Voorwoord - Europese regulering is waar het om draait in de artikelen in deze aflevering van het NTE

Ondernemingen die actief zijn op de energiemarkt zijn zich inmiddels in het algemeen bewust van de Europese financiële regulering die specifiek voor de energiesector geldt, meer in het bijzonder de REMIT (Regulation on wholesale Energy Market Integrity and Transparency), die in 2011 in werking is getreden. Maar ook de algemene Europese financiële regulering heeft implicaties voor de energiesector, zo onderschrijft het artikel ‘MIFID II: een update voor energiebedrijven’. In dit artikel over de gewijzigde Europese richtlijn voor markten in financiële instrumenten zetten mrs. Olga Elsenga en Sander Simonetti overzichtelijk uiteen welke analyse energiepartijen van hun producten en activiteiten moeten maken om vast te stellen welke mogelijke nieuwe verplichtingen voor hen gaan gelden per 3 januari 2018.

Mr. drs. Thomas Batavier wijdt de lezer in in de totstandkoming en uitvoering van de Europese netcodes en richtsnoeren, die dienen ter bevordering van de integratie van de Europese elektriciteitsmarkt. Hij signaleert dat die integratie op uitdagingen zal stuiten, bijvoorbeeld door bestaande verschillen in de inrichting van de nationale elektriciteitsmarkten binnen de EU en het grote aantal stakeholders in het harmonisatieproces. De auteur voorziet echter belangrijke nieuwe stappen in het ontwerp en de werking van de elektriciteitsmarkt. Hij spoort marktpartijen aan om hun inbreng voor de richtsnoeren al bij de Europese consultatie naar voren te brengen en niet te wachten tot de nationale consultatie door de ACM.

Het proces van de kabinetsformatie levert voor een aantal onderwerpen op de energieagenda vertraging op: de Wet Voortgang Energietransitie en de Klimaatwet zijn controversieel verklaard. Maar met de Uitvoeringsagenda Energieakkoord zijn stappen gemaakt. De Minister van Economische Zaken lijkt erin geslaagd om onder dreiging met een wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer de energie-intensieve industrie te bewegen tot het aangaan van additionele energiebesparingsverplichtingen van 9 PJ. Op het moment van het ter perse gaan van deze NTE-aflevering heeft de Minister ingestemd met een voorstel van de energie-intensieve industrie waarbij de industrie er zelf voor zorg draagt dat de extra 9 PJ energiebesparing over de individuele bedrijven wordt verdeeld naar rato van verbruik en tevens voorziet in een financieel sanctiesysteem. De reden voor deze tour de force was dat de 9 PJ additionele energiebesparing die de betreffende bedrijven in het SER-Energieakkoord waren overeengekomen niet gehaald dreigt te worden. De Minister laat het ontwerp voor de wijziging van het Activiteitenbesluit nog wel als een zwaard van Damocles boven de markt hangen ‘voor het geval de uitvoering en voortgang van het voorstel van de industrie achterblijft’. Dit levert een interessante dynamiek op van ‘vrijwillige’ horizontale afspraken tussen de industrie en de Minister versus verticaal opgelegde publiekrechtelijke verplichtingen.

De Verplichting tot energiebesparing door de industriële sector vormt ook het onderwerp van de bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Energierecht op 19 mei 2017. Het verslag van die bijeenkomst kunt u tegemoet zien in de volgende aflevering van het NTE

Namens de redactie,

Michelle de Rijke