Gelijke gevallen gelijk behandelen
Rob van Esch Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.Stelt u zich voor. Een aanbieder van consumentenkrediet gebruikt de volgende reclame-uiting: ‘Leent u meer dan 1000 euro bij ons? Dan betaalt u niet 4 maar 3 procent rente over het bedrag boven 1000 euro.’ Ik denk niet dat een dergelijke reclame-uiting de goedkeuring zou kunnen wegdragen van de AFM. Consumenten kunnen op deze wijze worden verleid om meer te lenen dan ze nodig hebben. Onlangs zag ik op de tv een reclame van een telecomprovider. Daarin werd een uiting gedaan, die ongeveer als volgt luidde: ‘Als u buiten uw belbundel belt, betaalt u een lager tarief.’ Toen ik deze reclame-uiting tot mij nam dacht ik: ‘Dat zou een aanbieder van consumentenkrediet niet moeten proberen. Die zou waarschijnlijk op de vingers worden getikt door de AFM.’ Een van de rechtsbeginselen van ons recht is: gelijke gevallen gelijk behandelen. Als ik er for argument’s sake van uitga dat de reclame-uiting van de telecomprovider is toegestaan (in ieder geval werd zij bij het schrijven van deze editorial nog steeds gehanteerd), rijst de vraag of toepassing van dit rechtsbeginsel meebrengt dat een bank reclame-uitingen met dezelfde strekking zou mogen hanteren. Op basis van dit rechtsbeginsel zou het antwoord ‘ja’ zijn, tenzij er omstandigheden zijn die een ongelijke behandeling rechtvaardigen. Wat zouden die omstandigheden kunnen zijn? De doelgroep van de reclame-uiting? De reclame-uiting van de telecomoperator richt zich -denk ik- met name op de groep van jonge abonnees van mobiele telefoondiensten. Een soortgelijke reclame-uiting van de bank zou zich waarschijnlijk richten op de groep van oudere jongeren die bezig zijn een eigen bestaan op te bouwen. Heeft de ene doelgroep meer bescherming nodig tegen verleiding dan de andere? Ik denk het niet, maar als ik dan toch zou moeten kiezen zou ik zeggen dat de doelgroep van jonge abonnees van mobiele telefoondiensten meer bescherming behoeft dan de groep van oudere jongeren. Ik zie ook geen relevant verschil in complexiteit van de producten. Beide producten zijn relatief eenvoudig en voor de gemiddelde klant goed te begrijpen. Wellicht een verschil in gevolgen? Beide reclame-uitingen kunnen er toe leiden dat degene tot wie zij zich richt, een dienst afneemt waardoor er een geldschuld ontstaat. Wellicht dat bij consumentenkrediet een grotere geldschuld kan ontstaan, maar daar staat tegenover dat de financiële draagkracht van de groep oudere jongeren groter zal zijn dan die van de groep jonge abonnees van mobiele telefoondiensten. Of wordt een ongelijke behandeling gerechtvaardigd omdat banken een andere positie in de maatschappij hebben dan telecomproviders en daardoor hun zorgplicht jegens klanten verder gaat dan die van telecomproviders? Mogelijk, hoewel deze omstandigheid als rechtvaardigingsgrond voor ongelijke behandeling als het gaat om deze producten mij niet echt overtuigt. Of misschien is er helemaal geen rechtvaardigingsgrond voor een ongelijke behandeling te bedenken, maar moet de ACM nog in actie komen tegen de betreffende provider. De tijd zal het leren.