Annotatie. Verplichte deelneming bedrijfstakpensioenfonds bij grensoverschrijdende arbeid
mr. F. Hoppers*
Het Nederlandse systeem van een verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds is binnen de Europese Unie uniek. Buitenlandse ondernemingen zullen bij het bereiken of het oversteken van de Nederlandse grens daarom vaak geen rekening houden met een verplichte deelneming in een Nederlands bedrijfstakpensioenfonds. Nederlandse ondernemingen met werknemers in het buitenland zullen wellicht ook niet altijd rekening houden met een verplichte deelneming van de ‘buitenlandse’ werknemers in het bedrijfstakpensioenfonds. Het Gerechtshof te ’s-Gravenhage lijkt bij arrest van
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
22 oktober 2013 dat gevoel van veiligheid te hebben bevestigd. In deze bijdrage staat de vraag centraal wanneer een onderneming geconfronteerd kan worden met een verplichte deelneming in een Nederlands bedrijfstakpensioenfonds. Bij een onderneming met uitsluitend raakvlakken met Nederland is het antwoord op deze vraag simpel: zodra de onderneming een werkgever is in de zin van het zogenoemde verplichtstellingsbesluit. Het antwoord wordt lastiger als de onderneming of de daar werkzame personen ook raakvlakken met het buitenland vertoont. Hoe zit het bijvoorbeeld met de in Nederland gevestigde onderneming die veel in het buitenland actief is? Of de Nederlandse onderneming met buitenlandse werknemers in dienst? Moeten ook deze ondernemingen (al) hun medewerkers aanmelden bij het bedrijfstakpensioenfonds? Door middel van een analyse van het hiervoor genoemde arrest van het gerechtshof zal ik op dit vraagstuk ingaan. In onderhavige bijdrage volgt allereerst een weergave van de feiten die uit het arrest blijken. Hierna volgt een analyse van de belangrijkste rechtsoverwegingen van de kantonrechter en het Hof. De heersende opvatting in de literatuur is dat de uitkomst van de gerechtelijke procedures logisch is. Ik vraag mij echter af of deze uitkomst zo logisch is als op het eerste oog lijkt. Naar mijn overtuiging bieden het IPR en de pensioenrechtelijke elementen meer dan voldoende aanleiding voor een kritische(re) opstelling. Deze aspecten komen aan de orde in mijn analyse. Aan de hand hiervan volgt eveneens een antwoord op de vraag wanneer een onderneming de grens van een verplichte deelneming passeert. Detacheringsconstructies blijven in deze bijdrage buiten beschouwing.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.