraag van wel of geen toegang tot het dossier door gedupeerden. Ten eerste beschrijf ik de ontwikkeling van dit debat na het arrest van het Hof in Pfleiderer tegen Bundeskartellamt. Ten tweede onderzoek ik welke procedurele waarborgen uit de EUverdragen en het Handvest van de Grondrechten de lidstaten in acht moeten nemen in de afweging van toegang tegenover vertrouwelijkheid. Ten derde bespreek ik de routes in het Nederlandse recht voor toegang tot het dossier. Ik sluit af met de vraag of deze voldoende kader bieden voor een afweging van het relevante EU-recht.

U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.

Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.


Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Artikel
Auteurs
M. Nielen LL.M.*
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvSO/10592

Verder in 2013 nr.2/3

 Voorwoord

Begin april 2013 was het zover: de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zag het levenslicht. Zagen we de afgelopen jaren het landschap van (markt-)toezichthouders vooral groeien, door de oprichtin...

 Column. Verzenden of laten halen? Hoe moeten inlichtingen worden verschaft aan de toezichthouder?

Goede inlichtingen zijn cruciaal voor het realiseren van adequaat toezicht. Een intikker en een niet veelzeggend begin, zeker. Maar duidelijk is dat de belangen groot zijn als de weg om die inli...

 Opwaardering van het strafrecht: naar nieuw geloof in strafrechtelijke handhaving bij financieel-economische criminaliteit?

Al enige tijd lijkt een ommekeer gaande voor wat betreft de visie op de inzet van het strafrecht bij de aanpak van financieel- economische criminaliteit. De laatste jaren blijken de...

 Vergeten componenten?

Het zal de lezer wellicht niet verbazen dat ik met veel belangstelling en waardering de artikelen in Sanctierecht en Compliance 2013, afl. 1 heb gelezen. De inhoud van dat nummer d...

 Corruptie en rechtsmacht

Het tegengaan van corruptie staat in toenemende mate in de belangstelling.1 Dat blijkt onder meer uit de beslissing van De Nederlandsche Bank (‘DNB’) om voor het jaar 2013 ‘corrupt...

 Toegang tot het karteldossier na Pfleiderer: een balans van fundamentele EU-rechten

Het dossier van de Autoriteit Consument en Markt in kartelonderzoeken bevat documenten om een overtreding van het kartelverbod te bewijzen. De vraag is of de informatie in het doss...

 De ‘mystery-shopper’ in het bestuursrecht

In 2011 kondigde de AFM aan na een succesvolle pilot zogenoemde ‘mystery shoppers’ structureel te gaan inzetten bij toezichtonderzoeken.1 Inmiddels is de inzet kennelijk zo ‘normaa...

 Bestuurlijke handhaving ten aanzien van de curator van een onderneming

Na een faillietverklaring krijgt de curator doorgaans in het kader van zijn/haar werkzaamheden te maken met de meest uiteenlopende zaken en belangen. Dit geldt zeker indien de gefa...

 Actualiteiten

Jurisprudentie