Rechtbank Rotterdam, 18 november 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:8645 , inzake Stichting Woonstad Rotterdam tegen gedaagde (NTE 2017/4)
mr. I. Brinkman, mr. L. Baljon en mr. drs. C. van der WoudeArtikel kopen € 79,00 excl. BTW
In plaats van abonneren kunt u dit artikel ook afzonderlijk kopen.
Stichting Woonstad Rotterdam (‘Woonstad’) wil [gedaagde] naar eigen inzicht en zonder verplichting tot specificatie warmtekosten in rekening kunnen brengen, met dien verstande dat de warmtekosten niet het maximumbedrag overschrijden dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) hiervoor heeft vastgesteld. Zo wil Woonstad over 2014 [gedaagde] een bedrag van € 430,53 aan warmtekosten rekenen. Woonstad vraagt de kantonrechter om een verklaring voor recht met deze strekking. [Gedaagde] heeft de huurcommissie gevraagd een uitspraak te doen over de servicekosten voor 2014. De huurcommissie heeft de warmtekosten over 2014 vastgesteld op € 411,85, dus lager dan Woonstad wil rekenen.
De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat de Warmtewet strekt tot consumentenbescherming. Met deze beschermingsgedachte zou het volgens de kantonrechter niet stroken als de verhuurder naar eigen inzicht en zonder verantwoording af te leggen gebruiksonafhankelijke kosten zou kunnen rekenen. Woonstad zou d...
U heeft op dit moment geen toegang tot de volledige inhoud van dit product. U kunt alleen de inleiding en hoofdstukindeling lezen.
Wanneer u volledige toegang wenst tot alle informatie kunt u zich abonneren of inloggen als abonnee.