Tijdschrift voor Financieel Recht
2001 nr. 11
Hammock/Stichting Toezicht Effectenverkeer
mr. F.M.A. 't Hart
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Op de voet van artikel 28a Wet toezicht effectenverkeer
1995 is op 17 september 1998 de Beleggerscompensatie-
regeling geïntroduceerd (Stb 1998, 556). De Beleggers-
compensatie-regeling geeft particuliere beleggers aan-
spraak op een financiële vergoeding ingeval van - kort
gezegd - déconfiture van de kredietinstelling of effecten-
instelling alwaar de belegger zijn effecten en/of gelden
aanhoudt. Op basis van deze regeling is een beleggers-
compensatiefonds tot stand gekomen waarvan het ver-
mogen jaarlijks groeit middels contributies die de STE
daartoe heft bij de bij haar ingeschreven kredietinstellin-
gen en effecteninstellingen. Deze contributie bestaat uit
een vaste jaarlijkse bijdrage van - in 2001 - f 3.300 per
instelling en een variabele bijdrage van f 13 per cliënt.
Begin 2001 beschikte het beleggerscompensatiefonds
over een vermogen van circa f 4,5 miljoen. De effectenin-
stelling Hammock, die zich uitsluitend bezighoudt met zo-
genaamde market making activiteiten, vocht de 'toepas-
selijkheid' van de Beleggerscompensatieregeling op
market makers aan bij het College van Beroep voor het
Bedrijfsleven.
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.
Bijlage(n)
- Bijlagen zijn alleen beschikbaar voor abonnees.
ActualiteitenInstitutionele vormgeving van het toezicht op de
financiële marktsector
De Minister van Financiën heeft op 12 september jl. een
brief gezonden aan de Pensioen- & Verzekeringskamer
('PVK'), De...
Reglementswijzigingen Euronext AmsterdamHieronder wordt een aantal belangrijke Euronext Mededelingen besproken. Voor een
nadere toelichting wordt verwezen naar de desbetreffende mededeling (met dank aan
mr. J.N.M. Olling).