Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2017 nr. 1

Fosfaatrechten

prof. mr. D.W. Bruil Het artikel is in de opmaak van het tijdschrift rechts als pdf beschikbaar.

De totstandkoming van de wet die de fosfaatrechten voor de melkveehouderij moet invoeren verloopt niet helemaal gladjes. Intussen is het wetsvoorstel, met door de Tweede Kamer aangenomen wijzigingen, dan toch naar de Eerste Kamer gestuurd.1 De belangrijkste wijziging - althans in juridisch opzicht – is vermoedelijk de wettelijke basis voor een knelgevallenregeling, in art. 23, negende lid:

Ten einde onbillijkheden van overwegende aard te voorkomen verhoogt Onze Minister het op het bedrijf rustende fosfaatrecht met ingang van het tijdstip waarop het verbod, bedoeld in artikel 21b, eerste lid, in werking treedt, tot een bij algemene maatregel van bestuur bepaalde omvang, indien kan worden vastgesteld dat het bedrijf behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur omschreven categorie van bedrijven. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor het verkrijgen van een verhoging als bedoeld in de eerste volzin.

Afgewacht moet worden hoe de knelgevallenregeling er daadwerkelijk uit gaat zien, maar de regering zal gelet op de discussie in de Tweede Kamer niet kunnen volstaan met de aanvankelijk gedachte en zeer beperkte regeling. Of die regeling zo uitgebreid moet zijn als ooit bij de invoering van de varkensrechten (met maar liefst 22 categorieën van knelgevallen) is de vraag, maar met name diegenen die voor 2 juli 2015 hebben geïnvesteerd in hun bedrijf en op die datum nog te weinig koeien hadden die recht geven op voldoende fosfaatrechten om die investering te rechtvaardigen, zullen moeten worden gecompenseerd. De regering heeft in de parlementaire behandeling lang volgehouden dat zo’n regeling niet mogelijk zou zijn, maar dat kan gemakkelijk gepareerd worden met voorbeelden uit de geschiedenis.

Intussen is de invoering van de wet uitgesteld tot 1 januari 2018. Dat is op zichzelf al een behoorlijke blamage: dat de wetgever er maar liefst twee-en-een-half jaar over doet om een wetswijziging in werking te laten treden. Dat is met de invoering van alle vorige quoteringen nog niet vertoond. Men kan de schuld wel aan ‘Brussel’ willen geven waar ineens de merkwaardige gedachte opkwam dat het om ongeoorloofde staatssteun zou gaan. Dit probleem had al veel eerder aan de orde kunnen komen als de regering er niet meer dan 14 maanden (8 september 2016) over had gedaan om een betrekkelijk eenvoudig wetsvoorstel naar buiten te brengen. En dan was er in elk geval nog voldoende tijd geweest om het roer om te gooien.

De hele operatie is begonnen om de zgn. derogatie van de Nitraatrichtlijn te behouden en opnieuw te kunnen verkrijgen. Nu de wet pas in 2018 in werking treedt, moet worden gevreesd dat de veehouderij in Nederland ook in 2017 weer boven het vastgestelde fosfaatproductieplafond zal uitkomen. De lopende derogatie zou dan kunnen worden ingetrokken en het binnenhalen van een nieuwe derogatie, vanaf 2018, zal dan nog een behoorlijke opgave worden. Het eventuele wegvallen van de derogatie is nogal een schrikbeeld. Het nationale mestoverschot zou ineens enorm toenemen, met alle narigheid die daaruit kan voortvloeien.

De brancheorganisatie ZuivelNL is daarom gekomen met een sectorfosfaatakkoord, in samenwerking met de regering. Dit akkoord bestaat uit drie onderdelen: fosfaatreductie via het voerspoor (voornamelijk een opgave voor de veevoerproducenten), een stoppersregeling (met geld van de Rabobank en de overheid) en fosfaatreductie door zuivelondernemingen. Het akkoord moet ervoor zorgen dat de melkveesector al in 2017 weer onder genoemd fosfaatplafond raakt. De bedoeling is dat het per 1 maart 2017 in werking treedt, nadat het akkoord algemeen verbindend zal zijn verklaard. Vooruitlopend daarop begint FrieslandCampina al direct in januari 2017 met een reductieregeling. Zie daarover de rubriek Wetgeving en literatuur, elders in dit nummer. Bij alle onderdelen van het sectorakkoord zijn de nodige vraagtekens te zetten. Zo is het nogal twijfelachtig of het voerspoor de beoogde reductie zal kunnen realiseren, of de stoppersregeling wel geoorloofde staatssteun is en of een algemeenverbindendverklaring juridisch wel mogelijk is. Ook bij de reductieregeling van de grootste Nederlandse zuivelverwerker kunnen vraagtekens worden gezet. Al deze vraagtekens zullen ook zeker worden omgezet in juridische procedures, waarbij het coöperatierecht en het mededingingsrecht volop aan de orde zullen komen. De overheid zou vermoedelijk tegen juridische procedures zijn aangelopen, bijvoorbeeld over hardheidsgevallen (en misschien gaat dat alsnog gebeuren), maar voor het sectorakkoord komen er nog enkele juridische problemen bij.

De moeilijkheden komen samen als het idee van de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer2 verwezenlijkt zou worden. Hij schrijft in die brief dat de weg van de algemeen verbindend verklaring op basis van de marktordeningsregels van de EU niet goed begaanbaar is. Verder:

Ik heb daarbij de mogelijkheid verkend het plan te borgen middels een ministeriële regeling op basis van de Landbouwwet. Daarmee kan het fosfaatreductieplan van ZuivelNL in een algemeen verplichtend (bedoeld zal zijn: verbindend) voorschrift worden vervat. Een dergelijke regeling dient door de zuivelondernemingen te worden uitgevoerd. In overleg met de betrokken partijen werk ik deze optie uit. Deze ministeriële regeling kan dan begin 2017 worden gepubliceerd en uiterlijk per 1 maart 2017 in werking treden.

Zo’n ministeriële regeling valt volgens mij onmogelijk in de doelstellingen van art. 13 van de Landbouwwet te passen, maar zelfs als dat zou lukken, zal de overheid precies dezelfde hobbels tegenkomen die ook de wet ontmoette, reden waarom de invoering daarvan nu juist is uitgesteld.

Deel deze pagina:

Nog niet beoordeeld

Bijlage(n)

Artikel informatie

Type
Overig
Auteurs
prof. mr. D.W. Bruil
Auteursvermelding
Ik ben auteur van dit artikel
Datum artikel
Uniek Den Hollander publicatienummer
UDH:TvAR/13983

Verder in 2017 nr.1

 Fosfaatrechten

De totstandkoming van de wet die de fosfaatrechten voor de melkveehouderij moet invoeren verloopt niet helemaal gladjes. Intussen is het wetsvoorstel, met door de Tweede Kamer aangenomen wijziginge...

 Soortenbescherming en het agrarisch bedrijf onder de Wet natuurbescherming - Vrijstellingen voor de reguliere agrarische bedrijfsvoering

Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. In deze nieuwe wet werden de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw 1998), de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) en de Boswet ge...

 Fiscale kroniek 2016

Evenals voorgaande jaren willen wij ook na het einde van het jaar 2016 een bloemlezing geven van de belangrijkste nieuwe regelgeving en jurisprudentie op agro-fiscaal gebied in het verstreken ja...