Hoge Raad 29 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:759
prof. mr. A.W. JongbloedArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van in proces-verbaal van verificatievergadering opgenomen erkende, en niet door de gefailleerde betwiste, vordering (art. 196-197 Fw). Toepasselijkheid van verjaringstermijn van twintig jaar (art. 3:324 lid 1 BW)
3.4.1 Ingevolge art. 196 Fw heeft de in art. 121 lid 4 Fw bedoelde erkenning van een vordering kracht van gewijsde tegen de schuldenaar en levert het proces-verbaal van de verificatievergadering voor de daarin als erkend vermelde vorderingen de voor tenuitvoerlegging tegen de schuldenaar vatbare titel op. Op grond van art. 197 Fw geldt het in art. 196 Fw bepaalde niet voor zover de vordering door de gefailleerde overeenkomstig art. 126 Fw is betwist.
3.4.2 In de parlementaire geschiedenis van de art. 196 en 197 Fw – door het hof aangehaald in rov. 3.4 – is opgemerkt dat de verificatie van een vordering ‘authentieke vaststelling en erkenning van het vorderingsrecht’ is, en dat deze verificatie dus ‘geheel het...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.