Rechtbank 5830. Pachtkamer Hof Arnhem-Leeuwarden (TvAR 2016/5830)
B. Nijman
Pachtkamer Hof Arnhem-Leeuwarden, 7 juli 2015,
ECLI:NL:GHARL:2015:5127
(Vrenken/Meevis)
(mrs. W.L. Valk, J.H. Lieber en G.P.M. van den Dungen
en de deskundige leden mr. ing. H.J Vinke en ir.
H.K.C. Roelofsen)
Pachtovereenkomst.
[Burgerlijk Wetboek, 3:268, 7:311]
1 Het geding in eerste aanleg Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 23 april 2014,
Artikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
dat de pachtkamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, tussen Vrenken-Nollewiel c.s. als eisers en Meevis c.s. als gedaagden heeft gewezen. 2 Het geding in hoger beroep 2.1 Het verloop van de procedure blijkt uit: de dagvaarding in hoger beroep van 20 mei 2014; de memorie van grieven; de memorie van antwoord; de pleidooien overeenkomstig de pleitnotities van mrs. A.M.H.C. Coppens en Th.J.H.M. Linsssen. 2.2 Na af loop van de pleidooien heeft het hof arrest bep3 De vaststaande feiten 3.1 Vrenken-Lormans, haar echtgenoot R.S.P. Vrenken (hierna: Vrenken) en Philips hebben bij akte die is ondertekend op 26 september 2006 met ingang van 1 september 2006 de vennootschap onder firma V.O.F. Vrenken-Nollewiel opgericht. In die akte is – voor zover relevant – het volgende opgenomen (“vennoot 1” staat voor Vrenken en Vrenken-Lormans en “vennoot 2” voor Philips):aald (op één dossier).
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.