Vastgoedcontracten 2022

Samenwerkingsovereenkomst voor het opzetten van een CV-BV-constructie

Jan van Duijvendijk Bij ieder contract is een uitgebreide toelichting gevoegd. Hieronder treft u de eerste alinea van de toelichting aan. Wanneer u het contract koopt ontvangt u daarbij uiteraard ook de toelichting. Indien u een abonnement neemt heeft u onbeperkt toegang tot alle contracten en toelichtingen daarop.

Deze model-samenwerkingsovereenkomst kan gebruikt worden wanneer de samenwerkende partijen binnen een project een rechtspersoon oprichten of een personenvennootschap aangaan. Wanneer twee partijen wensen samen te werken bij de ontwikkeling van een project, zijn er verschillende mogelijkheden om deze samenwerking juridisch te structureren. Partijen kunnen een ‘platte samenwerking’ aangaan, zonder een of andere rechtspersoon of juridische entiteit in het leven te roepen. Partijen kunnen er ook voor kiezen wél een of andere projectentiteit op te richten. Er

Vastgoedcontract kopen € 150,00 excl. BTW

In plaats van abonneren kunt u dit vastgoedcontract ook afzonderlijk kopen.

zijn dan weer verschillende mogelijkheden. De partijen kunnen voor het project een rechtspersoon oprichten of een personenvennootschap aangaan. Rechtspersonen zijn bijvoorbeeld de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (hierna: ‘BV’), de vereniging, of de stichting. Personenvennootschappen zijn bijvoorbeeld de ‘vennootschap onder firma’ (hierna: ‘VOF’) of de commanditaire vennootschap (hierna: ‘CV’). Ook kunnen de partijen een combinatie hiervan maken. Extra informatieDe keuze voor de ene of de andere vorm van de projectentiteit is afhankelijk van een viertal vragen. Wil men de projectentiteit hebben om aansprakelijkheden voor de initiatiefnemers te vermijden? Is de constructie ingegeven door fiscale motieven, bijvoorbeeld om aanvangsverliezen die in de projectentiteit vallen te kunnen gebruiken bij de initiatiefnemers? Wil men een eenvoudig contract sluiten of mag het een lastiger samenstel van documenten zijn? Moet de samenwerking een afspiegeling zijn van de organisatorische insteek? Aansprakelijkheid valt te vermijden door samen een BV op te richten. Aandeelhouders hoeven alleen aanvangskapitaal in te brengen, maar zijn verder niet aansprakelijk voor schulden van de BV. Het fiscale doel kan met personenvennootschappen worden bereikt. Deze kunnen fiscaal transparant zijn. Binnen de VOF en de CV worden winsten niet belast; de resultaten kunnen direct naar de vennoten worden doorgeleid. Dit gunstige fiscale aspect heeft een BV echter niet. Bij personenvennootschappen verschijnt aan de andere kant weer aansprakelijkheid van vennoten. Bij de VOF is er slechts één soort vennoten. Deze zijn alle hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Bij de CV ligt dit anders. Er zijn twee soorten vennoten: beherende vennoten enerzijds en commanditaire of stille vennoten anderzijds. De commanditaire vennoten zijn slechts aansprakelijk tot hun kapitaalstorting. Zij zijn echter niet hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de CV. Beherende vennoten zijn wél hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de CV. Het voorliggende model is een combinatie van de BV en de CV. Eerst wordt door de beide initiatiefnemers een BV opgericht met een gering kapitaal (E 18.000). Vervolgens richten de beide initiatiefnemers samen met de net opgerichte BV een CV op. Hierbij is de net opgerichte BV de beherende vennoot en zijn de beide initiatiefnemers commanditaire vennoten. Daarnaast is van belang dat de beherende vennoot slechts voor een gering percentage participeert en de beide initiatiefnemers voor het overgrote deel. Deze combinatie van BV en CV heeft nu de volgende effecten voor het fiscale doel en voor de aansprakelijkheid. Allereerst het fiscale aspect. Winsten en verliezen van de CV worden gedragen naar rato van de participatie. Omdat de beide initiatiefnemers voor het overgrote deel participeren, krijgen zij de beschikking over de resultaten van de CV, die zij zelf naar believen kunnen gebruiken en desgewenst kunnen compenseren met eigen resultaten. De CV is immers fiscaal transparant. Dan het aspect van de aansprakelijkheid. Indien in de CV een grote schuld aan derden ontstaat die het vermogen van de CV ver te boven gaat, is alleen de beherende vennoot daarvoor hoofdelijk aansprakelijk, de commanditaire vennoten niet. Maar de beherende vennoot is een BV, en we zagen al dat de aandeelhouders (beide initiatiefnemers) niet hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de BV. Aldus worden bij de CV-BV-constructie beide doelen gehaald (althans voor het overgrote deel): fiscale transparantie samen met beperking van de aansprakelijkheid. Het voorgaande geeft de grote trekken van deze constructie weer. In de praktijk zien we vaak dat beide initiatiefnemers grotere concerns zijn, die voor commanditaire deelnemingen een separate dochtervennootschap gebruiken, en die ook een (andere) dochtervennootschap gebruiken als aandeelhouder in de beherende vennoten die zij voor de verschillende projecten hebben. Hieraan kunnen organisatorische en administratieve redenen aan ten grondslag liggen, of redenen van nadere beperking van aansprakelijkheid. De behandeling daarvan valt buiten het bestek van dit modellenboek. In dit model wordt er echter wel van uitgegaan, dat een initiatiefnemer verschillende vennootschappen gebruikt. Als men een eenvoudige overeenkomst met weinig papier als belangrijkste doel ziet, dan is een CV-BV-constructie niet geschikt. Bij een samenwerkingsovereenkomst als deze behoort een vast groepje bijlagen die bij de juridische opzet behoren. Dat zijn het concept voor de oprichtingsakte van de beherende vennoot (met de statuten), de vennootschapsovereenkomst voor de CV, en het model voor de achtergestelde leningen, die we elders bij de modellen zien. Ten slotte zij voor de volledigheid vermeld dat mededingingsrechtelijke aspecten kunnen gaan spelen, als twee of meer ondernemingen hun krachten bundelen. De Mededingingswet verbiedt in beginsel afspraken die de mededinging beperken. Dat speelt bijvoorbeeld wanneer, voorafgaand aan een aanbesteding, een aantal ontwikkelaars en bouwondernemingen bij elkaar kruipen, ook al zou iedere onderneming het betreffende werk zelf alleen kunnen uitvoeren. Dat mag niet. Bij een samenwerking voor een enkel project, waarbij ondernemingen die niet elkaars concurrenten zijn en elkaar dus voor het totale project nodig hebben, zal er niet snel sprake zijn van een verboden samenwerking.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

  • Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.

Artikel informatie

Type
Projectontwikkeling
Auteurs
Jan van Duijvendijk
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:VgC/11339